305 Musis Gemeten van beelden, of ze nu klein, groot of monumentaal zijn, hangt altijd nauw samen met de omgeving waarin deze beelden staan. Een bijzondere ervaring in dat opzicht was een bezoek aan de Hischhorn Gallery in Washington op het moment dat de beelden nog stonden zoals Hischhorn -begonnen als jongste bediende en overleden als multi-miljonair en belangrijke kunstverzamelaar - dat zelf gewild had: in een chronologische opstelling en in een letterlijke rondgang. Hischhorn was er namelijk van overtuigd dat de kunst er is voor alle mensen. En bovendien dat mensen alleen begrijpend naar kunst konden kijken als de verschillende voorwerpen werden getoond volgens hun natuurlijke ontwikkeling en in hun natuurlijke omgeving.Voor de kleine beelden had hij een cirkelvormige rondgang gedacht met voldoende daglicht en alle ruimte om de beelden van alle kanten te kunnen bekijken. De rondgang begon bij Daumier. Daumier kennen we feitelijk alleen als één van de belangrijkste spotprentenmakers uit de geschiedenis. Zijn kleine schilderijen en tekeningen waarin hij de Parijse beau monde op bezoek in het theater, in het museum en in haar eigen salons op de korrel neemt, zijn wereldberoemd.Vooral die welke hij in de eerste helft van de negentiende maakte voor het satirische weekblad La Caricature, waarin Daumier feitelijk de basis legde voor generaties van karikaturisten na hem. Daumier was ook een knap beeldhouwer en daarmee een goed gekozen begin van een rondgang die eindigde bij de surrealistische beelden van Magritte en Miro (overigens ook kunstenaars die net als Daumier vooral als schilders bekendheid genieten). Het licht, de zorgvuldige opstelling, de gekozen samenhang in de presentatie, dat alles droeg ertoe bij om het bezoek tot een belevenis te maken. In Nederland is tot dusver maar één museum dat steeds weer verrast door de bijzondere plaatsing van de beelden in hun omgeving: het in 1994 geopende Museum Beelden aan Zee in Scheveningen. In dit museum heeft het verzamelaarsechtpaar Scholten-Miltenburg zijn verzameling ondergebracht en organiseert keer op keer wonderbaarlijk mooie tentoonstellingen. Degeen die er nog aan twijfelde of Karei Appel echt een groot beeldhouwer is, werd door het echtpaar bij gelegenheid ook volledig uit de droom geholpen. De tentoonstelling van kleine plastieken van Willy Reppel in muziekmuseum van Ton Stolk in Vlaardingen, heeft opzettelijk niet die pretentie, die genoemde belangrijke verzamelaars dreef. Toch gebeurt daar in hoge mate hetzelfde. Juist de prachtig ingetogen beweeglijkheid en sierlijkheid wordt versterkt door de omgeving van muziekinstrumenten uit onze eigen historie en uit vreemde, ons soms onbekende culturen. Willy Reppel noemt zichzelf met enige graagte autodidact. Letterlijk mag dat misschien het geval zijn, maar na tientallen jaren van kunstenaarschap valt het vrijwel niet meer vol te houden dat een enkel iemand zichzelf en helemaal zichzelf heeft gevormd. Er komen invloeden bij door doen. Ook haar keuze voor brons als uitgangsmateriaal dankt ze aan het contact met andere kunstenaars waaronder Rien van Galen, die haar met dit bijzondere, bijzonder ambachtelijke en technisch veelvragende materiaal vertrouwd maakte. De kennismaking met brons leidde tot een overstap van haar vroegere werk naar een nieuw medium. Exposeerde zij tot een jaar of zes geleden nog voornamelijk textiele werken en kleine kunstwerkjes die ze 'Reppeltjes' noemde, na haar kennismaking met brons ontwikkelde ze een nieuwe beeldtaal waarin zeer ambachtelijke, broze en sierlijke vrouwenfiguren een hoofdrol spelen. Willy Reppel is geen moeilijke kunstenaar, in die zin dat haar BEELDEN UIT MUZIEK verhalen ingewikkeld of pretentieus zijn. Ze wil mooie dingen maken. Dingen waarvan ze zelf en andere mensen kunnen genieten. En ook daarin ligt een parallel met de opvattingen van de Amerikaanse verzamelaar Hischhorn. Die benaderde de presentatie van zijn collectie niet vanuit de kunstenaar, maar vanuit de kijker. En het mooie in het muziekmuseum van Ton Stolk is dat de entourage in dit museum de bedoelingen van Willy Reppel als een medestander onderstreept. HS.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1998 | | pagina 305