17 Musis
Zo ziet een stedelijke woestijn eruit: stukken van een
verroest hek, opgetaste stenen, een verweerde schutting,
versleten kabels, alles bemost en overwoekerd met
verschillende grassoorten. Een gebiedje waar nooit
iemand komt, met een in zichzelf gekeerde ecologie
van schimmels en onderdieren. De Schiedamse woestijn is
dertig meter lang, twee meter breed en ligt aan de Nieuwe
Haven, oostzijde, tegen het decor van een imposante gevel
met het opschrift Anno de Nederlanden 1851.
Het is de voorkant van het Algemeen Handelsentrepot,
hoewel de entree naast het kantoor zich van oudsher aan de
achterkant bevindt, adres Lange Nieuwstraat 107-109. De
binnenstraat van voor tot achter is zeventig meter lang en
voert langs vijf traveeën, waarin vroeger de niet ingeklaarde
goederen werden opgeslagen in afwachting van hun verdere
transport. Het interieur is bij velen onbekend en dat is zonde.
Gezandstraalde Schiedammers herinneren zich een
geheimzinnig, fascinerend handelspaleis, een combinatie van
pakhuis, zakkendragershuis en sprookjesland, magazijn van
1001 avonturen. Het Algemeen Handelsentrepot gaf een
doorsnee van de overslag via Schiedam. Het was een
gemeentelijke instelling met een autonome positie en de
douane was kind aan huis bij boekhouder-magazijnmeester
A.M. van der Wel. Het gebouw sloot ruim twintig jaar
geleden de deuren, maar is nog altijd eigendom van de
gemeente Schiedam. Alleen, de gemeente beseft niet wat een
rijkdom ze in handen heeft...
De ratten hebben er een lustoord, in en uit vliegende duiven
deponeren er hun drek en als ik een bonte knaagkever was,
dan wist ik het wel. Dan ging ik me te buiten aan de
smakelijke binten van het Handelsentrepot. Het verval is
ingezet. Nu kent verval een logaritmische snelheid: de eerste
jaren merkje niks, dan ineens is het niet bij te houden. Die
eerste jaren zijn in het entrepot voorbij. Om de neerwaartse
gang te stoppen moet nü worden ingegrepen. Dan kan het tij
nog gekeerd worden. Daarom zou de Schiedamse
gemeenteraad eens op excursie moeten naar de Kop van Zuid
in Rotterdam.Tussen de Stieltjesstraat en de Entrepothaven
bevindt zich een uitdaging: het gerestaureerde complex De
VijfWerelddeelen, waarin woningen, een multiculturele
supermarkt en café-restaurants gevestigd zijn. Een project met
allure. En niet omdat in de oude panden zulke royale
woningen zijn gerealiseerd. Dat is vaker gebeurd. In de kleine
vloedgolf van de industriële archeologie happen Yups in een
luxe ambiance hun oesters waar twee generaties de knechts
bezweet de ladingen kokendhete gebrande schelpen uit de
kalkovens kruidden. Precies zoals elders een trendy
reclamebureau z'n klanten ontvangt in de tot een prestigieuze
ruimte omgebouwde garage van een tot monument verklaard
benzinestation. Wat het knappe aan De VijfWerelddeelen is,
ligt 'm in de wijze waarop het industrieel karakter inplaats
van tot een speelse, maar niet langer ter zake doende fayade,
de wezenlijke natuur van het complex verklaart. De nog
altijd aanwezige kranen op de kaden, de walkanten met de
ijzeren ladders, de brede rails maken duidelijk welke loop de
geschiedenis hier heeft gehad. Bewoning als eerbewijs aan het
industrieel verleden. Geen rijkeluisgrap, al is duidelijk dat wie
hier wonen wil een ander idee van de 'slappe was' moet
hebben dan aan de andere zijde van de Oranjeboomstraat,
waar maar al te goed zichtbaar is hoe besparing op renovatie
onverbiddelijk tot reverpaupering leidt. Nee..., zorgvuldig is
bekeken hoe binnen de ethnische samenstelling van een
bestaande buurt, een restauratieproject kon worden uitgevoerd m
waarin een inkomensgroep van minstens driemaal modaal
gehuisvest wil worden boven een multiculturele supermarkt
met een publiek van Paramaribo tot Cappadocië. Wie zulke q
voorbeelden ziet, hoe pakhuizen gered kunnen worden van
de ondergang, keert optimistisch huiswaarts. Wie gezien heeft
~o
O
CD
CQ