Theater - Feenstra 5° cn 175 Musis 1 KALE VLAKTE Rob Kamphues sluit op 8 mei 1998 hetVlaardingse theatersei zoen af. In zijn tweede soloprogramma 1 Kale vlakte vraagt hij zich af hoe hij zijn leven verder moet invullen en maakt zich daarbij graag druk om schijnbaar onbelangrijke dingen. Met zijn eigenzinnige logica breit hij uiteenlopende opvattingen aan elkaar. Baby Benz of de autoraces zijn voor Kamphues een dankbaar onderwerp, maar ook een nummer over een dodelij ke ziekte krijgt lucht. Vroeger speelde hij met Hans Panlides en Hans Riemens in De (Morsige) Types. Op een gegeven moment besloot hij de solovoorstel ling Pikkie Noga's te maken en nu een tweede soloprogramma 1 Kale plakte. Ik heb met Pikkie Noga's eerst uit willen proberen hoe lang ik leuk ben in m'n eentje. Die voorstelling heb ik zonder regis seur in elkaar gezet en zo'n dertig keer gespeeld. Bij 1 Kale vlakte heb ik het anders aangepakt. Ik wilde graag Koos Terpstra als regisseur. Maar door zijn vertrek bij het ROtheater is dit niet doorgegaan. Kort voor de eerste try out moest ik op zoek naar een andere regisseur van hetzelfde kaliber. Dat was niet makkelijk. Ik had al veertig kantjes tekst toen Titus Tiel Groenestege de regie op zich nam. Ik ben niet zo snel tevreden over de dingen die ik maak. Ik gooi het materiaal weg of speel een computerspelletje om met aan het werk te hoeven zijn. En toch een nieuwe voorstelling. Ger Apeldoorn heeft mij praktische suggesties aangereikt. Hij heeft een kast vol video's met komische televisie fragmenten. Ik wist bijvoorbeeld niet hoe ik een scene op een bergtop in beeld moest brengen. Hij draagt dan een praktische oplossing aan. Zo van, kijk eens naar dat fragment. En ja, ik heb een enorme drang om iets te maken. Ik zoek telkens naar een nieuwe uitdaging. Zonder uitdaging leef je niet echt. En dan heb ik het niet over Angela Groothuizen. Maar aan de andere kant voel ik ook de druk van alles wat er bij een voorstelling komt kijken. Ik loop door het park en bedenk een aardige scène, maar tegelijkertijd ben ik bang bij het besef dat die grappen voor een groot publiek bedoeld zijn. Ik probeer mezelf te beschermen door te zeggen dat ik het voor mezelf doe. Een programma wordt één of twee jaar van tevoren ver kocht. Dat drukt op je. Het draait om geld, carrière en status. Als ik op vakantie ben, ben ik in staat daar afstand van te nemen. Waar maken we ons nu eigenlijk zo druk over? Hele polemieken tussen en over toneelcritici, dan denk ik, jongens, we hebben het over amusement. Maar ja, als ik dan terug ben van vakantie, doe ik ook weer mee in de golf van ijdelheid. Bij de voorstelling l Kale Vlakte sta je er alleen voor. Een soloprogramma heeft zo z'n voor- en nadelen. Een nadeel is datje niemand hebt om tegen aan te spelen. Een monoloog is natuurlijk doods. De tekst gaat pas leven als er reacties op komen. Nu komen er wel reacties uit de zaal, maar deze zijn niet altijd hetzelfde. Maar ik maak er wel gebruik van. Net doen alsof het publiek mijn woorden verkeerd begrijpt bij voorbeeld. In de voorstelling speel ik dat ik tijdens een barre tocht iemand achter moet laten in een modderpoel. Dan hoor je het publiek: ,,Oohhhh, dat kan niet." Dan doe ik net of ik die reactie verkeerd begrijp: ,,Ik moet alleen verder, dat is pas erg." De rol van regisseur Titus Tiel Groenestege Ik had een typetje verzonnen, een vrolijke oom die op verjaar dagsfeestjes altijd flauwe seksistische grapjes maakt. Ik had het zelf niet gedurfd, maar Titus suggereerde dat de oom aan het eind van de scène zijn polsen doorsnijdt. Ik dacht, dat doe ik niet, dat is meer iets voor Pierre Bokma. Maar uiteindelijk zit het in mijn programma, met muziek van Marco Borsato erbij. De kritieken. Bij Pikkie Noga's en i Kale vlakte is de kritiek niet zo enthousiast terwijl bij De Types juist een solocarrière werd gesugge reerd. Ja, daar heb ik mij erg over verbaasd. Ik vond dat hij nogal makkelijk afstand deed van zijn eerdere opvattingen. Dat bete kent in mijn ogen dat hij zich jarenlang heeft vergist in mijn capaciteiten óf erg opportunistisch te werk gaat. Kennelijk nemen recensenten zichzelf ook niet al te serieus. Ik ben de laatste tijd ongelooflijk veel beoordeeld. Drie artikelen over 1 Kale vlakte die nogal grof en oneerlijk op mij overkomen. Ik ben nu eindelijk geen struikje meer. En hoge bomen vangen veel wind. Ik moet zeggen dat ik na de première serieus over wogen heb te stoppen met dit programma, vanwege de kri tiek. Ik heb mijn impressario gebeld en gevraagd of hij mij soms aan het lijntje had gehouden. Harry Kiers werd kwaad op me. Hoe kon ik mij in het hoofd halen dat hij oneerlijk over mijn programma zou zijn? Hij vroeg mij of ik het zelf een mooi programma vond en stelde me gerust door de zeg gen dat ik het niet iedereen naar de zin kan maken. Ik heb dit jaar heel veel meegemaakt. Mijn oude buurman belde op een gegeven moment aan. Hij had zijn polsen door gesneden, maar kreeg spijt. Een vriend van mij heeft kanker. Je praat veel met elkaar. We spraken over de overlevingskansen en er ontstond een nummer over aanstellerij door kankerpatiën ten. Na afloop van een optreden in Deventer kwamen een moeder en dochter naar mij toe. Zij waren geraakt door dit nummer. De moeder vertelde dat ze door die ziekte elf jaar geleden een zoon had verloren en dat ze sindsdien niet met haar dochter over dit verlies had gesproken. Tijdens het num mer hadden ze samen hartelijk gelachen en dat had iets losge maakt. Dat zijn voor mij de mooie momenten. De naïeve optimist; een typetje, of karakter. Nou, naïeve optimist... Het is meer een naïeve enthousiaste ling. Er is wel veel venijn ingeslopen de laatste tijd. Ik maak me het liefst kwaad over iets waar je je in wezen niet druk om hoeft te maken. Dat komt wel in de buurt van mijn karakter. C/3 O co Co CD CD

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1998 | | pagina 175