Hans van der Sloot
De jaren '45-'50 vormen min of meer de
blinde vlek in onze vaderlandse geschiedenis.
Nederland herstelde zich van de oorlog, maar
nog voordat het puin geruimd was, zelfs nog
voordat de balans was opgemaakt, bevrijdde
Indonesië zich van de koloniale banden in een
gewapend conflict waarvan pas nu de ernst en
omvang duidelijker worden. Direct daarna namen
Nederlandse militairen deel aan de bescherming
van Korea tegen het bolsjewisme en nam de
koude oorlog een aanvang. Het waren jaren van
schaarste en onzekerheid en achteraf zeker geen tot de verbeelding van
uitgevers sprekende periode voor leuke uitgaven zoals latere decennia.
Integendeel, de solidariteit en hoge verwachtingen waarmee naar de bevrijding
was uitgezien, leidden voorlopig slechts tot teleurstelling. De materiële schade
beliep ongeveer 15 miljard gulden, drieentachtigduizend huizen waren
verwoest en de voorlopige woningbehoefte werd op een half miljoen geschat.
Het optreden van het noodkabinet Schermerhorn-Drees met een noodparlement
bestaande uit vroegere kamerleden, aangevuld met verzetsmensen moest
proberen enigszins orde op zaken te stellen, de geldzuivering werd door
Lieftinck krachtdadig doorgevoerd en Nederland kreeg te maken met de
bijzondere rechtspleging en een dagelijks bestuur door het Militair gezag.
Anderhalf jaar na de oorlog hield Nederland voor het eerst verkiezingen met als eerste
belangrijke stap een kleine grondwetswijziging die het overigens mogelijk maakte om
dienstplichtigen ook tegen hun wil naar de overzeese gebiedsdelen te zenden. Arbeidsonrust en
werkloosheid brachten daarbij de wederopbouw in gevaar hoewel de nood zo hoog was gestegen
dat de vrijheid van woningkeuze en huisvesting in het westen van het land geheel buiten werking
werd gesteld. Met behulp van prijzenbeschikkingen en subsidiëring van de productie van
consumptiegoederen kon de economie in wankel evenwicht worden gehouden. Levensmiddelen,
papier, brandstoffen en tal van andere levensbehoeften bleven echter op de bon. De rantsoenering
zou pas in 1950 worden opgeheven met het overbodig verklaren van de distributiestamkaart. Voor
koloniale waren als koffie, thee en chocolade zou het nog twee jaar duren voordat deze weer vrij
verkrijgbaar waren. Het waren grijze jaren waarin de economische problemen ook de ontwikkeling
van het culturele klimaat in de weg stonden.
Musis 120