251 Musis
Nederlandse Biennale-bezoekers. Die
kennen het werk van haver tot gort,
zullen we maar zeggen, want aan alle
tentoonstellingen die Van Golden in
Nederland heeft gehad, wordt in de
catalogus ruimschoots eer gegeven. Van
Golden hangt hier te kijk voor die
ontelbare toeristen die nieuwsgierig naar
wat een klein land als Nederland
voortbrengt op het gebied van de
jongste kunst komen kijken. Ze hebben
op hetzelfde rijtje ook al de Spaanse
inzending kunnen zien, de Belgen (die
de directe buur zijn van het
Nederlandse paviljoen) en doen
waarschijnlijk in een adem ook nog het
naburige IJsland en het Italiaanse
paviljoen aan (waar trouwens de
hoofdtentoonstelling 'Apertutto' van
Szeemann himself is te zien), zodat er in
de directe omgeving aantrekkelijk
vergelijkingsmateriaal is te vinden.
Te waarderen valt het dat Nederland
met een onvervalste schilder naar buiten
treedt. Het schilderen is immers
helemaal terug van weggeweest, zie de
vele Chinezen die eerder in Nederland
te zien waren en nu hun opwachting in
de categorie jong talent mogen maken.
Van Golden is een pur sang schilder -
dat hij knullig fotografeert, maakt zijn
doeken er onbewust nog beter op - die
in de jaren '60 en '70 zaken van
wezensbelang te vertellen had. En eerlijk
gezegd zijn zijn onderzoeken naar de
werkelijke aard van het foto-realisme
(het geschilderde portret naar een grove
zwart-wit foto van pianist Fats
Domino), zijn hommages aan de
meesters van de schilderskunst (de uit
het begin van de jaren '80 daterende
blauwe parkiet van Matisse) nog altijd
het aanzien waard. Maar echt spannend,
verrassend, innemend of hoe je maar
mag noemen, is dit werk van Van
Golden natuurlijk allang niet meer.
Daarvoor had hij waarschijnlijk meer
moeite moeten doen. Al was het alleen
maar om tenminste een kwart van de
zoals bekend ook eerder is geëxposeerd.
Maar niet in Venetië is het verwijt dat
Van Golden dan gemaakt mag worden.
Zelf liet hij weten dat hij de kleine
presentatie (twintig schilderijen,
verspreid over een periode van 35 jaar,
dat is voorwaar een prestatie) met heel
veel zorg had opgehangen en vaak
wakker had gelegen over de vraag of
een bepaald schilderij niet wat hoger
tegen de muur had moeten hangen dan
hij oorspronkelijk van plan was. Want
dat was ook een punt van kritiek: er is
zo weinig overtuigends te zien daar in
het Rietveld-paviljoen datje alleen al
daarom teleurgesteld wegloopt.
Je kunt stellen dat deze tentoonstelling
er niet in de eerste plaats is voor de
ruimte voor nieuw werk te gebruiken.
Dan had het pubhek misschien het idee
gekregen dat die oude Nederlandse
meester nog altijd een vitale baas is die
niet stil kan zitten om de eenvoudige
reden dat hij nog veel te vertellen heeft.
Het Nederlandse paviljoen op
de 48ste Biennale vanVenetie blijft tot
7 november geopend.