Kethel ging als dorp driemaal onder zoals Jaap de Raat beschreef. De velden, hoven en gaarden van weleer zijn van beton geworden. Vals weerkaatst nog hun echo in straatnamen met een hoog geitenwol gehalte als Mieriksveld, Koolwitjehof en Frambozengaarde Musis 302 goedig en lachte hij vaak zijn brokkelige, bruingepruimde tanden bloot. Als kind zou hij lange tijd slechts hebben kunnen brabbelen, vandaar zijn bijnaam. Bijgelovige Kethelaars beweerden dat hij miljonair was en z'n fortuin bewaarde bij een zus in Ambacht. Wanneer hij in deze tijd geleefd zou hebben, zou hij zijn jaren waarschijnlijk gesleten hebben binnen de muren van een psychiatrische inrichting of misschien, door de veranderde psychiatrische inzichten en bezuinigingen, juist wel weer vrij rondlopen en snaaien uit een afvalbak, want de zwerver is terug. En dan was er nog maar reeds legende, de 'bozengeestenjager', een bedelaar met Duits accent die een sunlightkistje op vier wieltjes achter zich aantrok en met zijn door loden kogeltjes verzwaarde zweep bomen en landhekken strafte onder het uitstoten van 'afschuwelijken vloeken'. Men zei dat hij vocht met boze geesten; hij zou zijn vrouw vermoord hebben. Hoe het ook zij, zij hoorden net zo bij Kethel als de gereformeerde tekenaar Rien Poortvliet en de chroniqueur Jaap de Raat, die allebei een pad naar zich vernoemd kregen. Mijn oude school de Koningin Julianaschool, staat er nog net zo. Met de gymnastiekzaal en alle lokalen die ik doorliep. Alleen zagen de ramen van de lagere klassen toen uit op een boomgaard. Op zachte, stille herfstdagen kon je de appels en peren horen vallen in het gras. Ik herinner mij opeens weer het bezoek dat Onze Vorstin zou brengen aan Kethel. Urenlang stonden wij met ons rood-wit-blauwe vlaggetje langs de Schiedamseweg te wachten in de brandende zon, zingend 'Oranje Boven'.Totdat eindelijk achter het opgewaaide stof van de motorescorte een zwarte limousine

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1998 | | pagina 302