door Cees Straus 'm Musis 250 Uj Q I C) ca Het had wel wat van een Rijnmonds, zo men wil Rotterdams onderonsje. De Mondriaanstichting, belast met de uitzending van een Nederlandse kunstenaar naar de Biennale van Venetië delegeert elke twee jaar die keuze naar een Nederlands museum voor moderne kunst. Dit keer was het Rotterdamse Museum BoijmansVan Beuningen aan de beurt, dat in de persoon van hoofdconservator Karei Schampers voor de in Rotterdam geboren, maar in Schiedam woonachtige kunstenaar Daan van Golden koos. 'Willen jullie allemaal een jonge kunstenaar kiezen, en het liefst een vrouw' had Biennale- organisator Harald Szeemann nog zo gevraagd aan de diverse landen- commissarissen die eens in de twee jaar zoals hij ook zelf zei, niet zo veel mee te maken. Jonge kunstenaars zijn er in de afgelopen jaren zo vaak in het Nederlandse paviljoen in de Giardini di Castello, zoals het museumpark in Venetie heet, te zien geweest. Denk maar aan het duo Oorebeek en Mik in 1997, aan het trio Dumas,Van Warmerdam en Roosen in 1995 en aan Rob Scholte, Niek Kemps en Henk Visch in de periode daarvoor. Je moet wel heel ver teruggaan om een Nederlander te vinden in dit nog door Rietveld gebouwde paviljoen die destijds in eigen land een lange staat van dienst had en het dus verdiende om bij een buitenlands publiek om door te breken. In de jaren '80 waren dat bijvoorbeeld Armando en ook Ger van Elk en Reinier Lucassen. De keus voor de thans 63-jarige Van Golden lijkt dan ook verdacht veel op een inhaalpoging om de binnenkort bejaarde, maar gelukkig niet bedaagde kunstenaar eindelijk de roem te verschaffen die hem kennelijk toekomt. Want Van Golden mag dan in de Rijnmond en omstreken een zekere faam bezitten, in veel buitenlanden is hij niet bekend. Je krijgt het idee dat het voor hem zelf ook helemaal niet hoeft: Van Golden is de laatste om over zijn werk te spreken. Tekenend was het beeld dat hij op de allereerste persdag nog voor de officiële opening van de 48ste Biennale van Venetië opriep: beducht voor de vele fotografen die hem graag wilden portretteren en nog benauwder voor het spervuur van vragen van nieuwsgierigen die het hoe en waarom van zijn schilderijen wilden weten, sloeg hij langdurig beide handen voor zijn ogen, alsof hij op die manier van alle belangstelling af kon geraken. Beter had hij zich dan ook kunnen vermannen om tenminste uit te leggen waarom Nederland hier werk het zien dat in de meeste gevallen een gedateerde indruk maakte. Want de oudste schilderijen in .V ■■■Éi 1 Biennale Venetia 2 Red Square, 1964 3. Sex Pistols, 1979 4.New Delhi, 1991 hun paviljoen met het werk van een nationale held mogen invullen. Szeemanns smeekbede had overigens niet op een beter moment kunnen komen, want er is overal en zeker ook in Nederland veel jeugdig talent voor handen dat het verdient zijn kunstjes voor een breed, internationaal pubhek te presenteren. Maar daar had Schampers, het Nederlandse paviljoen dat nog het hele najaar geopend zal zijn, zijn in het begin van de jaren '60 gemaakt. En enig nieuw werk hangt er al evenmin: de meeste doeken, inclusiefVan Goldens veelgeprezen zakdoek-doeken zijn vele jaren oud. Het was in feite een genante vertoning om hier een niet onverdienstelijk kunstenaar te zien opgebaard: alsof hij al met schilderen is gestopt en nog een keer op zijn oeuvre terugkijkt, zo werd hier een schilder geëerd als een politicus die na zijn dood in een mausoleum wordt bijgezet. Nou, zal een deel van het pubhek zeggen, Van Golden heeft de laatste tijd toch niet stilgezeten, we weten bijvoorbeeld van het fotoproject rond zijn dochter, dat

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1999 | | pagina 250