m
Roel A. Bosch
Musis 172
Uj
Cl
5
De ondergang van mensen in de
golven van de zee; de dood van
een hele groep tegelijk - zijn dat
geen weerzinwekkende taferelen?
Wat is het dan toch dat honderd
duizenden de tocht naar de bioscoop
ondernemen om de ondergang van de
Titanic te gaan aanschouwen, en willen
zien hoe zoveel honderden worden
meegesleept in het ijzige water? Of dat
in de Grote Kerken van Vlaardingen en
Dordrecht meer dan duizend toehoor
ders getuige willen zijn van de onder
gang van een heel Egyptisch leger, naar
de beschrijving van Georg Friedrich
Handel, vertolkt door het Kamerkoor
'Magister Cantat'?
De neiging om te willen huiveren (het
woord alleen al!) zit er blijkbaar in, in de
mensen. De spanning en emotie van
anderen voel je dan in je eigen buik, en
op de een of andere manier doet het
mensen goed om zo nu en dan die
ervaring te hebben. Een film met een
goede regisseur, en niet te vergeten ster
ke muziek, sleept de fantasie van mensen
mee. Zo zijn ze even een paar uur
ergens anders, ja, worden ze zelf iemand
anders.
Hoort zo'n ervaring bij onze moderne
tijd, de tijd van films en techniek? Nee,
de wil om je zo in een ander te ver
plaatsen is vast en zeker van alle tijden.
Vandaar de aantrekkingskracht van de
muziek. Vandaag de dag kan de film
zonder muziek niet bestaan; vroeger
moest je het doen met de muziek
alleen, zonder film. Voor een goed com
ponist een hele uitdaging: die gebruikt
alle muzikale kleuren die hij heeft, en
schildert zo de taferelen waarvan zijn
verhaal melding maakt. Hoe huivering
wekkend kan muziek dan gaan klinken!
tuint
Georg Friedrich Handel verstond bij
uitstek de kunst om teksten te verbeel
den met muziek. Het is geen toeval dat
het 'Halleluja'-slotkoor uit zijn 'Messiah'
nog steeds op allerlei draaitafels ligt, in
vele verschillende uitvoeringen: massieve
volle koren, of sobere kleine bezettingen,
vroom-statig of juist dansant-relativerend
uitgevoerd, soms zelfs in pop-ritme met
geheel nieuwe en gemoderniseerde ins-
trumentalisaties. Zo kennen velen nog
een van de eerste producties van Tom
Parker, de 'Young Messiah'. Sprekende
muziek dus, die van Handel. Dat merk je
des te beter wanneer het thema van de
voorstelling extra dramatisch is.
Wat leent zich beter voor een overmaat
aan dramatisch effect dan de bittere
strijd tussen de Joodse slaven en hun
Egyptische overheersers? De bijbel biedt
materiaal in overvloed. De ellende van
het huilend volk, dat klein gehouden
wordt; de tien plagen die vervolgens de
Egyptenaren treffen; de tocht door het
water heen naar de vrijheid, met de
dreiging van een achtervolgend leger in
de rug; de uiteindehjke vrijheid, en de
opluchting over de dood van al die
Egyptische soldaten; een loflied dat uit
drukking geeft aan de dankbaarheid om
een herkregen leven... dramatische
onderwerpen genoeg.
Zo kwam Handel ertoe een muziekstuk
te schrijven waarin deze bijbelse episo
de het verhaal zou vormen: het oratori
um 'Israel in Egypte'. Hij maakte er iets
heel bijzonders van. Hij gaf het verhaal
met aan een paar solisten in handen,
waarna hij het koor nog een paar refrei
nen zou laten zingen, maar koos zijn
positie midden in het volk. Het gaat
immers om de ervaringen van dat hele