DE GEKTE
VAN VAN ULSEN
Stadsgehoorzaal,
13 november
Margreet Feenstra
Religie is een andere rode draad.
Als klein jongetje bezocht hij de
zondagsschool van de
Doopsgezinde Kerk. De ouders
van de acteur waren vrijzinniger
dan de gemiddelde inwoners van
Kampen en dat heeft bij Van Ulsen juni
or een zekere 'lichtheid' bijgebracht
waarom hij uit eigener beweging een
kijkje bij andere geloofsgemeenschappen
nam. Het lag in zijn bedoeling theologie
te studeren, maar het liep anders. 'Ik had
predikant kunnen worden. Maar ik heb
gekozen voor taal. Ik wilde trouwens
geen getuigenis afleggen.' De twijfel
over kerk en God is gebleven. De fasci
natie daarvoor evengoed. Van Ulsen
houdt met regelmaat voordrachten met
teksten uit bijbelboeken met een voor
keur voor de boeken Job en Prediker.
Daarbij gaat het hem vooral om de eer
bied voor het woord en de literaire
waarde van de teksten. Taal is voor Van
Ulsen religie.
De twee pijlers religie en gekte smelten
samen in het toneelstuk 'De bezoeker',
dat op 10 oktober in première ging in
Utrecht. Op 13 november is de voor
stelling te zien in de Vlaardingse
Stadsgehoorzaal. In het stuk krijgt
Sigmund Freud bezoek. Het is 22 april
1938. De grootse denker is 83 jaar oud
en lijdt aan keelkanker. De zieke man
wordt gewoonlijk bewaakt door zijn
dochter Anna (Marleen Stoltz), maar op
deze avond wordt zij door de Gestapo
aangehouden. Freud (gespeeld door Eric
Schneider) is alleen en onzeker over de
toekomst van zijn dochter. Hij krijgt
onaangekondigd bezoek van een
Onbekende (Henk van Ulsen). Deze
man maakt zijn entree via het raam.
Freud vraagt wie hij is en de
Onbekende antwoordt: 'U gelooft mij
toch niet.' Is de Onbekende de ontsnap
te gek Walter Oberseit of God? De
Franse toneelschrijver Eric-Emmanuel
Schmitt reikt deze twee mogelijkheden
aan. Met zijn teksten slingert hij Freud
en het publiek voortdurend heen en
weer tussen geloof en ongeloof. Schmitt
heeft de bedoeling de uitkomst van het
vraagstuk God of gek in het midden te
laten. In de regie van Oosthoek neigt de
uitkomst meer naar God, omdat de Nazi
(Freerk Bos) op zeker moment meldt
dat de ontsnapte gek terug is gevonden.
De Onbekende verstopt zich op dat
moment onder het bureau van Freud.
Religie en gekte zijn een wederke
rend thema in het leven en werk
van Henk van Ulsen. De acteur is
verkleefd met het toneelstuk
'Dagboek van een gek' van Gogol,
waarin de gekte van een eenling
centraal staat. Van Ulsen speelde
het stuk voor het eerst in 1965,
pikte het daarna nog een aantal
keer op en treft momenteel voor
bereidingen voor een nieuwe uit
voering in het volgend theatersei
zoen. De gekte ligt bij Van Ulsen
om de hoek. Niet zozeer in zijn
eigen geest, alswel in hetgeen hij
waarneemt bij anderen.
Ontmoetingen met mensen die
moeite hebben met het onder
scheid tussen realiteit en irreali
teit zijn hem niet vreemd, eerder
vertrouwd.
Van Ulsen: 'De regisseur heeft er voor
gekozen de Onbekende op het podium
te laten, terwijl hij in de oorspronkelijke
tekst weg gegaan zou zijn. Naar mijn
mening blijft de identiteit van de
Onbekende onduidelijk. De ervaren uit
komst is, denk ik, veelzeggend over de
persoon in kwestie.' Het toneelstuk is
filosofisch, maar tegelijkertijd licht en
geestig. Humoristisch is Freud wanneer
hij de Onbekende stante pede om een
wonder vraagt. De lichtheid van de
voorstelling werkt af en toe bevreem
dend. De historische achtergrond van
het stuk - de aanhouding van Anna
Freud door de Gestapo en het beangsti
gende gejoel in de straten van Wenen
net na de Anschluss van Oostenrijk -
krijgt normaal gesproken ernstiger aan-
dacht. In deze voorstelling niet. De
regisseur Peter Oosthoek heeft de voor
stelling nadrukkelijk 'licht' willen
maken. Henk van Ulsen: 'Denk niet dat
dat zo maar aan komt waaien. Het duur
de even voor het zinnetje 'U gelooft mij
toch niet' die luchtigheid kreeg die het
nu heeft. Het gesprek tussen de hoofd
rolspelers rolt met gemak voort. De
gedachtensprongen van Freud en de
Onbekende zijn verrassend en prikke
lend. De Onbekende is een treurig
figuur wanneer hij zijn onmacht uit
spreekt over de vrijheid die hij de men
sen heeft gegeven. 'De Onbekende vindt
het helemaal niet zo leuk om God te
zijn. Ik voel me dichtbij het personage
van de Onbekende, dichtbij het idee dat
God de mensen heeft vrij gelaten. Maar
mijn persoonlijke overtuiging doet er
niet toe. Ik speel de rol en verwacht dat
het publiek het verder zelf uitzoekt.
Misschien heeft de atheïst gelijk.'
De voorstelling levert niettemin toch
een gevoel van teleurstelling op. Is dat
omdat de twijfel niet wordt weggeno
men? Of is dat omdat Schmitt 'het mys
terie' als enige en onbevredigende sug
gestie aanreikt? De Onbekende zegt aan
het eind van het stuk tegen de weifelen
de Freud:'Tot vanavond dacht je dat het
leven absurd was. Vanaf nu weetje dat
het mysterieus is.' Met zo'n uitspraak ku
je makkelijk uit de voeten.
De schrijver had voor de Onbekende
een ander type in gedachten dan Van
Ulsen: 'Schmitt dacht meer aan een
jonge god in smoking, een salonfiguur.
Ik denk dat een jonge acteur met die
kenmerken niet zo makkelijk de diepte
van de tekst had kunnen bereiken.
Uiteindelijk oordeelde Schmitt min of
meer verbaasd dat ik een leeftijdsloos
figuur heb neergezet.'Van Ulsen is gebo
ren in 1927. Volgend jaar bereikt hij zijn
vijftigste jaar aan het toneel, zoals het zo
poëtisch heet. Geeft de voorstelling Van
Ulsen het gevoel 'thuis te komen',
omdat de thema's religie en gekte hier
samenvallen in één personage?
'Thuiskomen klinkt voor mij alsof ik
aan het einde van mijn carrière ben.
Maar ik heb wel het idee dat dingen in
het personage van de Onbekende
samenvallen. Dat geeft een vertrouwd
gevoel. Ik voel me er in thuis, laat ik het
zo zeggen. En dat is voor iemand die
naast God van Ulsen is, zo gek nog
niet.'
379 Musis