ergens in het
Maasmondgebied
kwam iemand op
een subliem idee.
Door de aanleg van
de dammen en
duikersen zelfs
sluizen, kon men
zich beschermen
tegen de getijden
en kon ook het
waterpeil
gereguleerd
worden.
351 Musis
Sterker nog, het wonen aan een kreek
die volop functioneert, biedt zelfs
belangrijke voordelen. Het is een
belangrijk transportmedium en daarmee
het contact met de buitenwereld. De
kreken moeten natuurlijk niet zo actief
worden dat het gehele gebied
overstroomt, maar daar zijn nu juist
weer geen aanwijzingen voor. Grote
kleidekken ontbreken namelijk. Toch
breekt de bewoning af. Ongeveer twee
eeuwen later is de kreek 180 graden
gedraaid, deze doorsnijdt de
dichtgesedimenteerde ijzertijdkreek. Dit
maakt duidelijk dat rond het jaar nul
sprake geweest moet zijn van
toenemende kreekactiviteit. Het lijkt
erop dat de bewoners zich door het
opdringende kreekwater hebben laten
verdrijven.
Wanneer precies, waar en door wie,
zullen we nooit te weten komen. Maar
ergens in het Maasmondgebied kwam
iemand op een subliem idee. Door de
aanleg van de dammen en duikers, en
zelfs sluizen, kon men zich beschermen
tegen de getijden en kon ook het
waterpeil gereguleerd worden.
Opvallend is dat de oudste duikers van
West-Europa, alle daterend tussen de
eerste en derde eeuw na Chr., juist met
name in het Maasmondgebied zijn
aangetroffen. Namelijk 11 van de 14. De
drie die buiten het Maasmondgebied
ontdekt zijn, betreffen Den Haag,
Valkenburg en Vechten. Daarbuiten zijn
ze verder in West-Europa niet
aangetroffen. Dit wijst erop dat het om
een lokale vinding en niet om een
Romeinse innovatie gaat. De
duikeraanleg maakt het mogelijk om het
waterpeil te reguleren. Het is zelfs
denkbaar dat de inheemse boeren al
dijken opwierpen. Probleem is alleen dat
dergelijke bovengrondse structuren
geheel zijn opgenomen in de bouwvoor
en dat een archeoloog er dus niets van
terugvindt. Onlangs zijn echter wel in
het Friese Donjum enWijnaldum dijken
gevonden uit de tweede eeuw na Chr.
en zelfs uit circa 100 voor Chr. in het
Friese Peins. Het is dan ook niet
ondenkbaar dat er ook in het
Maasmondgebied dijken moeten hebben
gelegen.
Aanvankehjk lijkt het nog te gaan om
kleinschalige lokale ingrepen in het
landschap. In de loop van de 2e eeuw
doet zich echter een aantal opmerkelijke
zaken voor. Op hetzelfde
bedrijventerrein Hoogstad waar de
oudste dammen en duikers van West-
Europa zijn aangetroffen, is op nog geen
400 m oostelijk een tweede nederzetting
aangetroffen. Deze was gesitueerd langs
een andere kreek. De oeverwal was met
behulp van greppels tot ontginning
gebracht. Een greppel die ingegraven
was in de oeverwal ontwaterde via een
dam met een duiker op de buitenbocht
van de kreek. Op de oeverwal werden
ook twee parallelle greppels
aangetroffen van circa één tot twee
meter breed met tegenover elkaar
liggende openingen van 1,5 en 2 m
breed. Tussen de greppels die van hart
tot hart 11 m uit elkaar waren gelegen,
zal een boerderij hebben gestaan. Dit
was niet zomaar een inheemse
boerderij. Opvallend is namelijk dat het
aardewerk uit de greppels, dat tussen
150 en 175 na Chr. kan worden
gedateerd, voor 99% bestaat uit import
aardewerk, hetgeen opvallend hoog is.
Import aardewerk is een product dat op
Romeinse wijze gemaakt is en door
middel van handel moet zijn verkregen.
Het hoge percentage wijst erop dat de
bewoner van het huis goede contacten
met de Romeinse wereld moet hebben
onderhouden. Dit verschijnsel krijgt nog
een extra dimensie als duidelijk wordt
dat het landschap in de loop van de
tweede eeuw na Chr. drastisch
verandert.Voor die tijd ging het om
kleine landschappen die ontgonnen
waren. De greppels volgden het
natuurlijke reliëf waarbij gedacht moet
worden aan het uitgraven van
dichtgeslibde prielen en kreken.
Archeologisch onderzoek vanuit het
Instituut voor Pre- en Protohistorie te
Amsterdam, maakt duidelijk dat in de
loop van de tweede eeuw na Chr. het
gehele landschap in Midden-Delfland
stelselmatig over grote gebieden