1
125 Musis
vaart- ofFshore-servicehaven in het bre
dere Rotterdamse verband.
Toen ruim een eeuw geleden de
Koningin Wilhelminahaven gegraven
werd, waren daar jaren van discussie in
deVlaardingse raad aan voorafgegaan.
Men was het aanvankelijk met eens over
de plaats en grootte van de haven. Erg
slagvaardig was dat niet. Aan de andere
kant kan men constateren dat er veel en
inhoudelijk over Vlaardingen als haven
stad werd gepraat. Dat is vandaag de dag
zowel in Vlaardingen als Schiedam
anders. De havens vormen een 'interes
sant stedebouwkundig gebied' maar over
de verdere ontwikkeling en/of moder
nisering van de havenfunctie, wordt niet
gepraat. Sinds de Heidemij het stedelijk
wonen in het gebied rond het westelijk
deel van de KW-haven te Vlaardingen
heeft gepropageerd, is de discussie van
voor en tegenstanders niet van de lucht.
Op zichzelf interessant. De locatie in
kwestie heeft veel mogelijkheden en
vormt een boeiend stukje stad. Maar
waar blijft een soort discussie die
Rotterdam bijvoorbeeld wel heeft
gevoerd met betrekking tot de
Merwehaven? Deze werd tot voor kort
gezien als een verouderde haven zonder
veel toekomst op de noordoever van de
Nieuwe Maas; daar waar de 'Port of
Rotterdam' zich aan het terug trekken
is. Een heroriëntatie van ideeën leidde
echter tot de conclusie dat de haven
zich heel goed leent mits er voldoende
in geïnvesteerd wordt, om te ontwikke
len tot het fruitsap-district van
Rotterdam. Dat proces is inmiddels
volop gaande. Die manier van denken,
ongeacht de uitkomst ervan, is niet aan
de orde in Vlaardingen en Schiedam.
Wanneer het Gemeentelijk Havenbedrijf
Rotterdam nieuwe havenontwikkelin
gen voorstelt in de Vulcaanhaven, fun
geert Vlaardingen eerder als vertragende,
non maritieme factor, dan als actieve
havenstad, op zoek naar nieuwe moge
lijkheden in een verouderd gebied.
Wanneer publiek en politiek constateren
dat het rond de KW-haven maar een
rommeltje is, ontstaat er geen discussie
over de vraag hoe dat op te lossen met
behoud van maritiem-economische
potentie en werkgelegenheid, maar volgt
er een langdurig proces waarin mogelij
ke bewoning het hoofdthema is.
De ontwikkelingen in de afgelopen
twee decennia in de Schiedamse
Wilhelminahaven en deVlaardingse
KW-haven tot respectievelijk serviceha
ven en overslaghaven, kwamen tot stand
ondanks de afwezigheid van een actief
en samenhangend havenbeleid. Begin
tachtiger jaren begon Vlaardingen wak
ker te worden toen duidelijk werd dat
er in de KW-haven groeimogelijkheden
lagen voor kleinschalige overslag. Voor
het eerst sinds lange tijd investeerde de
stad in kaden en beschoeiingen. Dat
werd een succes. Deze haven staat sinds
dien te boek als typische kustvaarthaven
waarin twee nieuwe, voor Rotterdamse
begrippen kleine stuwadoors, Inraboat
en Hooymeijer, een aardige klandizie
hebben opgebouwd. Dit is echter een
incidentele aanpak geweest.
De invulling van het voormalige
Gustoterrein in Schiedam vormt een
fraaie illustratie van het gebrek aan
maritiem denken. Er verrees een keurig
bedrijvenparkje met tal van nieuwe
ondernemingen. Maar, had daar nu niet
anders in gestuurd kunnen worden?
Geen van deze bedrijven is gericht op
het water terwijl de locatie aan de rivier
en aan de kop van de Merwehaven toch
vraagt om een 'natte bestemming'.
Vlaardingen en Schiedam, zijn het nog
steeds havensteden? Wis en waarachtig
wel. Laat dat vooral zo blijven. Het
directe economische belang daarvan is
zonneklaar. Werkgelegenheid, uitstraling
naar midden- en kleinbedrijf, etc... Maar
in een medium als Musis moet ook
opgemerkt worden dat het culturele en
stedebouwkundige belang van het zijn
van havenstad van enorme invloed is.
Laat het maritieme denken in deze twee
steden in zoverre doordringen dat er
evenwicht komt in het beleid ten aan
zien van de waterkant. Een balans tussen
werken, lawaai maken, wonen en recreë
ren. Want is het niet toevallig dat juist in
deze jaren het begrip 'industrieel toeris
me' opgang doet? De aantrekkelijkheid
van de havens zit hem nu juist in het
feit dat deze zo dynamisch zijn. En
beetje meer dynamiek kunnen
Vlaardingen en Schiedam best wel
gebruiken.
Met dank aan:
dhr S. van Berge, havenmeester te
Vlaardingen, dhr. ing.A.J. Hertog, haven
meester te Schiedam en dhr. G. Vis, financieel
manager havendienst Schiedam.
0
rn
co