Harm Jan Luth Musis 126 met dank aan MatthijsA. Struijs en M. Peter Zuydgeest. ELF MAAL DE ACHTTI1 De meeste archiefdiensten in Nederland hebben zich in de loop van de tijd niet beperkt tot het beheren van de voor hun stad of dorp rele vante archieven. Wie de almanak van het Nederlandse Archiefwezen erop naslaat, ziet dat bijna alle archieven bovendien een z.g. Topografisch-Historische Atlas hebben. Ook in Vlaardingen is dat sinds 16 maart 1911 het geval Toen schonk de in Vlaardingen geboren, maar in Dordrecht woonachtige, mr. Simon van Gijn (1836-1922) zijn collectie van 15 Vlaardingse prenten en tekeningen aan de gemeente Vlaardingen. Nog steeds vormt deze schenking de ruggengraat van de Vlaardingse Topografisch- Historische Atlas, die inmiddels behalve vele gravures, prenten en teke ningen, ruim 25.000foto's en ca. 400 kaarten en plattegronden bevat. Het belang van dergelijke collecties is moeilijk te overschatten. Historische publicaties over Vlaardingen (in hoek, tijdschrift en krant) en exposities, worden vrijwel zonder uitzondering verlucht, respectieve lijk ingericht met afbeeldingen uit de Vlaardingense atlas. Zij vormen met de nog resterende oude bebouwing en de archeologische vondsten het visuele geheugen van de stad. Hoewel deze verzameling regelmatig door schenkingen en bescheiden aankopen wordt uitgebreid, was er 8 april jl. sprake van een bijzonder moment. Liefst elf 18e-eemvse tekeningen van een hoge artistieke kwaliteit, die Vlaardingen tot ondenverp hebben of daarmee verband houden, wisselden op die dag van eigenaar. Het Gemeentearchief Delft had ze al vele decennia in zijn collectie omdat zijn verzamelgebied zich vanoudsher uitstrekte tot heel Delfland. Vanuit het Vlaardingse Stadsarchief is in het verleden een aantal pogingen ondernomen om ze te verwerven, maar de toenmalige Delftse gemeentearchivaris was niet te vermurwen Eind vorig jaar kwamen zijn opvolger en de stadsarchivaris van Vlaardingen overeen dat dit beeldmateriaal toch beter op zijn plaats zou zijn in het Vlaardingse. Hierbij stond voorop dat de tekeningen in een openbare collectie moesten blijven, zodat raadpleging door het publiek niet in gevaar zou komen. Nadat de gemeenteraad van Delft- toestemming had gegeven voor de verkoop en bovendien had bepaald dat het Gemeentearchief Delft de opbrengst mocht aanwenden voor het uitbreiden van de eigen Atlas, kon de transactie doorgaan. Van de tekeningen, die in uitstekende staat verkeren, hebben negen betrekking op de Waardingse haven en op visserij- en andere scheep vaartactiviteiten. Ze zijn een buitengewoon welkome aanvulling op het al aanwezige 18e-eeuwse materiaal. Vermeldenswaard is het feit dat vier potlood- en pentekeningen van de hand zijn van Gerrit. Groenewegen of aan hem worden toegeschreven. Deze belangrijke Rotterdamse kunstenaar, die leefde van 1754 tot 1826, trouwde in 1193 met een l^aardings meisje, Neeltje Westerdijk. Groenewegen moest door een bedrijfsongeval één van zijn beide benen missen, maar zijn handen functioneerden voortreffelijk. Zijn tekeningen die zonder uitzondering van hoge kwaliteit zijn, hebben -omdat hij zich moeilijk kon verplaatsen- bijna alle Rotterdam tot onderwerp, maar soms was hij buiten Rotterdam te vinden, zo ook in de geboortestad van zijn vrouw. Vlaardingen verkeert nu in goed gezelschap, want de andere eigenaren van het grootste deel van de enkele honderden bekende Groeneivegen's zijn het Museum Boymans-van Beuningen, het Maritiem Museum Prins Hendrik, het Rotterdams Gemeentearchief, het Rijksprentenkabinet, Het Visserijmuseum en het Nederlands Historisch Scheepvaart Museum. De tekeningen, die mede door een dotatie van het VSB Fonds Schiedam Vlaardingen konden worden gekocht, worden van 13 april t/m 1 oktober 1999 geëxposeerd in het Stadsarchief, Plein Emaus 5, Vlaardingen. Openingstijden: dinsdag t/m vrijdag van 9.00-12.30 en 13.30-17.00 uur. GERRIT GROENEWEGEN (1754-1826) Potlood, pen en bruine inkt, grijs en deels rood gewassen, watermerk S. Wise Patch, 361 x 498 mm. Twee visit oekers voor de rede van Vlaardingen. Links het lichtbaken, met een twintigtal mensen op het westerhoofd, rechtsvoor een z.g. beurtvaardertje, op de achtergrond 'molenstad' Schiedam. De Vlaardingse hoeker vaart duide lijk onder de vlag van een Duits vorstendom, waardoor de tekening zich in eerste instantie tus sen 1795 (Bataafse Republiek) en 1813 (Koninkrijk der Nederlanden) laat dateren. Men nam in die periode zijn toe vlucht tot dit soort manoeuvres om kapmg op zee door de vij andige Engelse Marine te voorkomen. Maar omdat er tussen 1810 en 1813, mede als gevolg van het Continentaal Stelsel (1806), ook in Vlaardingen nauwelijks sprake was van inkomen de en vertrekkende haringschepen, gaan we hier uit van de periode 1795-1810. GERRIT GROENEWEGEN (1754-1826) Potlood, pen en bruine inkt, grijs gewassen, watermerk J. Honig Zonen, 331 x 515 mm. Bedrijvigheid in een vissersstad, met in het midden een haringbuis, herkenbaar aan het karakteristieke hakkebord, en links een koopvaar dijschip. Vóór wordt een sloep met vaten geladen of gelost. Dat de vaten leeg zijn blijkt uit de manier waarop ze worden opgetild; voor volle vaten werd een takel gebruikt. Rechtsvoor is een nettenboet- ster bezig met het repareren van een net en naast haar slaat een kuiper een vat dicht. Rechtsachter zien we een vleet en een wantwagen en in het midden achteraan het lichtbaken op het havenhoofd. Op de kade houdt een reder-koopman een oogje in het zeil. Uiterst rechts tenslotte staan twee jonen die bij de haringvisserij als nettendrijvers werden gebruikt tegen een zij muur en ook bij de boetster ligt er nog één. Deze tekening stond bij het Delfts Gemeentearchief te boek als "De haven van Vlaardingen, etc.", maar bij het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie in 's-Gravenhage als "onbekend". Het is evident dat hier sprake is van een compositie, omdat allerlei interessante bezigheden gelijktijdig zijn vastgelegd (een boetster zat bijvoorbeeld nooit zo alleen aan de havenkant net ten te repareren). Hoewel er diverse 'Vlaardingse aanwijzingen' zijn, zijn er teveel opmerkelijke afwijkingen om met zekerheid te constateren dat dit een realistische weergave is van de Vlaardingse Westhavenkade rond 1800. Maar gezien het feit dat er (1) geen alternatieven voorhanden zijn, (2) Groenewegen zich vanwege zijn lichamelijke handicap meestal in en rond Rotterdam ophield, (3) Vlaardingen de vissersstad bij uitstek was en (4) er ook 'Vlaardingse' aanwijzingen zijn, heeft het er alles van dat Groenewegen het bedrijvige tafereel bij het ver kooplokaal ter hoogte van de Rijkestraat in de geboortestad van zijn vrouw als inspiratiebron heeft genomen voor deze 'visserij compositie'.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1999 | | pagina 126