55 Musis Vlaardingen vraagt daarom om een andere aanpak dan bijvoorbeeld de Hoogstraat in Schiedam. Een voorbeeld? Het ziet ernaar uit dat de Lange Haven in Schiedam een aardige mix gaat vertonen van binnenstedelijke functies, wat de attractiviteit van de Lange Haven ten goede komt. Het is vooral te danken aan kunstenaars en kunsthandelaars, die voor de vernieuwing zorgen. En nu we de bedreigingen en kansrijke ontwikkelingen in de centra van Vlaardingen en Schiedam globaal in beeld hebben, is het tijd om de visie van Marcel Warmenhoven te introduceren, want zijn idee past hier wonderwel in. Op een receptie in Pand Paulus, een geinige expositieruimte aan de Korte Haven in Schiedam, maakte Peter Hellemons me attent op de zienswijze van van Warmenhoven en deze lichtte het zelf toe. Het idee is subliem in zijn eenvoud. De neerwaartse spiraal op de Hoogstraat in Schiedam moet niet betreurd, maar uitgebuit worden. Wat algemeen als groot nadeel wordt beschouwd, moeten we leren zien als voordeel. Er zitten in het staartstuk van de Hoogstraat wat dumpzaken, sjofele winkels in tweedehands spulletjes, achenebbisj handel. Dat schijnt een bedreiging te zijn. Maar zie het als kans. Marcel Warmenhoven noemt de Marollen in Brussel als inspiratiebron. Deze verpauperde stadsvernieuwingswijk, aan de voet van het statige en imponerende paleis van justitie, kent een fantastische rommelcultuur die zijn weerga niet kent en waar duizenden mensen uit stad en land op afkomen. Het is in de loop der tijd zo ontstaan. De eerste dumpzaken zullen bij de toenmalige bewoners ook niet populair zijn geweest. Tot ze merkten wat een economische potentie deze subcultuur heeft. De branchering is net zo gevarieerd als in andere winkelcentra. Een sfeer, een informeel circuit, zoals je destijds zag in de Hallen van Parijs. Meubelen, huishoudelijke apparatuur, boeken, gebruikte video's, fietsen, speelgoed, kleding, alles in ruime mate aanwezig, voor een doelgroep die het niet breed heeft. Warmenhoven wijst op Schiedam. Ook hier grote bevolkingsgroepen die qua inkomen op een minimumniveau zitten. Kansarme bewoners, waar werkloosheid als het ware van de ene generatie op de andere wordt overgedragen. Het antwoord van het gemeentebestuur is, zoals overal in vergelijkbare steden, dat de gemiddelde koopkracht omhoog moet en dat er duurdere woningen moeten worden gebouwd om modale en bovenmodale inkomens naar Schiedam te trekken. Voor het behoud van winkel-, welzijns- en onderwijsvoorzieningen is dat niet verkeerd, maar de arme bevolkingsgroepen worden er geen cent wijzer van. In de Marollen kun je echter zien dat zogenaamd kansarme groepen hun weg vonden in de opbouw van een uiterst toegankelijke markt, als consumenten en als ondernemers. Je kunt de Marollen typeren als een wijk waar de mensen zichzelf bedruipen op een zo prikkelende manier, dat er grote belangstelling voor ontstaat, waarin feite heel Brussel wel bij vaart. Want al benadert de aantrekkingskracht van de Marollen nog niet die van de Antwerpse Vogeltjesmarkt, de wijk trekt talloze bezoekers naar Brussel. Waarom zou Schiedam niet inzetten op deze kwaliteit? Het zou zonde zijn als valse schaamte het stadsbestuur en het Centrummanagement ervan weerhoudt op een lower class-economie af te stevenen. Het zal inderdaad even wennen zijn. Doorgaans wil een winkelcentrum zich als trendy en modern afficheren. Het Marollen- concept past daar niet in, althans, dat kan de eerste reactie zijn. Maar luxe en armoe sluiten elkaar niet uit. Het ene deel van de Schiedamse binnenstad kan zich richten op de sjiekere zaken, het 'kansarme' deel kan ruimte bieden aan wat er karakteristiek voortreffelijk bij past. Laten we trouwens niet doen alsof Schiedam een centrumfunctie heeft voor de upper ten. Dan had de Nieuwe Passage er beslist weldadiger uitgezien, met een marmeren vloer en balustrades van bladgoud. Dat is uitgebleven, omdat de nieuwe Passage wel de Schiedamse Passage is: dus van een stad met vele inwoners op het bestaansminimum. Wat past in zo'n stad beter dan een soort Marollen? Vlaardingers, opgelet! Want die stimulerende theorie van Marcel Warmenhoven gaat zeker ook op voor dat deel van Vlaardingen-Centrum, dat zich uitrekt in een brede zone langs de Oude Haven, de Hoogstraat inbegrepen. En het is de vraag of het achterland van Vlaardingen en Schiedam groot genoeg is om twee Marollen te stichten, in beide steden één. Het is waarschijnlijk dat die stad wint, die er ruim baan aan geeft. Aarzelen beide gemeentebesturen, dan loopt er straks een wijk mee weg. Kethel. Of Ambacht. Of de Gorzen. Daar zijn de stadscentra slechts indirect bij gebaat. Het kan directer. De Marollen: een gat in de markt. Met een ander gat in de Markt begon dit artikel. Zo veel hebben ruimtelijke ordening, economie, cultuur en armoedebestrijding wel met elkaar te maken.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1999 | | pagina 55