tggj£
illlC
Margreet Feenstra
Muziek en beel
dende kunst vor
men een eenheid
voor de
Vlaardingse toon
kunstenaar en
galeriehouder Ton
Stolk. De expositie
'Aan Schouwman'
noemt hij een
meer bijzondere,
omdat hierin de
relatie tussen
beide kunsten een
zeer directe is in
het werk van
Angelique
Schouwman - Van
Loon, de schoon
dochter van een
eertijds bekend
musicus die werk
te in de late
Nederlandse,
romantische
traditie.
I
familieleven, dat eveneens laat tot ont
wikkeling kwam. Pas in 1956
(Schouwman was toen 54) werd een
zoon geboren. Hans Schouwman maak
te echter zoveel mogelijk tijd vrij voor
de muzikale opvoeding van zijn enige
zoon en leerde hem fluit spelen voordat
hij in 1967 stierf. Schouwman junior
was op dat moment slechts elf jaar oud.
Hij herinnert zich: 'De week was geheel
gevuld met muziek. De zanglessen van
ma en de zang- en pianolessen van pa
werden alleen onderbroken door repeti
ties voor concerten met andere musici.
Als er geen muziek te horen was in
huis, was Pa bezig met het uitwerken
van 'nieuw' gevonden muziek. Het was
zijn werk en hobby tegelijk.'
Tijdens zijn leven verzamelde Hans
Schouwman muziek en bewerkte door
hem 'herontdekte' stukken uit de
zeventiende en achttiende eeuw naar
toenmalige inzichten en instrumen-
tering, al ging hij niet zover als
Carl Orff met zijn Carmina
Burana, die overigens juist in
die periode werd 'ontdekt'
door een groter en door
barokke en middeleeuwse
muziek en geschiedenis gef
ascineerd publiek.
Na zijn dood nam een aantal
musici in 1968 het initiatief om
een stichting op te richten, die zich
ten doel stelde, de vele oude werken
die Schouwman her en der in Europese
bibliotheken had opgedaan en bewerkt,
uit te geven. Alweer vierentwintig jaar
geleden kreeg de Hans Schouwman
Stichting hiervoor de Visser Neerlandia
Prijs, mede als posthuum eerbetoon aan
de naamgever.
De roem was echter slechts van korte
duur, mede misschien door de opleving
van de aandacht voor oude muziek
vanaf de jaren zeventig, waarbij gestreefd
werd om in instrumentering, notatie en
techniek, de oorspronkelijke bedoeling
en klankkleur te benaderen. De draailier
en het portatief, de vedel en de krom
hoorn werden opnieuw ontdekt en met
verve tot klinken gebracht. Sterker nog,
het zoeken naar authenticiteit ontwik
kelde zich tot een eigen vorm die zich
tot op de dag van vandaag in een groot
publiek mag verheugen.
De muziek rond Schouwman is daar
door steeds zachter gaan klinken. De
Vlaardingse toonkunstenaar Ton Stolk
betreurt dit, maar realiseert zich tegelij
kertijd dat de opvattingen over het
(mogen) bewerken van 'opnieuw gevon
den' muziekstukken sterk zijn gewijzigd.
Schouwmans visie is achterhaald. En
Stolk vindt daarin de legitieme verkla
ring voor het dovende licht rond de
Hans Schouwman (1902- 1967)
was een drukbezet en veelzijdig
man. Hij speelde piano en klave
cimbel, zong en componeerde.
Misschien dat hij daarom pas op
latere leeftijd trouwde met een toon-
kunstenares. In het huishouden van de
artistieke Schouwmans stond de muziek
centraal. Op de tweede plaats kwam het
Musis 296