Het hek scheidt de Lange Nieuwstraat van het Hofje van Sjoer, dat tot begin jaren negentig een onvervalste bouwval was, maar thans met veel smaak en veel geld is veranderd in een knus woonbuurtje voor welgestelde dertigers en veertigers. 317 Musis Natuurlijk herinnert Hart zich Sjoer en zijn tegeltjes, maar welke bestemming de panden hadden voordat er bouwmaterialen in werden verhandeld, weet ook hij niet. Hij houdt het op een ossenfokkerij, een overtuiging die ook verschillende van zijn buren zijn toegedaan, omdat in een van de tuinen nog een 'origineel ossenpad' ligt waarlangs de dieren naar de drinkbak werden geleid. Deze drinkbak staat in de hal van de tot woonhuis verbouwde loods waar sinds enkele jaren Monique Rijnsdorp (37) en Marco Bouman (38) domicilie houden. De grove stenen bak is een element uit het verleden dat zij zorgvuldig koesteren, juist omdat zij zo weinig weten van wat zich hier vroeger heeft afgespeeld. Marco is directeur van een beheermaatschappij en Monique werkt bij een bank. Ze zijn beiden afkomstig uit Rotterdam- Zuid en totdat David Hart hen dit optrekje aanbod hadden ze nooit ook maar een moment de intentie gehad om in Schiedam te gaan wonen. 'Het is een stad met een slechte reputatie, wees eerlijk,' zegt Monique, "t Enige wat wij hier wisten was Hosman Frères en café Het Sterretje.' Aan het eindresultaat is niet af te zien dat deze loods een jaar of wat geleden nog door houtworm was aangetast en praktisch op instorten stond. De vloer van de woonkamer op de eerste verdieping die achttien bij ruim negen meter meet is belegd met een oceaan van glimmend parket en daarop lijken de kolo niale meubelen te drijven als de schepen in een ruime baai. De keuken bevindt zich in de verste hoek en is handgemaakt. In een van de lange wanden is een set openslaande deuren aangebracht die toegang geven tot een ruim dakterras, dat echter de handicap heeft dat het niet op de haven uitkijkt. Het uitzicht wordt belemmerd door een uit de kluiten gewassen plataan, en bovendien doemt twee tuinen verder een groot en lelijk dak van golfplaten op. 'Daar zit een autohandelaar,' zegt Monique misprijzend. Daarom hebben zij het plan opgevat om de loods die in het verlengde staat van hun woonhuis, te verbouwen tot een dakterras dat geleidelijk afloopt naar het water en dat aan de onderzijde ruimte biedt voor het stallen van auto's. Wanneer die klus is geklaard, zit de verbouwing die nu al ruim driejaar heeft geduurd, er eindelijk op. 'Dan hoef ik nooit meer te verhuizen,' zegt Marco tevreden. 'Met dat terras wordt het eindeloos genieten. Het echte vakantiegevoel. Zoiets vind je toch nergens in Schiedam?' Een rondleiding langs de vertrekken op de begane grond leert dat ook hier niet op een paar centen is gekeken. Met dezelfde zorgvuldigheid als waarmee op de bovenverdieping de woonkamer werd ingepast tussen nieuw opgetrokken muren en de gerestaureerde buitenmuur met in oude staat herstelde boogvensters, zijn hier vertrekken gemaakt met klassiek ogende deuren en smaakvol zachtgeel gesausde wanden. Overal op de vloer liggen de rode, met de hand gevormde en in een houtoven gebakken kasteelplavuizen die Marco importeert uit de Sologne in Frankrijk. De vloer voelt allesbehalve kil aan en dat klopt: er ligt vloerverwarming onder. Er is een eenvoudige slaapkamer van een paleisachtige omvang, een ruime werkkamer voorzien van fax en pc, een rommelkamer vol onuitgepakte verhuisdozen, een tweetal toiletten en een badkamer met jacuzzi. Marco, met lichte zelfspot: 'Zeggen ze niet dat directeuren hun beste ideeën opdoen in bad?' Bij de verbouwing hebben Marco en Monique getracht zoveel mogelijk de sfeer van het verleden aan te houden. Geen kunststof kozijnen, geen opzichtig hang- en sluitwerk, geen liflafjes. Alles is strak en sober, alles ademt rust, zekerheid en een weloverwogen levenslust. Het mag dan niet de sfeer zijn van de eenvoudige arbeiderswoningen die hier hebben gestaan, het is wel dezelfde ambiance als waarmee de welgestelden die in vroeger dagen de Lange Nieuwstraat bevolkten zich omringden. Met een theeprieel aan de waterkant, waar het 's zomers zo heerlijk toeven was, en een tilbury die naar believen kon worden aangespannen voor een ritje door het groen. Gezien het fraaie eindresultaat, betreurt Marco het nog steeds dat de gemeente Schiedam nooit enthousiast is geweest over zijn verbouwingsplannen. 'De gemeente heeft alleen maar dwarsgelegen,' vertelt hij. 'Ooit, in achttienzoveel, is er een bedrijfsbestemming vastgesteld voor deze steeg en dus was men niet erg enthousiast over ons plan om hier te gaan wonen. We hebben heel lang op een bouwvergunning moeten wachten. En met alleen wij. De anderen die een pandje van David hadden gekocht ondervonden dezelfde moeilijkheden. Er zijn heel wat strubbelingen geweest. Nu we klaar zijn, zou de gemeente best eens mogen toegeven dat we er iets moois van hebben gemaakt. Wat je er ook van vindt, er is hoe dan ook een origineel stukje Schiedam bewaard gebleven. Ik betwijfel of dat ook zou zijn gebeurd als de gemeente deze grond zelf had gekocht. Het zou me niets verbazen als ze de bestemming hadden gewijzigd om er akelige nieuwbouw neer te zetten.' Dat was dan ook een buurt geworden die iedere gezelligheid zou missen, vreest Monique. 'Al onze buren hebben bij de verbouwing dezelfde problemen doorgemaakt als wij. Ze stonden voor de opgave om iets leuks te maken van een pand dat goed beschouwd niet veel meer was dan een afbraak. De eerste tijd zaten we zonder water, zonder elektriciteit, zelfs zonder wc. Dat we ons moesten behelpen heeft voor een band gezorgd. Het scheelt natuurlijk ook dat we allemaal van zo'n beetje dezelfde generatie zijn. Al die dingen bij elkaar hebben er voor gezorgd dat hier een soort dorpse sfeer heerst. We vormen als het ware een familie, we vieren eikaars verjaardag mee, we barbecuen regelmatig samen. Niemand heeft een deurbel, we lopen gewoon bij elkaar naar binnen. Je hoeft ook nooit je deur op slot te doen. Dat kan allemaal alleen maar dankzij het hek ja, dat is waar. Maar ik moet eerlijk zeggen: het geeft wel een prettig gevoel, zo'n hek. Je voelt je veiligzo echt onder elkaar'.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1999 | | pagina 317