«ET STEDELIJK GYMNASIUM EEN MONUMENT? JA, MAAR DAN WEL EEN LEVEND MONUMENT MET EEN TOEKOMST, Joke Gaasbeek De school als monument, het monument als school is het thema van de Open Monumentendagen 1997. Schiedam heeft binnen dit kader in het Stedelijk Gymnasium een monument dat er wezen mag. De school ontstond reeds in 1589 en mag zich daarmee tot de oudste gymnasia of 'Latijnsche scholen' in Nederland rekenen. Daarbij is 'het Stedelijk' in Schiedam gehuisvest geweest in twee zeer monumentale panden en is vanuit deze school een belang rijke bijdrage geleverd aan de beschrijving van Schiedamse oudste archivalia. Maar wat het Gymnasium - tegenwoor dig gehuisvest in een grondig gerenoveerd gebouw dat voldoet aan alle eisen die aan een modern schoolgebouw mogen worden gesteld - ook zo bijzonder maakt stempelt g is het feit dat de meermalen ondernomen pogingen om deze vormende school als zodanig op te heffen steeds op niets zijn uitgelopen. Het gymnasium als instituut is een 5 monument voor de stad en de regio, want vergeet de Vlaardingers en Maassluizers niet die 'het Stedelijk' in Schiedam hebben bezocht. En voor de cultuur in deze gemeenschappen. Het oudste levende monument dat we bezitten. daad een monument is: namelijk iets wat een her innering is aan vroegere cultuur en wetenschap, maar ik zal ook uitleggen waarom mijns inziens een modern gymnasium voor Schiedam meer is dan alleen een monument, namelijk een levende school die de moderne leerling veel te bieden heeft. Hiermee is dan gelijk het antwoord gege ven op de vraag hoe het kon bestaan dat het gym nasium steeds opnieuw de 281 Musis Op de eerste vraag: 'wat is een monument?' geeft Van Dale een helder antwoord: 'iets wat opzettelijk bestemd is om de herinne ring aan iemand ot iets te doen bewaren; een overblijf sel van een vroegere cultuur, kunst, nijverheid of weten schap'. Is het gymnasium in dat opzicht een monument en zo ja, waarom dan? Ik zal een poging doen om uit te leg gen waarom ik denk dat het Stedelijk Gymnasium inder-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1997 | | pagina 281