Musis 16 grootschalige Noordzeevisserij in Europa. Vele honderden relatief grote schepen vis ten jaarlijks op ver weg gelegen visgronden en in havens als Vlaardingen en Maassluis bestond een ware visverwerkende export industrie. In Denemarken, Noorwegen en Engeland was dat niet het geval. De visse rij was er kleinschalig en er werd voorna melijk gevist voor een lokale markt. De veranderingen begonnen in Engeland. De komst van de spoorwegen maakte het vervoer van verse vis naar de snel groeien de industriesteden mogelijk. Vissers van de zuidkust trokken naar de Noordzee omdat zij daar dichter bij hun afzetgebied waren. Bovendien bleken de vangsten daar uitste kend. Dit legde de basis voor het ontstaan van de trawlvisserij die eerst goed van de grond kwam toen in de tachtiger jaren van de vorige eeuw de eerste stoomtraw lers in de vaart kwamen. Daar was veel geld voor nodig en grote visserijmaat schappijen, doorgaans Naamloze Vennootschappen, waren in staat dat kapi taal aan te trekken. Omstreeks 1890 visten Engelse trawlers al bij IJsland, in 1905 ver schenen de eerste in de Barentszee. Grimsby en Huil groeiden uit tot de twee grootste visserijhavens ter wereld. De vernieuwing van de Noordzeevisserij begon midden vorige eeuw in Engeland. Vissers van de zuidkust, vooral uit Brixham, trokken naar het Kanaal en de Noordzee. Ramsgate, Scarborough en later Grimsby en Hull, profiteerden van deze 'trek' naar het noorden. Het meest gebruikte schip was de zogenaamde 'smack', zoals de hier getoonde H. 1490 'Regalia'. (Foto: circa 1880, Town Docksmuseum Huil). Augustus 1914: de eerste wereldoorlog is uitgebroken en de Nederlandse haringvloot vlucht naar veilige havens. Hter liggen tientallen zeilloggers uit Scheveningen, Katwijk en Vlaardingen in de Koningin Wilhelminahaven te Vlaardingen nabij de visafslag. (Foto: Coll. Pot/Visserij museum)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1998 | | pagina 16