1
li
en
51
Si
3
cn
De buitenwereld
dringt slechts binnen
via de krant en de
televisie, die een vast
lid van het gezin
geworden is. Met de
afstandsbediening
zapt men heen en
weer tussen sprookje
en reality
301 Musis
I IT METHEI
die middag verdronken was. Een aardige, stille jongen die altijd
naar de lucht tuurde, diepe dingen scheen te denken en dan
zuchtte. 'Een hersenbloeding,' hoorden we later. En weer op
een snikhete middag volgden wij in onze zondagse kleren de
kleine baar in een stoet over de Kerkweg naar het kerkhof bij
de Jacobuskerk. We wisten niet wat we tegen zijn bedroefde
ouders en zijn vele broers en zussen moesten zeggen, we
begrepen als protestantse jongens de rituelen en prevelemen
ten van de pastoor niet, maar ook wij mochten een schepje
aarde over zijn kist strooien. Diezelfde middag slenterden we
verveeld onder een onweerslucht naar het pomphuis midden
in de slibvlakte. In vissen of zwemmen hadden we voorlopig
geen zin. En gek, het was net of Kees gewoon met ons mee
liep, zo gewend als wij waren aan zijn zwijgen en stille gezel
schap. Toen ik ging beseffen dat hij er niet meer was, zag ik
hem weer bij zijn duivenhok in de achtertuin. Rammelend
met zijn voerblikje en fluitend naar wat hij vliegen had aan
eigen fok in de lucht boven Tuindorp, dat in het begin van de
jaren vijftig met de vaart en de galm van het Polygoonjournaal
was opgetrokken uit de revolutionaire ruwe betontegel. Daar
was ik op mijn zesde komen wonen. Vanuit een donker por
tiek in Schiedam-West waren we verhuisd naar een lichte een
gezinswoning met een tuinje voor, een tuin achter en een
douche met een 'lavet' dat een einde maakte aan het teilentijd
perk.
Ik heb er vijftien jaar gewoond, via een omweg werd ik
Vlaardinger. En zoveel jaar later fiets ik hier op een grijzige
zondag weer. Met een beklemd gevoel verdwaald in mijn
eigen herinnering.
Kethel lijkt op een spookstadje in een woestijn van nieuw
bouw en asfalt. De fietsenmakerij van Olsthoorn is nog een
rijwielhandel. Hier kocht ik van mijn spaargeld mijn witte
Puch, die net als Greetje, het meisje van mijn dromen, gestolen
zou worden. In de Textielhoek van Verspeek zit nu een kapsa
lon.Verder zijn bijna alle winkeltjes verdwenen of in woon
kamers veranderd. Het oude snoepwinkeltje van vrouw Hoe-
heette-zij-ook-alweer, de schoenmaker, kruidenierVan Leeuwen,
bakker De Lange. Het voormalige raadhuis van Kethel later
politieburo) herbergt nu een 'oudt hollandsch' restaurant.
Met het dorp het landschap en de horizon verdwenen van
lieverlede ook de dorpsfiguren en zonderlingen van weleer.
Kapper Piet Pluk en de keukenstoel met stoof waarop je als
jongetje bij hem geduldig moest zitten terwijl hij in een wolk
sigarenrook voor twee, later drie kwartjes je haar kort
Amerikaans opschoor. Jan Waterverf, altijd druk rondkarrend
in witte overall met een verfblik aan het stuur van zijn fiets.
Hannes de Ganzenmelker, een kinderlijk en erg achterdochtig
baasje dat in een klein polderhuisje het staat er nog) aan de
Kerklaan woonde, kippen hield en waker was in de bouw. En
de landloper Arij 'Bibeleba' Hoogenboezem, die eeuwig in zijn
dikke jas - pakje pruimtabak onder zijn pet- de weg naar
Vlaardinger Ambacht liep en dreigend zijn vuist balde wan
neer kinderen hem uitjouwden. Maar in wezen was hij
3D
I