INLIJSTWERK
GERARD VAN
SOEST
Voor een in alle
opzichten
museale ver
zorging van uw
schilderijen,
grafiek en foto-
grafie
PAULUS POTTERSTRAAT
3117 XD SCHIEDAM
TELEFOON: 010 426 34 24
23 Musis
De artoteek biedt een venster op
(veelal jonge) hedendaagse kunst.
Noordhuizen is de man die de
momenteel in Boymans van
Beuningen geëxposeerde Max
Ernst prefereert, etsen van Zadkine aan
de muur wil en zich als een ware verza
melaar de luxe wil permitteren van een
Penck, een Basquiat, of Cucchi ot het
eigenzinnige talent van Bram van Velde.
Elke zondagmiddag van 2 tot 5 kunnen
belangstellenden overigens kennis
maken met de enkele honderden wer
ken die inmiddels behoren tot de col
lectie van Kunst+. Een topcollectie die
evenveel inspirerend onbekend werk
bevat als oorspronkelijke werken van
internationaal bekende namen. En daar
van zijn heel wat contacten, ook met
kunstliefhebbers die het geld niet zo
makkelijk los in de zak hebben, het
gevolg.
Zijn idealen van vroeger heeft hij ver
ruild voor de praktischer denkbeelden
van de ondernemer van vandaag. Zegt
hij. En daarin staat hij natuurlijk niet
alleen. Wie de personalia doorneemt van
het kader dat vandaag de dag de toplaag
van de maatschappij vormt komt heel
wat dissidente denkbeelden van gisteren
tegen. Om het woord revolutie maar
niet te noemen. Zeker in de culturele
sector.
Noordhuizen heeft zich in Vlaardingen
ook niet zomaar kunnen ontdoen van
zijn bekendheid als mede-actievoerder
ter linkerzijde. Daarvoor was Vlaardingen
aan het eind van de zestiger, zeventiger
jaren politiek en maatschappelijk ook te
bruisend en te actief. Want met het elan
dat een grote stad niet zou misstaan
waren in Vlaardingen nogal wat jongeren
actief als actievoerder, gedreven pamflet
tisten, alternatieve uitgevers, en geënga
geerd lokaal-politici. Vlaardingen
behoort ook met onder andere
Amsterdam toto de weinige steden waar
de bewegingen uit die tijd zich een
anker hebben verworven in de plaatselij
ke politiek.
Kunst nam in die roerige tijd een
belangrijke plaats in. Wie even de moei
te neemt om H.J.A. Holland's 'Een
teken aan de wand' nog eens door te
nemen, ervaart opnieuw dat tussen 1963
en 1983 met een enorme ijver is
gewerkt aan de verbetering van de
maatschappij. En dat op een wijze en
met een creativiteit die voor- en nadien
zijn gelijke niet heeft gehad. In deze
beweging waren de grenzen vaag. Want
wie zich rekende tot één van die vele
groeperingen die pleitten voor geweld
loze weerbaarheid, milieudefensie, ver
mindering van de automobiliteit,
gebruik van schone energie, de vrou
wenbeweging, de kraakbeweging, provo,
verbetering van het onderwijs, amnesty
international en de rechten van het
kind, bewoog zich in een wereld waarin
zich zonder onderscheid kunstenaars,
studenten, arbeiders, schoolfrikken, wel
zijnswerkers, ambtenaren en bijstand
trekkers mengden.
Vanuit die wereld was de overstap naar
de galerie klein. Ook voor Jos
Noordhuizen die in de Rijnmond tallo
ze contacten had opgedaan met kunste
naars. En zo waren er velen, die in de
garage of een ander deel van het huis
aan jonge en allengs bekende wordende
kunstenaars graag de ruimte en facilitei
ten beschikbaar stelden, alleen meestal
niet voor lang. Het runnen van een
galerie die betekenis wil hebben voor
kunstenaar en publiek vergt tijd, door
zettingsvermogen en inzicht. Plus een
gelukkige hand en enig incasseringsver
mogen. De overgrote meerderheid van
de tientallen galeries die in deze tijd in
Vlaardingen, Schiedam en Rotterdam
werden geopend wist het dan ook niet
te redden en helemaal niet toen de
kleurige, manifeste groep van kunsten
thousiasten van het eerste uur ver
schraalde, plaats maakte plaats voor kriti
scher en zuiniger beleggers.
Noorhuizen had toen de min of meer
succesvolle galerie Kunst+ aan de
Kromme Elleboog in Rotterdam geo
pend en herinnert zich hoe kunst lang
zaamaan van een overtuiging tot een
onderdeel van status en lifestyle werd.
De prijzen gingen omhoog, dat wel,
maar de frequentie van aankopen liep
echter terug, de risico's werden daarmee
groter en ook de kosten drukten zwaar.
Kunst+ in de Kromme Elleboog heeft
het maar enkele jaren uitgehouden en
werd precies gesloten op het moment
dat de eerste pogingen werden onder
nomen om de Witte de Withstraat te
transformeren tot de boulevard des arts
van tegenwoordig. Jammer, zegt hij nu,
juist omdat in de eerste helft van de
jaren tachtig de collectie op een steeds
hoger, nationaal en zelfs internationaal
niveau kwam. En omdat het werk van
de kunstenaars van het eerste uur
inmiddels erkenning had gekregen en
omdat een verzamelaar slechts verzame
laar blijft tot het moment dat hij een
mooier werk, een unieker exemplaar,
een zeldzamer voorwerp treft. Op dat
moment wordt hij verkoper die er veel
voor over heeft om juist die ene, nooit
gedachte kans binnen handbereik te
krijgen. Noordhuizen is in dit opzicht
geen uitzondering en heeft kans gezien
om zijn verzameling te laten groeien tot
een indrukwekkende lijst van respecta
bele namen in de hedendaagse kunst.
Hij heeft daarmee nog lang niet de
meest omvangrijke of spectaculaire par
ticuliere collectie opgebouwd in het
Rijnmondgebied en evenmin de meest
op de jonge kunst van vandaag gerichte.
Wel scoort hij hoog waar het gaat om
het bijeenbrengen van werk van kunste
naars die reeds een 'gewijde' plaats heb
ben verworven in de gevestigde musea.
En dat maakte hem als intermediair die
de mogelijkheid biedt om het kunst
werk eerste te lenen alvorens een aan
schaf te overwegen attractief. Want wat is
er nu aantrekkelijker dan zich te kunnen
oriënteren zonder de daarbij behorende
moeite en financiële risico's. Zadkine is
tegen een redelijke vergoeding te leen,
evenals Matta of nationaal en regionaal
bekende kunstenaars als Warffemius,
Gerritz ofWap.
De idealen waarmee Noordhuizen zijn
carrière begon zijn veranderd, de gedre
ven verzamelaar is daarentegen onver
minderd gebleven. Zegt hij. Hoewel dat
laatste zich toch wat lastig in overeen
stemming laat brengen, met een eerdere
- terloopse - opmerking dat interesse in
kunst en het hebben van geld geen don
der met elkaar te maken hebben en dat
het toch eeuwig zonde is, dat zoveel
moois in z'n collectie, niet door zoveel
meer mensen gezien kan worden.
Waarom hij elke zondagmiddag - braaf
als suppoost en educatief medewerker
van z'n eigen museum - belangstellen
den ontvangt op dat industrieterrein in
Vlaardingen. HVDS