basisschoolleerling als een vervalsing worden geïdentificeerd. Dat komt doordat het huidige perspectief weer andere blinde vlekken en andere uitvergrotingen kent. Ergo, het gebruik van een beeldtaal uit het verleden leidt onvermijdelijk tot gemankeerde imitaties. Ik voor mijzelf heb nog de (wellicht ijdele) hoop niet helemaal opgegeven, dat al het geploeter van het mensenras op deze aardbol uiteindelijk nog tot een ontwikkeling leidt. Ik kan me daarom mateloos ergeren aan al die mensen die beweren dat het vroeger zoveel beter was. Dat geldt zeker als ze ook nog gaan proberen om bij voorbaat mislukte imitaties aan mij op te dringen. Respect voor en gebruik maken van wat de geschiedenis ons leert is prima, maar onbegrepen daarop teruggrijpen in een drang naar gezelligheid en een behoefte aan 'leuke dingen voor de mens' is wat mij betreft een forse stap terug. Het ware nog enigszins te verteren geweest, als al die ontwerpers van de Nostalgia's nog een klein beetje konden beschikken over het vakmanschap van de voorvaderen die ze na-apen. Want wat bij al die klinkertjes, waar je in Nederland ook komt, steeds opvalt, is dat ze allemaal kapot gaan. Er springen stukken af en sommige breken in tweeën of drieën. Die betonklinkers hadden vellingkantjes, je weet wel, Verder een partij ondeskundig bewerkte en tegen het leger geplaatste hardsteen waar je eng van wordt. Open brandlagen staan te wachten op de eerste de beste vorstschadewinter, waarna het merendeel van de banden in stukken uiteen zal vallen. De machine waarmee een frijnslag in het materiaal werd geïmiteerd moet tot op de draad versleten zijn geweest: zo slecht en ongelijkmatig heb ik het nog nooit gezien. Geschuurde vlakken kenmerken zich door de ronde halen van de schuurschijf (en dat is voor een vakman not-done). Bovendien is zo te zien voor het hele project maar één schuurschijf gebruikt. De afwerking varieert van 'normaal slordig' tot 'uitermate miserabel' (met de duidelijk zichtbare krassen van een volledig opgebruikte schuurschijf).Verder zie je daar bestratingvlakken die niet zijn opgesloten en waarvan de klinkertjes nu al het grasveld in beginnen te wandelen. Waar elke betonrand vroeger jongen van verkeer die de ruimte vol zet met een woud aan vluchtheuveltjes, parkeerautomaten en meters, drempels, palen en borden. Het is schier onmogelijk om een lantarenpaal te vinden waaraan niet ten minste één straatnaam- en/of verkeersbord is vastgeschroefd. Op de laatste kale palen plakt een buurbewoner een mededeling over een Abraham of weggelopen kat, waarna een reclamebureau er een driehoekbord omheen zet. Wat er nog aan ruimte overblijft, voor zover die niet voor het blus- en redvoertuig van de brandweer open moet blijven, wordt benut voor het parkeren van ons blik of het plaatsen van een boom (ook zo gezellig)Zelfs het grootstedelijk vormgegeven Liesveldviaduct is met de mentaliteit van een kruidenier tot op de laatste vierkante meter waar dat mogelijk was voorzien van parkeerplaatsjes! En dan zwijg ik nog maar over de kastjes van de nuts- en kabelbedrijven, de vaste reclameborden, de illegaal geplaatste wegwijzers naar bedrijven en evenementen en (last but not least) de 'geveltuintjes'. Die laatste hebben tenminste nog het nut dat ze het zwerfvuil enigszins vergaren. En breek me vooral de bek niet open over het verschijnsel vuilcontainers: die oerlelijke gewassen betonnen kolossen die overal (en altijd scheef geplaatst) verlokken tot het dumpen van ETTANTENSTRAAT afschuinde hoeken. Daardoor ontstaan er, als er een vrachtwagen over de klinkers rijdt, geen randspanningen en blijven de klinkers heel. Een halfjaar mechanica op een technische school is voldoende om dit effect te begrijpen. Als je ook nog wat van de inwendige structuur van een baksteen weet (die is namelijk niet homogeen), zul je onmiddellijk beamen dat elke randdebiel met enig besef van mechanica en materiaalkunde al die kapotte stenen voorafhad kunnen voorspellen! Laatst, op weg naar zijn kantoor aan de Gabriël Metsustraat. leidde de wandeling met een collega in onze mooie hoofdstad over het Museumplein. Ook daar de klinkertjes. met een eenvoudige doch effectieve hol en dol-verbinding in zijn broertje greep zijn de hardsteenbanden hier koud tegen elkaar geplaatst. De raakvlakken (die bovendien in bochten niet eens zijn verdreven) wisselen al bij oplevering. Over een paar jaar ziet het er ongetwijfeld nog veel droeviger uit. Het ergst is nog de diagonale (licht)lijn, die iedereen als wandelpad gebruikt. Het ding is zo smal dat het gras ter weerszijden daarvan nu al behoorlijk is geplet en binnenkort in een modderpoel zal veranderen. Men mag op goede gronden vrezen dat het met onze buitenruimten nooit meer goed kan komen. Niet alleen laten we toe dat dilettanten de bestrating verzorgen, vervolgens komt er een afgedankte bankstellen en half gesloopte bromfietsen. Ik stel daarom voor de plaatselijke politie te voorzien van een Leopardtank, waarmee ze 's avonds over de trottoirs van (bijvoorbeeld) de Groen van Prinstererstraat kunnen rijden. Ontstaat er eindelijk weer wat ruimte voor voetgangers. Want hoeveel parkeerplaatsen je ook aan zult leggen, het zijn er blijkbaar nooit genoeg. Zijn we gelijk ook gedwongen om degelijke materialen in de openbare ruimte toe te passen..

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1999 | | pagina 313