si i 3P ftf BH ifJIf «i-yM WÊm mm mm ÜC WmB Musis 6 Den Haag legt, ziet daarom verschillen in schaal, draagkracht en stedelijke cultuur. Maar niet in karakter. Uitzondering, al was het maar in de vorm van een al te pronte versiering, leidde tot afkeuring. Frivoliteiten waren toegestaan, maar dan binnen het kader van aldaar geaccepteerde gebruiken en hiërarchie en altijd tot zover deze de fantasie en het vakmanschap van de ambachtsman niet te boven gingen. Dat lijkt een beperking in te houden maar is er toch de oorzaak van dat de kleinsteedse negentiende eeuwse woningbouw soms verrassend mooie staaltjes van verborgen timmermans- en metselaarskunde oplevert, die in een rijkere omgeving vaak K nijverheid ter plaatse. Aanzien bezaten deze woningen niet. Daarvoor waren ze al bij ingebruikname te onbetekenend en te klein voor de meestal grote gezinnen die er huisden. In tijden van een bestendige economie, kunnen dergelijke aangeplakte buurtjes echter toch de aanhechting vormen voor een ruimer en rijker stedelijk patroon. In Vlaardingen was dit het geval. Tussen Oranjestraat en Hogelaan bestaat een directe relatie, die bestaat uit woonhuizen in toenemende mate van welstand. In de gehele Oostwijk is zichtbaar hoe de wijk op individueel initiatief tot z'n huidige vorm groeide. Behalve in het stratenplan, dat op zichzelf tamelijk bijzonder is, is er nauwelijks sprake van collectieve opzet en uitwerking. Bijna elk huis is een op zichzelf staande eenheid, een individu. Een stadsontwikkeling die de Oostwijk en in veel mindere mate de Vetteoordsepolder typeert, is karakteristiek voor vele samenlevingen met een niet industriële, omstandigheidafhan- kelijke en kleinschalige economie. Voor collectieve huisvesting ontbrak de basis. Dit verschijnsel wordt in alle steden - van arm tot rijk waargenomen die geen groot-industriële ontwikkeling hebben gekend. In die steden groeide met de toenemende welvaart en bevolkingsaanwas een wijk, kavel voor kavel, dicht met afzonderlijke en particuliere stichtingen waarvan de eigenheid naar believen wordt benadrukt in detaillering en versiering. In Vlaardingen zijn deze zelden heel uitbundig. Integendeel. Naast de expressie van bereikte welstand en individualiteit, is ook het hechten aan saamhorigheid en traditie het niet méér of anders willen, of durven zijn dan de anderen een terugkerend element in deze negentiende eeuwse, particuliere stadsuitbreiding. Wie de Oostwijk naast de negentiende eeuwse stadsuitbreidingen in i¥ :-;r V KjjJIj ■ï|gijgtggi in overdaad verloren zijn gegaan. Zo ook in de Oostwijk. Preluderend op een beperkt scala aan bouwkundige thema's is het een wijk geworden waarin elk huis in details verschilt, geen versiering gelijk is aan de andere en de mate van welstand en sociale status van de oorspronkelijke stichters nauwkeurig is vastgelegd. Een eerste indruk levert een totaalbeeld op van woningen die ogenschijnlijk allemaal op elkaar lijken. Wie ze wil beschrijven bemerkt dat elke woning z'n eigen karakteristiek bezit. Bij beschrijvingen van het historisch bouwkundig bezit, wordt vaak volstaan met de beschrijving van panden afzonderlijk. Aan de wijk waarin ze staan wordt sporadisch aandacht gegeven en de verkaveling blijft meestal al helemaal buiten beschouwing. Toch is het daarin dat een stadsdeel z'n eerste

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2000 | | pagina 6