mill
II!
I
1
1
WA ff
wsêl-Msm
|M
1
diiiill
Mijt
r.
1
En
89 Musis
-rt
ÉÉpg -j|
«HE
«f *v-,V
Tot aan Bach's tijd was deze muziek nog
bestemd voor de liturgie. Bach schreef
inderdaad zijn Matthaeuspassion,
overeenkomstig de al vele eeuwen
bestaande traditie, voor de Palmzondag.
Maar tevens ontwikkelde zich de
gewoonte om deze muziek, buiten de
liturgie om, in de concertzaal ten gehore
te brengen.
En daarmee zijn we meteen bij
Telemann, een tijdgenoot van de grote
Bach. Want als Telemann in 1721 als
Cantor aan het Johanneum en als
stedelijk 'Musikdirektor' in Hamburg
wordt aangesteld, begint hij meteen met
twee uitvoeringen van Passionen die hij
al gecomponeerd had voor hij naar
Hamburg kwam. Dat gebeurt dan wel in
de Stille Week, maar de omgeving is
toch opmerkelijk: het gebeurt in het
'Drillhaus', de kazerne van de
burgerwacht. In de jaren daarna zal zich
dit herhalen. Telemann kon daartoe
beschikken over de zangers en de
muzikanten van de Opera, want
vanwege de vastentijd (een tijd van
boete en inkeer, waarin geen muziek
mocht worden uitgevoerd) hadden die
toch niets om handen.
Voor ons besef is dat allemaal wat
wonderlijk: kerkmuziek in een kazerne
en kerkmuziek uitgevoerd door het
opera koor en —orkest. En de
stadsmusicus die kerkmuziek
componeert en uitvoert! Maar in de
achttiende eeuw waren deze
combinaties nog tamelijk gewoon. Als
stadsmusicus was Telemann ook
verantwoordelijk voor de kerkmuziek in
de vijf grote kerken van Hamburg. Dat
hoorde eenvoudig bij zijn functie.
Kerkmuziek en 'wereldlijke muziek'
lagen nog vlak bij elkaar.
In de jaren daarna componeert
Telemann nog heel veel Passionen méér.
Elk jaar schrijft hij afwisselend een
Matthaeus-, een Markus-, een Lukas- of
een Johannespassion. Dat houdt hij vol
tot aan zijn dood in 1767, en dat
betekent dus dat hij 46 Passionen heeft
gecomponeerd.
De Passion die op 8 april in de Grote
Kerk te Vlaardingen uitgevoerd zal
worden, is geschreven in 1746. De
Matthaeuspassion van Bach is 17 jaar
eerder geschreven. Beide werken
stammen dus uit dezelfde cultuur. De
muzikale verwantschap is echter niet
groot al bestaat er in opzet toch wel
gelijkenis. Beide zijn het Oratorische
Passionen, zeg maar Passionen met een
oratoriumkarakter. Kenmerkend
hiervoor is, naast het gebruik van
obligate instrumenten, vooral het
invoegen in de woordelijke evangelie
tekst van dichterlijke uitweidingen en
stichtelijke beschouwingen. De
bedoeling daarvan is, zo vermeldt
letterlijk het titelblad van enkele libretti
van Passionen van Telemann de
"Erweckung heilsamer Passionsandacht'.
Dergelijke stichtelijkheid staat ons
tegenwoordig niet meer direct voor
ogen: passiemuziek is in onze tijd
muziek voor de concertzaal. En als het
al in een kerk klinkt, dan toch meestal
in een concertante uitvoering. In
Vlaardingen gaat dat anders! Het is daar
de gewoonte om iedere cantate te laten
klinken in de liturgie, en dat zal met
deze passiemuziek ook gaan gebeuren.
De dienst zal beginnen met het zingen
van psalm 22, de vaste psalm waarmee al
eeuwen de dienst op Palmzondag
begint, en dus de psalm die ook in 1746
geklonken moet hebben. Zal er dus toch
sprake zijn van "Erweckung heilsamer
Passionsandacht"? We sluiten het niet
uit, al ligt daarin niet de opzet. Daarvoor
werd toch teveel gekeken naar iets dat
binnen de traditie van de
cantatediensten, toch volstrekt anders
zou zijn.
rn
is.
30
CD