3
Omdat het betrekken van de bui
tenwereld bij het museum voor
Marianne een heilige plicht is, wil
zij met mensen van buiten het
museum discussiëren over ten-
toonstellingsonderwerpen.
Musis 10
s>-
=3
Cc
CD
CU
O
Cu
CC
S
gedistilleerdindustrie nog niet ontdekt was, ontbreekt helaas
het sociaal-historische aspect aan de meerwaarde van de loka-
tie van het museum. De gedistilleerdwandelaar kan wel zien
waar de drank gemaakt werd, maar niet waar en hoe de bran
dersknechts woonden en leefden. Desondanks is een totaalpak
ket van museumbezoek, stadswandeling, en molenbezoek
onder leiding van een gids van de VW een belangrijk instru
ment om bezoekers te trekken. De tweede doelgroep is klei
ner, maar voor het museum minstens zo belangrijk: de mensen
die vooral inhoudelijk geïnteresseerd zijn. Zij komen individu
eel en uit alle delen van het land, gaan rustig hun eigen gang,
praten met de meesterknecht of de museummedewerkers, en
komen in theorie regelmatig terug. Zij komen echter alleen
aan hun trekken, en dus ook terug, als de opstelling informa
tief is, er regelmatig een gedistilleerd-historisch interessante
tentoonstelling te zien is, en de medewerkers vragen kunnen
beantwoorden dan wel een gesprek over (onder-delen van) het
produktieproces kunnen voeren. Het is duidelijk dat het
groepsbezoek de overhand heeft.Vooral het aantrekken van
groepen vraagt een integraal museumbeleid. Marianne de
Bruyn wil graag dat de Schiedamse musea een complementair
tentoonstellingsbeleid voeren. Als het Stedelijk Museum een
historische tentoonstelling heeft, zoals De Gouden Eeuw, zou
De Gekroonde Brandersketel daaruit een onderdeel moeten
lichten en in een eigen tentoonstelling uitdiepen, en omge
keerd. Een beleid waarin de musea complementair zijn ver
sterkt het museale en culturele imago van Schiedam, en maakt
het voor de organisatoren van groepsreizen aantrekkelijker om
Schiedam als bestemming aan te bieden. Marianne's derde
doelgroep is verrassend: kinderen, toch niet de meest voor de
hand liggende doelgroep voor een drankmuseum. In het vak
'omgevingsgeschiedenis' in het voortgezet onderwijs wordt
aandacht besteed aan de bronnen van de Schiedamse welvaart.
Het museum wil in overleg met de Dienst Educatie van de
gemeente lesprogramma's ontwikkelen, die kinderen op een
evenwichtige manier bijbrengen welke economische en sociale
rol het gedistilleerd voor Schiedam gespeeld heeft. Waar kan
dat beter dan in dit museum dat ooit een distilleerderij was.
In de filosofie van Marianne de Bruyn moet ieder museum op
zijn eigen manier zijn eigen doelgroepen vertroetelen. Ze
heeft daarvoor een reeks plannen die vooral versterken en ver
beteren wat al in gang gezet was. Het proeflokaal moet in het
museumconcept een functie krijgen die die van het traditione
le museumcafé overstijgt. Dat begint bij de koffie-mét-bonbon
die groepsbezoekers bij aankomst drinken. Die bonbon is door
Bonte Koe Chocoladekunst speciaal voor het museum
gemaakt met een vulling op basis van de moutwijn van het
museum. Een goede mogelijkheid om het onderwerp gedistil
leerd gezellig in te leiden. Ook de 'kleine kaart' van het proef
lokaal moet meer gerechten gaan bevatten, waaraan gedistil
leerd te pas komt. De rol van het proeflokaal wordt pas echt
letterlijk met het proeverijtje dat iedere bezoeker boven de 18
jaar met ingang van 2 januari wordt aangeboden. Dat komt in
plaats van de consumptiebon die bezoekers tot dan bij hun
toegangskaartje kregen. Onder titel 'keuze van de kastelein'
kunnen nippend uit miniatuurglaasjes verschillende dranken
vergeleken worden.
Marianne wil van het proeflokaal ook een vaste verzamelplaats
maken voor de liefhebbers van de geschiedenis van Schiedam,
en dus van de geschiedenis van het gedistilleerd. Het proeflo
kaal zal eenmaal per maand worden omgedoopt in Schiedams
'Historisch Café, naar model van het Haags Historisch Café in
Museum Scheveningen. Marianne heeft daar ervaring mee,
want zij stond aan de wieg van dat historisch café. In
Scheveningen verzamelen liefhebbers van drank en Haagse
historie zich iedere laatste vrijdag van de maand. Een spreker
doet kort verslag van zijn onderzoek, van een archeologische
vondst, of van een komend historisch evenement, en de aan
wezigen mogen vragen stellen. Met een historische vereniging,
een gemeentearchief, musea, en verschillende produktieve
publicisten moeten er in Schiedam cafégangers en onderwer
pen genoeg zijn. Het hoofddoel van het historisch café is ech
ter het ongedwongen contact tussen gelijkgestemde beroeps-
en amateur-historici.
Tot de kernactiviteiten van ieder museum behoort het organi
seren van tentoonstellingen over het eigen onderwerp, en uit
eigen collectie. Een museum dat tentoonstelt laat de buitenwe
reld weten dat het beweegt, toont de resultaten van eigen