5 Musis stad aflevert, mag toch niet als uitgangspunt worden genomen voor het omploegen van de Schiedamseweg. Zo'n gedachte ontstaat alleen in het doorkookte brein van een ambtenaar, die - opgegroeid in de Babberspolder - vanuit z'n jeugdherinneringen de eindhalte Vlaardingen Oost vastknoopt aan de bijna onbereikbaarheid van dat beetje stadsvertier, voor wie achter in de polder woonde en daarom veronderstelt dat iedereen te lijden heeft onder het door hem gevoelde euvel. Wat de opsteller nu werkelijk bedoelde met zijn Vlaardings- eigen lijkt voor de niet-Vlaardinger misschien vanzelfsprekender dan voor de stedeling in hart en nieren die met een enkele ongelukkige zinsnede van z'n wortels meent te zijn beroofd. Bedoeld is slechts te zeggen dat de oude stadsuitbreiding ten oosten van de haven en de bebouwing in deVetteoordsepolder, tot stand zijn gebracht in de tijd dat Vlaardingen nog vissersstad was. Wanneer in de geschiedschrijving van Vlaardingen een grens wordt getrokken die de vissers- en de industriestad van elkaar scheidt, dan behoren het oude oosten en deVetteoordsepolder zonder twijfel aan de visserskant en nieuwere wijken aan industriële zijde. En dat is zichtbaar en zelfs zo nadrukkelijk dat dit stadsbeeld het verdient om beschouwd te worden als een beschermd stadsgezicht, al is dit nergens als zodanig vastgelegd. In de oksel van Schielands Hooge Zeewering en de spoordijk ligt daar het nieuwe Vlaardingen van de negentiende eeuw. Eindelijk tot bescheiden welvaart gekomen, na een periode waarin maar liefst drie generaties vaar- en vangstvrijheid hadden meegemaakt en waarin de ontwikkeling van visserij door het doorgraven van de Hoek van Hofland, de opkomst van de stoomsleepvaart, verbeterde vervoersmogelijkheden en de introductie van stoomkracht op de thuisvloot in een versnelling werd gebracht. In het open geschiedenisboek van de oostelijke uitbreiding worden de stedenbouwkundige effecten daarvan teruggevonden. Achter de dunne strook van industriële bebouwing, die kenmerkend is voor de overhavenzijde van een bescheiden dijkstad liggen de nog steeds kleine, maar in een ruimer en hygiënischer kader woningen van minvermogenden. Ze zijn op eerbiedige afstand van de al aanwezige buitens verbonden met de pakhuizen en

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2000 | | pagina 5