TERUG NAAR HA !KT 359 Musis eigen website (www.dsv.nl/~histvers) die enkele tientallen malen per dag bezocht wordt door mensen die kennis willen nemen van de rubrieken Historiografie van Schiedam of Historie Actueel. Regelmatig komen in het hoofdkwartier van de Historische Vereniging e-mails binnen met gerichte verzoe ken om informatie. Die worden vervolgens keurig beantwoord, meestal met de gevraagde gegevens of met een verwijzing naar de plek waar die gegevens dan wel te vinden zijn. Deze snelle ontwikkelingen binnen de Historische Vereniging sluiten wonderwel aan bij datgene wat in het Gemeentearchief gebeurt. Ook daar heeft het beheer van de geautomatiseerde informatie sinds enkele jaren prioriteit. Het archief is niet meer de gezellige bijenkorf van weleer, maar het is in korte tijd wel een instelling geworden met een duidelijke structuur, waar informatie niet alleen steeds toegankelijker maar ook steeds sneller toegankelijk wordt. Het was even wennen, maar aan het Stadserf is nu een vrijwilligerskamer, en er zijn duidelijke en productieve vormen van samenwerking in wording. De Histo rische Vereniging heeft een werkgroep 'kerkelijke archieven gestart' en het Gemeentearchief doet mee, zoals ook de grote Schiedam-kenners van de Historische Vereniging Ser Louis en Cor Pluijm het Gemeentearchief bijstaan bij de beschrijving van de fotocollectie. Siem Rosman houdt van heldere en effectieve structuren. Nu moet de Vereniging weliswaar voor een foto betalen, maar de foto is wel sneller gevonden! Als belangrijkste instrument om de Schiedamse geschiedenis ook werkelijk aan de Schiedammers over te dragen, beschouwt Siem Rosman de rol van de Historische Vereniging als trait d'union tussen de historische collectie van het Stedelijk Museum en het weten en beleven van het gezamenlijke verle den door alle Schiedammers. Met andere woorden: het samen met het museum organiseren van historische tentoonstellingen. Een goede tentoonstelling brengt de geschiedenis heel dicht bij de mensen. Zulke tentoonstellingen waren de drie achtereen volgende kersttentoonstellingen Halte Koemarkt, Stationsplein en Hoofdplein. Het waren tentoonstellingen over het nabije en nog bekende verleden, met herkenbaar expositiemateriaal en vorm gegeven op een manier die maakte dat grote groepen mensen graag naar het museum kwamen, daar gezamenlijk herinneringen ophaalden en zelfs met elkaar in discussie gingen over dat verleden. Precies wat Siem Rosman wil dat een tentoonstelling met mensen doet. Het museum hield niet van die tentoonstellingen, omdat ze niet werden samengesteld uit de eigen collectie. Toen hij in 1995 voorzitter werd van de Historische Vereniging, was de verhouding met het museum stroef en stonden de kersttentoonstellingen op de tocht. Hij is toen gaan praten met directeur Pieter Tjabbes. Het Gedistil leerd Museum ging van start en daardoor kwam de kelder van het museum leeg. Siem Rosman stelde voor om, in samen werking met de Historische Vereniging, daar een nieuwe serie tentoonstellingen op te zetten, waarin de collectie van het museum wel centraal zou staan.Tjabbes zei ja', maar ging onverhoopt terug naar Brazilië. De nieuwe directeur nam het idee over en zo ontstond het drieluik: De Gouden Eeuw van Schiedam, Twee vrouwen van Schiedam en Snikken en Grimlachjes. De samenwerking was prettig, maar er bleken wel verschillen van inzicht over watje zou moeten tonen. De Historische Vereniging wilde van iedere periode het verhaal voor het voetlicht brengen en meende dat daarvoor bruiklenen nodig waren. Het museum wilde in de eerste plaats zo mooi mogelijk zijn historische collectie laten zien. Een interessante en haast klassieke museumdiscussie die ditmaal werd gewonnen door het museum. Uiteindelijk kwamen er toch een paar bruiklenen en werd het verhaal verteld in de themanummers van Scyedam. De collectie en de vormgeving werden ingebracht door het museum, de kennis door de Historische Vereniging. Het werden pretentieuze tentoonstellingen die desondanks of juist misschien wel daardoor toch niet aansloegen. Siem Rosman wijt het tegenvallend resultaat van de tentoonstellingen aan een aantal factoren.Voor het verbeelden van de moeilijke verhalen mocht alleen uit de museumcollectie geput worden en de karakters van de verschillende periodes werden in de vormgeving niet tot leven gebracht, kortom de tentoonstellingen gingen mank aan een tekort aan sprekende objecten, een teveel aan vorm en, misschien nog wel het meest teleurstellend, te weinig empathie. Het pubhek werd niet ingevoeld en daardoor herkenden de mensen de tentoonstelling niet als de verbeelding van hun eigen geschiedenis. Siem Rosman heeft zijn les geleerd. Er is maar één oplossing voor dit al jaren slepende probleem: de historische collectie en de collectie moderne en actuele kunst moeten voor altijd organisatorisch uit elkaar.Voor de zoveelste maal wordt een kostbaar onderzoek ingesteld naar de overlevingskansen van het museum, ditmaal door Neerlands duurste en bekendste bureau: Berenschot. Overheden die zelf niets kunnen of durven bedenken wijken nu eenmaal graag uit naar de grote tekst verwerker in Utrecht. De boodschap van de voorzitter van de Historische Vereniging is niet voor tweeërlei uitleg vatbaar: de historische collectie van het Stedelijk Museum moet de basis worden van een zelfstandig Schiedams Historisch Museum dat wat hem betreft gehuisvest blijft in het huidige museum aan de Hoogstraat. Dat kan dan eigen tentoonstellingen maken en daarvoor een beroep doen op de collecties van particulieren en andere musea. De Historische Vereniging zal wederom graag en toch bescheiden meewerken. De vereniging is altijd al uitgegaan van de tweepotigheid van het museum, maar heeft lang gedacht dat dat in één gebouw en onder één directie ook kon. De ervaring heeft nu meer dan voldoende geleerd dat de combinatie hedendaagse kunst en geschiedenis in het Stedelijk Museum niet werkt. De prioriteit in besteding van de financiële en personele middelen zal altijd bij de kunst liggen en de geschiedenis zal altijd een stiefkind blijven.Voor de kunstcollectie moet eventueel een nieuw onderkomen gezocht of gebouwd worden, maar Siem Rosman is flexibel. Als met de kunstcollectie maar de historische collectie het huidige museum aan de Hoogstraat moet verlaten, heeft hij twee interessante alternatieven. Het bijna voormalige Kantongerecht aan de Lange Haven, vroeger het huis van de familie Nolet. Het is een schitterend historisch gebouw en zou, met wat aanpassingen voor onder meer invaliden, zeer geschikt zijn. Het tweede alternatief is de Stadstimmerwerf aan de Korte Haven. Dat is geheel gelijkvloers en zou omgetoverd kunnen worden tot een prachtig historisch museum. Siem Rosman ziet voor de Historische Vereniging een hoofdrol in de nieuwe museumconstructie. Behoud, beheer, tentoonstellingsbouw en management zijn professionele taken, maar op het gebied van de tentoonstellingsonderwerpen en -inhoud zou de Historische Vereniging niet alleen graag meedenken, maar ook meewerken. Siem Rosmans lange termijn doel is overduidelijk: een zelfstandig Schiedams Historisch Museum met daarin veel tentoonstellingen als Halte Koemarkt. Iets anders is ook duidelijk. Als Siem Rosman een lange termijn doel heeft, wordt dat gehaald! Oo =o Q 00

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 1999 | | pagina 359