y
A
A
fü
verlangen bestaat de watertoren te handhaven'. Voor de
inwoners van Vlaardingen zodoende geen nieuwe zaal aan
een park of plein, maar een groot bouwvolume samenge
perst op een kleine plek - perceel sectie A no. 4915 - in
de tuin van de Harmonie, die het zodoende voortaan
zonder serre moest stellen. De zaal van de Harmonie zelf
diende zoveel mogelijk intact te blijven om kosten te
besparen.
Het ingediende bouwplan uit maart 1951 toont een ver
standshuwelijk tussen twee bouwvolumes: de al bestaande
zaal De Harmonie, die zou worden aangepast en gereno
veerd met de nieuwe stadsgehoorzaal haaks daarop. Tussen
de nieuwe stadsgehoorzaal en de villa van Mees en Zn.
blijft een doorgang van nog geen drie meter over naar de
achtergelegen buurt. Aan de zijde van de Schiedamseweg
bevindt zich - slechts drie deuren breed - de nieuwe
ingang met kassa, direct gevolgd door een hoefijzervormi
ge foyer om de zaal heen met daarin - rug aan rug met
De Harmonie - het buffet. Aan de achterzijde zijn nieuwe
kleedkamers, een zijtoneel en een artiestenfoyer of zoals
dat toen werd genoemd 'een cantine van de toneelspe
lers' gesitueerd. De massieve toneeltoren steekt hoog
boven alles uit, versierd met reliëfs en dakbeelden, die
voor een boeiend silhouet moesten zorgen. De krachtig
gewelfde gevel van de zaal is verrijkt met pilasters met
daartussen gevelreliëfs in imitatie-natuursteen naar ont
werp van Johan Uiterwaal (1897-1972), een Utrechtse
kunstenaar die voor vele andere gebouwen van Van
Ravesteyn al beeldhouwwerk vervaardigde.
Zich ongetwijfeld bewust van de weinig aanlokkelijke
situering, werd Van Ravesteyns stadsgehoorzaal een sym
metrische doos met beweeglijke contouren, nagenoeg
zonder ramen. Als de burgemeester zijn bezorgdheid uit
spreekt over het ontbreken van raamelementen, ant
woordt Van Ravesteyn in een poëtische bui: 'het gebouw
is een nachtvlinder'.
Wie het oorspronkelijke lichte interieur van de stadsge
hoorzaal beziet, kan zich niet aan de indruk onttrekken
met een kloon van de zaal van Kunstmin te doen hebben,
maar dan in een wat karige uitvoering. Een identieke
lichtkroon, hetzelfde stoelenplan - weliswaar met minder
frivole stoelen - dezelfde wandopbouw met eerst een
gefineerd houten bekleding en daarboven akoestische
tegels in een diagonaal patroon, achterin de gebogen
oksels met daarin de trappen naar het balkon en centraal
in de achterwand een overvloedig gedecoreerde opening
voor de filmcabine. De twee gebogen trappen naar het
balkon buigen om kolommen heen, die - als ging het om
echte cannelures - zijn bekleed met verticale marmer
strips. Ook in de zaal zien we weer de ornamenten van
Uiterwaal terug. De stadsgehoorzaal toont evenwel veel
soberder, statischer en ook minder ruimtelijk dan
Kunstmin; het interieur nnst ook het schijnbaar gemak
waarmee de architect het allemaal heeft bedacht.
De opening vindt plaats op 28 april 1952 - na ruim een
jaar bouwtijd - met het blijspel 'De Bruiloft van Figaro'.
Vlaardingen is blij met de stadsgehoorzaal. 'Laten wij als
stad trachten deze mooie zaal waardig te zijn', spreekt de
burgemeester de aanwezigen vermanend toe. De regiona
le pers reageert enthousiast. 'Zij die overtuigd zijn van de
charme ener weelderige ornamentiek, zullen zonder enig
voorbehoud verheugd zijn met dit gebouw', meldt het
VrijeVolk. Enige kritiek valt er te beluisteren op de
ingang, die te onbeduidend en te krap wordt gevonden.
315 Musis
't is zover! De Deuren open en al zijn die dan wat
klein, des te groter zal uw eerbied voor het sprookje bin
nen zijn', rijmt directeur Mulder van een concurrerende
bioscoop. De vakpers schrijft weinig over dit nieuwe ont
werp van Van Ravesteyn. Het betekent dan ook geen
hoogtepunt in zijn werk; eerder een verdienstelijke oefe
ning in wederopbouwarchitectuur. In de Groene
Amsterdammer gaat criticus J.J. Vriend pas een jaar later
inhoudelijk in op het ontwerp van de zaal. Hij roemt het
exterieur met de 'vrij sobere baksteenarchitectuur met
fraaie beweeglijke groeperingen der bouwmassa.De
schouwburgzaal is bijzonder intiem en rechtuit feestelijk'.
Wel klaagt ook Vriend:'wat m.i. sterk uit de allure van
het geheel valt is de meer dan benepen ruimte der toe
gang met drie smalle deuren'.
De aanblik van de stadsgehoorzaal is in 1997 van een
zekere droevigheid. Na een opknapbeurt in de jaren
zeventig, diverse plannen voor herinrichting en verbete
ring van onder meer de ingang en verijdelde plannen tot
sloop in 1988, wordt beginjaren negentig op de plaats
van de oorspronkelijke ingangspartij een voorzichtig gol
vende aanbouw geplaatst. In zijn soms letterlijk platte
materialisering en roze kleurstelling doet deze uitbreiding
nog het meest denken aan een niet al te prijzige mode
zaak. De aanbouw lijkt zijn best te doen met zijn golven
de lijnen te verwijzen naar het vooroorlogse werk van
Sybold van Ravesteyn, maar maakt het oorspronkelijke
gebouw met zijn vervuilde metselwerk alleen maar som
berder. Ook de zwaarmoedige kleurstelling binnen - bor
deauxrood met antraciet en beige - refereert nauwelijks
meer aan de lichte feestelijkheid van vroeger. Wellicht
zorgt de herwaardering voor wederopbouwarchitectuur
voor nieuwe impulsen, maar de nachtvlinder oogt ver
moeid
Kees Rouw is architect bij Rouw De Koek Architecten te
Dordrecht dat o.a. Schouwburg Kunstmin te Dordrecht restau
reerde. Sinds eind 1996 is hij voorzitter van de
Monumentencommissie van de Gemeente X'laardingen.
Met dank aan Rob Klarenbeek en Matthijs A. Struijs
A. ZANDEE
1NTERIEURARCHITEKT
ANNA VAN BURENSTRAAT 15
3116 EA SCHIEDAM
TELEFOON 010 - 42 62 669