s
e
Musis 332
Co
het automatisme om alles in de
binnenstad te concentreren. Weliswaar
draagt een stadscentrum in enige mate
bij tot zoiets als stedelijke identiteit,
maar zolang je die identiteit niet
gedefinieerd hebt, slaat het als een tang
op een varken. Misschien zegt een
slaapwijk als Groenoord wel meer over
de stedelijke identiteit. De gemeente, de
VW en de middenstand zullen dus
eerst de eigenheid van de stad moeten
bediscussiëren, het eens zien te worden
over de dmgen waar de stad groot in is,
of was, of kan worden. Jenever,
scheepsbouw, haring, ijzerkoekjes,
schelvispekel, als dat vanwege de historie
iets toevoegt, doe het dan overtuigend.
Noem straatnamen naar Nolet,
Melchers, Dirkzwager, De Kuvper,
Schiedam-Noord is de Hof van Spaland
het centrum van de stad, niet Schiedam-
Centrum. Dit gegeven werkt enigszins
in de hand dat het toeristisch-
economisch beleid zich op
buitenstaanders richt. Het is een weldaad
dat een Belg vierduizend
bedevaartgangers wil meebrengen. Maar
als vierduizend
Schiedammers extra in
Schiedam-Centrum gingen
winkelen, zou zo'n Belg
misschien wel tienduizend
Liduina-aanbidders hierheen
sturen. Inwoners zijn de
beste toeristen. Waar het
gezellig is, daar komen de
mensen op af. Maar hoe
krijg je een stad gezellig?
Brandersfeesten of een
Haring- en Bierfeest zijn
onvoldoende, het zijn
bovendien geen feesten. Het
zijn braderieën met muziek,
maar geen feesten.
Een gezellige stad feest ook
zonder feesten-van-bovenaf.
Een gezellige stad moet aan
enkele voorwaarden
voldoen. De gemeenteraad
beloont inspanningen van
het verenigingsleven bij
straatactiviteiten. De kades
langs de stadsgrachten zijn
na drie uur 's middags
autovrij, waarna de terrasjes
worden uitgestald. Er zijn
met grote regelmaat knusse
zitjes in het groen, op
logische plekken, dus naast
de bibliotheek en het
museum. Het grote-
stedenbeleid maakt letterhjk
werk van een schone en
veilige stad, dus zijn er
winkelstraatmanagers,
plantsoenconciërges en hulpjes die de
boodschappentas van oudere en invalide
mensen dragen. Een gezellige stad zet 's
avonds de deuren open. Overal klinkt
opgewekte muziek. Nabij de Grensflat
gemeentegrens wordt het verroeste
bordje Kernwapenvrije Gemeente
vervangen door een glanzend plaatje en
een groot tableau met Welkom in
Schiedam', te bestellen bij Luud Snel.
Op het Liesveld en de Koemarkt tonen
grote videoschermen de spannendste
voetbalwedstrijden. Op het Stadserf
worden alsnog de oude kasteelmuren
herbouwd. De cafébazen organiseren
een jeu de boules met barbecue. Ja, je
moet wel wat over hebben voor een
gezellige stad. Je moet er wat voor doen.
Daarbij dient gewaakt te worden voor
Jansen,Vlek, Wittkampf. Vraag het
Vlaardings Taalgenotschap, met één o,
om voor de scholen een wedstrijd te
organiseren wie het mooiste opstel
schrijft over de teloorgang van de
vissersvloot en het effect op de
Vlaardingse stadsontwikkeling.
De binnenstad kan smoel geven aan een
stedelijke cultuur, maar
minstens zo belangrijk is
het dat het
gemeentebestuur de
wijkontwikkelingen
respecteert en
stimulerend optreedt bij
wijk- en buurtbeheer.
De praktijk is namehjk
dat actieve straten uit
zichzelf nieuw kader
opleveren, dat voor een
bewoners vereniging, een
clubhuis, kinderboerderij
of pohtieke partij
uitermate nuttig is. Wie
in een straat bijdraagt tot
de sfeer, heeft al geleerd
aan zichzelf voorbij te
zien - en dan is een
betrokkenheid bij wijk
of stad de volgende stap.
Het wijk- en
buurtbeheer is het
voorportaal van een
dynamisch
verenigingsleven, waar
we na het
postmodernisme en het
Ik-tijdperk wel weer
eens aan toe zijn. Het
opzoomeren is een volks
antwoord op de trend
van individualisme en
daarom zullen de
gemeenten Schiedam en
Vlaardingen de
samenwerking met
actieve buurtgroepen
intensief gestalte moeten geven, de daad
dient bij het woord gevoegd. Het is
voor de stedelijke cultuur van het
grootste gewicht dat de ervaringen van
actieve wijken worden benut om overal
de wijkaanpak te versterken.
Uiteindelijk straalt dat op de hele stad
af. Een stad met actieve bewoners gaat
er beter uit zien en dat is weer van
invloed op hoe buitenstaanders die stad
beleven.
Het is eigenlijk heel simpel. Maar het
was wel eens nodig om het verband
tussen toerisme en wijkaanpak te
benadrukken. Laat Ruud Pillard in de
kerstperiode maar eens foldertjes van de
opzoomerstraten in de Gorzen
neerleggen op de balie van de VW