DE WIJKBEWONERS WETEN HET BETER Kor Kegel Het is voor de overheid tegenwoordig een heel probleem als een wijk géén bewo nersvereniging heeft. De gemeente en de politie, maar ook de woningcorporaties of het nutsbedrijf, komen steeds meer tot de erkenning dat de bewoners zelf het beste weten wat er in hun woonomgeving nodig is. En dan is het wel zo gemakke lijk om in de wijk een eerste aanspreekpunt te hebben. Natuurlijk, niet iedere wijkbewoner is lid van de bewonersvereniging, dus je moet altijd in de gaten houden of het bestuur ervan voldoende representatief is en de bevolking bereikt. Maar als je géén bewonersvereniging hebt - wie garandeert dan dat een inspraakavond een representatief beeld oplevert? Thuisblijvers zijn er altijd. Een zwijgende meerderheid komt overal voor. Daar waar een bewonersver eniging actief is en de bewoners van straten en pleinen ondersteunt, is de kans op vitaal burgerschap het grootst. Daarom zal het niemand meevallen om te ontken nen dat de bewonersverenigingen de beste spreekbuis zijn van de wijkbewoners, de actieve én de passieve. En toch gedragen de lokale overheid, welzijnsinstellingen, corporaties, politie en nutsbedrijf zich nog allesbehalve als partners die de slagkracht en effectiviteit van bewonersverenigingen willen bevorderen. Even een paar harde noten kraken ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de bewonersvereniging Schiedam-Zuid. Het ging om een wildrooster. In het wijkoverleg waren alle part ners het er over eens dat er geen honden uitgelaten mochten wor den op het binnenterrein, dus was een rooster een goed middel. Vervolgens was er een maandenlange competentiestrijd tussen de woning bouwvereniging en de gemeente over het eigendom van de grond en de beheerplicht. Ze bakkeleiden over wie het rooster moest betalen. Maand na maand keerde het wildrooster op de agenda terug en zo gebeurde het ook met een paar prullenbakken en ver keersdrempels. Enkele actieve wijkbe woners haakten af. Het schiet met op, vonden ze. Andere bewoners hielden vol, ze bleven er op hameren en ze kre gen ten lange leste hun zin. Maar is het in een serieuze overlegcul- tuur nodig om over dit soort marginale kwesties een halfjaar te moeten zeuren? De verantwoordelijke instellingen beho ren dit soort vanzelfsprekendheden gewoon even te regelen. Gaat het beter, als er gewichtiger vraag stukken aan de orde zijn? Niet of nau welijks. Er was een stevig conflict omdat de bewonersverenigingen - zuiniger dan de gemeente - ineens niet mochten spa ren uit hun jaarlijkse wijkbudget. En er wordt miskend dat bewonersverenigin gen toch op z'n minst hun eigen onder steuners (opbouwwerkers en architec ten) moeten kunnen selecteren. Waarom is het trouwens alleen de gemeente die geld steekt in het wijk budget, en waarom betalen de corpora ties, de politie enzovoorts er niet aan mee? Als ze er financieel 'in' zouden zit ten, zouden ze er ook meer voor doen om wijk- en buurtbeheer tot een dave rend succes te maken. Nu zijn het uit sluitend de bewonersverenigingen en hun werkers, die al opzoomerend de succesjes binnenhalen. Met de grootste moeite, tegen een half geprivatiseerde bureaucratie in. Het is een merkwaardige situatie. Enerzijds wil het gemeentebestuur dat de bewoners meer verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen woonomgeving, omdat onderkend wordt dat de bewo ners dé deskundigen zijn op het gebied van leefbaarheid, veiligheid en inrichting van het publieke domein. Anderzijds is de gemeente verre van scheutig met het beschikbaar stellen van middelen, profes sionele ondersteuning en concrete bevoegdheden. Alleen al in Rotterdam- West werken meer opbouwwerkers, migrantenwerkers en bouwkundigen ten behoeve van de wijkbewoners, dan in Schiedam en Vlaardingen bij elkaar! Zal het straks beter gaan? De politie luistert onvoldoende naar de burgers, want ze doet veel te weinig aan de meest voorkomende irritaties over straatvervuiling, fout parkeren en andere overlast. De chefs van plantsoenenwer kers, vuilnisophalers en straatvegers 309 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1997 | | pagina 309