83 Musis
kwetsbare en hi-tech infra
structuur als een museum
gerekend met tenminste zes
procent per jaar. Eventuele
nouveautés zijn daarin niet
begrepen. Dit maakt dat de
kosten bij aanvang van de
werkzaamheden kunnen
budget. Acht procent wordt
door kenners als uiterst
onwaarschijnlijk afgedaan,
maar we willen de
wethouder de moed niet
ontnemen en sluiten dus af
met een extra nota ten
bedrage van 3,7 miljoen.
I" 7 /#\j.
t
worden begroot op het
uitgangsbedrag van 41,5
miljoen. De bouwtijd kan
gemakshalve op twee jaar
worden gesteld. Dat schept
de noodzaak om de prijzen
te indexeren met nog eens
zes procent. (Indien dit niet
gebeurt wacht Schiedam een
herhaling van de
gebeurtenissen met het
Stadserf). Deze indexering
brengt de besomming op
46,5 miljoen waarbij dan nog
rekening moet worden
gehouden met de normale
overschrijding van het
Voor 49,2 miljoen heeft
Schiedam dan een passend
kader voor een voorlopig
nog ongeformuleerd beleid.
Ook als we uitgaan van het
minimum bedrag dat Starke
Diekstra noemde, namehjk
20 miljoen, spreken we in
feite over een investering van
rond 38 miljoen gulden mits
de plannen tot op het bot
worden uitgekleed.
De kosten moeten uit de
lengte of de breedte komen.
Dat was de directie van Het
Valkhof geheel met ons eens.
De ruimte is in Nijmegen
gevonden in matiging van de
bouwsom en het verruimen
van het jaarlijks
exploitatiebudget van zes
miljoen gulden en een
aankoopbeleid dat per jaar
driehonderdvijftig duizend
gulden te besteden heeft
voor het verwerven van
Nederlandse maar vooral
regionale kunst. Het museum
Het Valkhof functioneert als
een breed cultureel centrum.
De zes miljoen zijn dan ook
niet toereikend voor de
complete exploitatie. Zo is
het beheer van de
museumwinkel in handen
gegeven van een roulerende
groep van honderd
vrijwilligers. Deze vervangen
de vaste bezetting die anders
nodig zou zijn en leveren op
jaarbasis een besparing op
van een halve ton. Op deze
groep vrijwilligers kan ook
een beroep worden gedaan
bij bijzondere activiteiten
binnen de muren van het
museum. Ook bestaat er een
groep van tien voortdurend
beschikbare vrijwilligers die
deelnemen in het praktische
museumwerk en zich met
name bezig houden met de
verzorging van de historische
collectie.
Maar.keren wij terug naar
Schiedam. Er is absoluut mets
tegen het koesteren van hoge
ambities. Ook de discussie of
Schiedam zich een museale
plaats kan veroveren naast de
Rotterdamse musea is niet
werkelijk relevant. Dit zal in
hoge mate afhangen van het
te voeren beleid. Wel zal
Schiedam zich dienen te
realiseren dat het hebben van
hoge ambities geld kost. Niet
alleen in het scheppen van de
faciliteiten ervoor. Ook in
het onderhouden ervan. Zelfs
als de toeristen in drommen
worden aangevoerd, is zeven
miljoen per jaar een pittig
bedrag. En dan hebben we
het nog niet over de kosten
die moeten worden gemaakt
voor herbestemming van het
St. Jacobsgasthuis.
Ook deze mogen - gebaseerd
op vijf miljoen guldens van
nu - worden gesteld op meer
dan acht miljoen. Want bij
restauraties hgt de kosten-
overschrijding immer dichter
bij de twintig dan bij tien
procent