NIET LANGER EEN EXCUUS OM NIETS TE DOEN 1 1 g s Helma Steekelenburg Uj 5 5 o Schiedam lijkt aanleiding voldoende te hebben om Open Monumentendagen op 13 en 14 september uitgebreid te vieren. Dat is niet aan de visie van vorige gene raties stadsbestuurders te danken. De slopershamer was hun favoriete wapen in de strijd tegen de verpaupering van de historische binnenstad. Hoe meer rotte kiezen, hoe beter in feite. Ze vormden voor toenmalige politici een mooi excuus voor hun vernieuwingsdrang waarmee ze eeuwigheidswaarde hoopten te ver krijgen. Een combinatie van toeval, trage besluitvorming en geldgebrek is de oorzaak dat juist in Schiedam tal van karakteristieke panden konden ontsnappen aan de kaalslag van het cul tureel erfgoed die bijna een landelijke trend was in de jaren zestig en zeventig. Inmiddels wakker geschud uit de win terslaap is de Brandersstad nog in het gelukkige bezit van een aantal voormali ge pakhuizen, distilleerderijen en andere bijzondere gebouwen die misschien niet altijd meer in perfecte staat van onder houd zijn, maar wél in authentieke staat verkeren. Ze zijn bij uitstek geschikt te maken voor het monumentale wonen, dat anno 1997 een even populair als schaars goed is. De plaatselijke huizen markt mag zich in een groeiende belangstelling van 'zelfs buitenaf' ver heugen. 'Schiedam is booming' roepen makelaars tevreden. Ondanks die alge mene bijval is het nog steeds geen sine cure om zo'n vernieuwbouwproject, zoals het in vaktaal wordt genoemd, tot een goed emde te brengen. Ontwikkelaars, architecten, aannemers én kopers moeten bereid zijn hun ver stand én hun hart te laten spreken. 'De witte Lelie', het appartementen complex in wording op de Grote Markt/Schie, is een schoolvoorbeeld van zo'n eensgezinde bundeling van krach ten en gelukkige samenloop van omstandigheden. Het pand, oorspronke lijk bestaande uit een pakhuis, distilleer derij en kantoor, dateert uit het begin van de vorige eeuw. De laatste jaren was meubelhandel Hilton erin gevestigd. Alle karakteristieke elementen van het interi eur werden zorgvuldig verstopt onder moderne systeemplafonds en achter schrootjeswanden. Waarschijnlijk ter compensatie werd het exterieur voor zien van nostalgische geel/zwarte luiken die ware liefhebbers een doorn m het oog waren. Als Michiel Versteegh vanuit zijn woonhuis niet recht op de achter gevel van het monumentale gebouw had uitgekeken, was het er waarschijnlijk minder goed mee afgelopen. De Schiedamse archi tect van UNO Architecten en Ingenieurs in de Rotterdamse Wijnstraat zag, dwars door alle later aangebrachte fran je heen, de mogelijkhe den van het van origi ne industriële complex. Toen zijn overbuurman twee jaar geleden z'n spullen pakte, stapte hij meteen op de eigenaar van het pand af en kreeg te horen dat 'De witte Lelie' te koop was. 'Hij had makkelijk kunnen ingaan op het hoogste bod, maar ik had het geluk dat hij tot het unieke slag mensen behoort dat niet uitsluitend uit is op winstbejag. Hij gaf de voorkeur aan een nette bestemming. Hij gunde me de tijd 0111 een schetsplan te maken en te gaan pra ten met ontwikkelaars en aannemers. Dat was niet zo'n succes. Ze waren allemaal enthousiast, maar wilden meer geld eraan verdienen dan mogelijk was. Toen de eigenaar hoorde, dat het plan om die reden zou afketsen, is hij met zijn eigen bank gaan praten en zelf participant geworden in het project. In Bergwerf vonden we een aannemer met hart voor de zaak. Op dat moment waren we alweer bijna een jaar verder, maar konden we wel echt aan de slag.' Versteegh ontwierp zowel complete nieuwbouw (ondermeer een school en een fitness/gezondheidscentrum) als renovatieplannen en vernieuwbouw (ondermeer aan de Lange Haven). Wat hem trekt in het laatste is de uitdaging: 'Bij nieuwbouw in een weiland kun je als architect je gang gaan. Een bestaande situatie en een oud pand leggen je beperkingen op waarvoor je oplossingen moet bedenken en niet alleen geduren de de ontwerpfase. Ook tijdens de uit voering van je plan kom je regelmatig verborgen gebreken tegen. Het is de kunst om met die onvermijdelijke Musis 292

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1997 | | pagina 292