11 Musis
onderzoek, en legt publiek verantwoording af van zijn verza
melbeleid. De tentoonstelling is bij uitstek het museumproduct
dat kan prikkelen tot gericht museumbezoek. Het tentoonstel-
lingsbeleid van De Gekroonde Brandersketel was al in hoofd
lijnen geformuleerd maar nog niet van de grond gekomen.
Interim-directeur De Bruyn wil tenminste twee tentoonstel
lingen per jaar maken, één in de zomer en één in de winter,
één voor de cultuurtoeristische en één voor de inhoudelijke
doelgroep. Dat zal ongetwijfeld betekenen dat de zomer gere
serveerd wordt voor een luchtige en de winter voor een spe
cialistische tentoonstelling. Omdat het betrekken van de bui
tenwereld bij het museum voor Marianne een heilige plicht is,
wil zij met mensen van buiten het museum discussiëren over
tentoonstellingsonderwerpen. Ze wil niet alleen objecten uit
de gedistilleerd-industrie laten zien, maar ook archiefstukken
die wat over die objecten, hun functie en hun gebruikers ver
tellen, en schilderijen, prenten, of visuele reclame waarop ze in
hun context ol met een overdrachtelijke bedoeling zijn afge
beeld. Gereedschappen, flessen, glazen of etiketten betekenen
zonder context immers niets. Donderdag 10 december hebben
vertegenwoordigers van het Gedistilleerd Museum, het
Stedelijk Museum, en de Historische Vereniging, en enkele
Schiedammers die zich op persoonlijke titel met een vorm van
kunst of geschiedenis bezighouden, hun hersens stevig laten
stormen. In een korte maar hevige én vruchtbare discussie
werden lijnen uitgezet voor een toekomstig tentoonstellmgs-
beleid, en kreatieve ideeën voor ettelijke tentoonstellingen
aangedragen. Om de broodnodige beweging te garanderen wil
Marianne haar 'ideeëngroep' niet institutionaliseren. Ze vindt
het experiment echter zo geslaagd dat ze ermee doorgaat,
waarschijnlijk in wisselende samenstellingen. Het museum is
immers een landelijk museum met een onderwerp dat talloze
raakvlakken heeft.
Marianne de Bruyn is 'materialist' en heeft dus uitgesproken
opvattingen over vorming en beheer van museumcollecties.
De Schiedamse gedistilleerd-collectie zit wonderlijk in elkaar.
De Gekroonde Brandersketel heeft een collectie die eigen
dom is van de Stichting Het Nederlands Gedistilleerd
Museum, maar in de opstelling staan ook voorwerpen uit de
collectie van de Stichting Nationaal Gedistilleerd Museum,
die tot begin 1996 in de kelder van het Stedelijk Museum te
zien was en door dat museum beheerd wordt. En om het nog
ingewikkelder te maken, ook uit de historische collectie van
het Stedelijk Museum zijn jenever-voorwerpen in langdurig
bruikleen naar De Gekroonde Brandersketel gegaan. Sinds de
opening van het museum komen vooral Schiedammers spon
taan schenkingen brengen. Zo'n driemaal per week mag het
museum foto's, jeneverkruiken of gereedschappen in ont
vangst nemen. Al die schenkingen komen in de collectie van
het Nederlands Gedistilleerd Museum, maar de jeneverkruik
die bij het Stedelijk wordt aangeboden, loopt een gerede kans
in één van de twee andere collecties van voorwerpen uit de
geschiedenis van het gedistilleerd terecht te komen. Marianne
praat met Diana Wind van het Stedelijk Museum over deze
beheerlijke onzin. Marianne's standpunt is zo aandoenlijk van
eenvoud en wijsheid dat het probleem snel opgelost kan wor
den: 'We moeten alle voorwerpen op dezelfde manier regis
treren, zodat de totale gedistilleerd-collectie voor iedereen
toegankelijk is, en we moeten flexibel uitlenen, aan elkaar en
aan alle musea die aan normale bruikleenvoorwaarden kun
nen voldoen. Dat kan allemaal dankzij de computer.'
Zij vindt beschikbaarheid belangrijker dan bezit. Lachend:
'Een collectie geeft een museum misschien status, maar
ook zorgen.' De Gekroonde Brandersketel wil graag mee
werken aan de conservering en registratie van de drie collec
ties, die dan gerust mogen blijven waar ze zijn.
Van een actief en dus selectief verzamelbeleid is voor geen van
de drie collecties sprake. Dat betekent dat die alleen langs pas
sieve en dus willekeurige weg aan- en dichtslibben. Dat is nog
geen ramp voor representatieve deelcollecties als reclamemate
riaal en gereedschap, maar er zijn andere lacunes die opgevuld
moeten worden. Een echt verzamelbeleid is in aantocht.
Over samenwerking met andere musea praat Marianne de
Bruyn voorzichtig. Ze wil dat eerst De Gekroonde
Brandersketel goed functioneert. Het enige echt verwante
museum is dat in Hasselt. Marianne heeft contact met direc
teur Ann Vandeput. Beide dames willen in de toekomst samen
tentoonstellingen gaan maken dan wel uitwisselen, maar van
een inhoudelijke taakverdeling is voorlopig geen sprake.
Marianne: 'Het museum in Hasselt is een jenevermuseum en
De Gekroonde Brandersketel een gedistilleerdmuseum; dat is
veel breder. Bovendien heeft de nieuwe inrichting van het
museum in Hasselt vooral een sociaal- en cultuurhistorische
context en De Gekroonde Brandersketel een technisch-histo-
rische.' Maar niet alleen de inhoudelijke benadering verschilt,
ook de dagelijkse cultuur. Op de jaarlijkse Hasseltse jene
verfeesten spuit zelfs de stadsfontein jenever. De gedistilleerd-
branche en de gemeente Schiedam zijn weliswaar zeer liberaal
waar het het museum en deszelfs activiteiten betreft, maar ze
hanteren ook een alcoholische terughoudendheid die in oa
Belgisch Brabant ontbreekt. Marianne denkt dat voor een
taakverdeling de inhoudelijke verschillen en de ruimtelijke S
afstand voorlopig te groot zijn. Zij ziet meer in actieve samen-
werking met musea die zich in de eigen regio met verwante
onderwerpen bezighouden, zoals de Dubbelde Palmboom in 3o
Delfshaven, in het verleden ook een centrum van de branders-
industrie, en het Belastingmuseum in Rotterdam dat de
geschiedenis van de accijnzen en het illegale stoken in zijn
pakket heeft.
Jos Gunneweg vertelde in Musis van januari 1996 dat hij het
museum wilde laten functioneren als centrum voor onderzoek
naar de geschiedenis van het Nederlands gedistilleerd.
Marianne zou dat ook graag willen, maar vindt het beter
eerst te verbeteren en uit te bouwen wat er al is of wat in
wording is. Ook een eigen publicatiereeks zal zij in het
beleidsplan niet aankondigen. Iets anders is dat het museum bij
zijn tentoonstellingen wel catalogi wil publiceren, waarin de
resultaten van het onderzoek voor de tentoonstelling worden
vastgelegd.
Om het museum voor de millenniumwisseling goed op de
rails te hebben, moet het museum mét zijn vele mogelijkhe
den voor cultuurtoeristen en gedistilleerdhistorici bekender
zijn dan nu het geval is. Zonder marketing geen gericht muse
umbezoek, en dus moet ook de Gekroonde Brandersketel de
markt op. Daarbij speelt de branche een hoofdrol. Via de slij
ters in Nederland wordt hard gewerkt aan de naamsbekend
heid bij de twee belangrijkste doelgroepen. Maar ook de pers
kan volgens Marianne de Bruyn een positieve rol spelen. Zij
wil liefst aandacht in NRCHandelsblad, want 'museumbezoe
kers zijn vaak NRC-lezers'.
Daarvoor hebben we tegenwoordig de 'hype'. Bijvoorbeeld
één alinea in de beleidsnota met het plan om op alle hoeken
van de Schiedamse binnenstad kranen te plaatsen waaruit geen
water maar de eigen moutwijn van het museum komt, en het
museum haalt binnen 24 uur de voorpagina van
NRCHandelsblad!