't Achterom daar kwam hij
vandaan... uit de ventrikels
van Vlaardingen.
Musis 286
ken naar de door hem uit de weilanden
gestampte westwij k. Dwars door de
Markgraaflaan en het druilerige dooie-
schrijversbuurtje van Patrimonium daar
achter. Wham..., zó door de Pruissingel.
Maar nu maakte zijn droom na een
veelbelovende start en een korte vlucht
over de winkeldaken plotseling een
noodlanding op de keien. Of zoals Lévi
Weemoedt schreef over het Vlaardingse
viaduct in 'Het nut van Lodesteijn': 'Aan
de ene kant verdwijnt het in het lucht
ledige, aan de andere kant moet het uit
alle macht op de renr gaan staan voor
een rijtje overstekende huisjes.'
Net zo teleurstellend als dat er mensen
waren die de douche in hun fijne, lichte,
ruime, nieuwe flat gebruikten als plaats
voor de teil waarin ze zich bleven was
sen of als aardappelopslag, vond Teun.
De bewoners van zo'n huisje aan de
Markgraaflaan herinneren zich nog de
schrik van een middag toen een wagen
zich pardoes door hun pui boorde en
ongevraagd op de thee kwam. De
bestuurder, over wie kennelijk de geest
van Teun vaardig was geworden, had
bovenop het viaduct een flinke dot gas
gegeven in de mening dat de hoogweg
doorliep... Maar meer nog dan tegen
een paar bakstenen huisjes botste de
droom van Teun daar tegen de Nieuwe
Tijd die hem ongemerkt had ingehaald
Q en hem in verbijstering deed ontwaken,
tu Vlaardingen had een veel te grote broek
£2 aangetrokken. Grote industrieën waren
hier wel neergestreken, maar het inwo
nertal stokte bij 80.000 en liep daarna
terug. Vlaardingen was over the hill en
had de toekomst achter zich. Teun's
koude sanering veroorzaakte bij steeds
meer Vlaardingers wening en knersing
der tanden. De Liesveldjeugd roerde
zich, de protestgeneratie kwam op. De
roep om inspraak en openheid werd
steeds luider. Maar die twee woorden
stonden niet in Teuns zakwoordenboek.
Hij was altijd gewend geweest om zaken
te doen in zijn wethouderskamer met
de deur dicht. Eén keer stemmen in de
vier jaar vond hij inspraak genoeg. Ook
in zijn eigen partij, de PvdA gistte het.
Tot zijn woede en verdriet uitte zijn
eigen raadsfractie steeds vaker kritiek op
zijn beleid en zijn bestuursstijl in plaats
van als één man achter hem te staan.
Toen er stemmen opgingen dat hij zijn
wethoudersstoel na 24 jaar misschien
maar eens moest afstaan aan een ander,
een jongere, kookte bij Teun de - al
bijna uit zijn geheugen gewiste- melk
over. Hij bedankte voor de PvdA en
klaagde in een interview met het
Vlaardings Dagblad over de 'mentaliteit
die zich in nieuwe stromingen en
gedachten een baan breekt door tegen
alles wat gezag is aan te schoppen,
Franse toestanden.'
Bij zijn afscheid van de gemeenteraad
op 5 juni 1970 zei een teleurgestelde,
verbitterde Teun: 'Na bijna veertig jaren
sta ik nu weer op het punt van uitgang
voordat ik toetrad tot een partij. Ik sta
weer alleen, geen lid van een partij zijn
de.' En even leek hij weer het hervorm
de Vlaardingse jongetje dat joelend ach
ter de 1 mei-optocht aanliep en mee
zong in het koor van 'Alle vuile rooien,
alle vuile rooien, alle socialisten in een
harington.'
Even abrupt en tragisch als aan zijn
Liesveldviaduct was er een einde geko
men aan zijn lange politieke loopbaan.
Met de erepenning in goud als dank
voor het vele, vele dat hij voor
Vlaardingen gedaan had trok Teun zich
terug op het Zeeuwse platteland waar
hij nog dikwijls met pijn in het hart
terugdacht aan de stad waar hij zoveel
van had gehouden.
Het Liesveld als winkelcentrum was
aanvankelijk zeer modern en revolutio
nair omdat het verkeersluw was. Dat
ging immers hoog over het viaduct. Het
eerste gemopper kwam uit de hoek van
de middenstand. De winkeliers vonden
het Liesveld te gesloten en wilden een
van de tunnels vervangen door een trap,
een plan dat later wel werkelijkheid
werd met de Spaanse Trappen, maar
allereerst toen te duur gevonden werd
en te onvriendelijk voor huismoeders
met een kinderwagen... Even is nog
overwogen om grote ronde gaten te
boren in de wanden, zodat de tunnels
meer open werden en de veelvuldige
botsingen die op de hoeken plaatsvon
den werden voorkomen.
De tunnels en hellingbanen inspireerden
vooral de blaas van de Vlaardingers. Een
krachtige urinelucht steeg op uit de
donkere hoeken. De vitrines op het
Liesveld werden geregeld ingegooid en
stonden vervolgens leeg. Verloedering