1 95 Musis had ik bewondering voor deze mannen die de tocht met de Hollandse suzuki noh kano aangrepen om zich te meten met de dood door verstikkingsgevaar. Op verschillende plaatsen verbaasde hij zich over de Hollandse omgangsvormen. Zijn opvoeding als gestu deerde en de strakke tradities waaraan hij gewend was, weerhielden hem er echter van vragen te stellen. Geheel volgens de leer van het Zen, aanvaardde Bulu de dingen zoals ze zich aandienden. Hetgeen overigens niet wegnam dat hij vele omgangsvormen maar moeilijk kon plaatsen. '...Hoe verschillend is de ontvangst bij de Hollanders met onze manieren bij thuis komst. Lawaai en het slaken van kreten vormen een onderdeel van de ceremonie, zo lijkt het. In plaats van uitdrukking te geven aan haar gevoelens door het aanbieden van versnaperin gen en de ruimte in haar ziel zichtbaar te maken in de rangschikking van een bloesemtak in de ontvangst kamer, smoorde de moeder Ferdinand in omhelzingen. Hollanders die elkaar liefhebben schijnen hieraan uitdrukking te willen geven door net te doen alsof zij in een ruzie verwikkeld zijn. Zij vliegen elkaar in de armen als sumoworstelaars en ik moest mijzelf herhaaldelijk bedwingen om niet met luide uitroepen te kennen te geven wie volgens mij tot winnaar moest worden uitgeroepen. Ook uit de ontvangst ten huize van de familie Jansen bleek weer eens hoever de culturen van Japan en Nederland van elkaar af stonden. .Zoals het mij, mijn afkomst en mijn positie als gast betaamt, groette ik met de ceremoniële buiging. Tot mijn verbazing heten de beide zusters van Ferdinand zich daarop bijna op de grond vallen. Althans dit vreesde ik. Maar ze zakten slechts diep door de knieën waarbij hun rokken als wolken opbolden. Ik vatte dit op als teken van waardering en beantwoordde dit met de aan de gast verplichte tweede buiging als teken van dank. Weer vielen de gezusters daarop ter aarde en maakten aldus een derde buiging noodzakelijk. Dit herhaalde zich maar liefst zeven maal, tot de oudste van het tweetal amechtig bleef staan en mij haar hand toestak. Ik bekeek hem nauwkeurig, maar kon niet ontdekken waar zij hem tijdens de begroeting had bezeerd, hoewel dat tijdens de valpartijen gemakkelijk had gekund. Ook Ferdinand kon niets van dien aard ontdekken. Ook niet nadat hij haar hand aanvatte en hem van dichtbij bestudeerde. Maar om het toch goed te maken, kuste hij haar hand zoals men bij ons kinderen pleegt te sussen die gevallen zijn of anderszins letsel hebben opgelopen...' Uiteindelijk won de nieuwsgierigheid naar exacte vraagstukken het van zijn verbazing over de Nederlandse zeden en gewoonten. Met name met de vader van Ferdinand Jansen, Herman, kon hij het - geïnteresseerd als hij was in de pharmacie - goed vinden. '...De vader van Ferdinand wilde mij na lang aandringen toch uitleggen hoe de Schiedammers uit louter graan de drank bereiden die ze jenever noemen, naar de bessen die er de smaak aan geven. Hij demonstreerde het koken (Bulu verwarde koken met distilleren) van de graan- pap in een kleine, kunstig gemaakte ketel tot hij een drank verkreeg die meer warmte gaf dan onze sterkste rijstwijn. Ik vroeg hem of een der gelijk resultaat ook met rijst te behalen viel en gedurende drie dagen waren wij in de weer met het malen van rijst en het koken van de rijste pap. Uiteindelijk slaagden wij in onze opzet en beloofde de vader van Ferdinand mij, om precies op te schrijven welke weg ik moest volgen om ook in de toekomst van rijst deze drank te kunnen bereiden. Hij bood ook aan om deze nog enkele malen te koken tot hij ongeveer even sterk was als de Hollandse jenever, maar mijn ongeduld en de verplichting om mij wederom bij het gezelschap van Doeff te voegen, weerhielden dat plan. Ook de wijze waarop Bulu zijn verblijf in Schiedam besloot is typerend voor de culturele afstand in die tijd. In Japan behoorde het badhuis tot de belangrijkste centra van het openbare leven. In het westen werd een vochtige doek al voldoende geacht om zich op te frissen. Op verschillende plaatsen in zijn verslag merkt Taka Bulu mismoedig op hoezeer de Japanners in het gezelschap van Doeff het ruime, warme bad misten. '...Maar terwijl ik wachtte tot de fles rijstbrandewijn die de vader van Ferdinand mij wilde bereiden, gereed was, zag ik in diens fabriek dampende kuipen, zo groot als in de openbare baden in Nagasaki. In verschillende ervan bevond zich de graanpap waarop grote bellen dreven. In vier andere echter bevond zich warm water van een onweerstaanbare helderheid en temperatuur. Ik besloot dat ik mij deze kans op een ontspannen voortzetting van de reis niet kon laten ontgaan. Snel ontdeed ik mijn van mijn kleren en terwijl de vader van Ferdinand mij reeds overal zocht om mij de eerste fles rijstbrandewijn aan te bieden, die ik met het bijbehorende recept mee zou kunnen nemen naar Japan, bedacht ik mij in mijn bad welk een zonderling land het toch was dat al eeuwenlang betrekkingen met Japan onderhield en nog nooit had ontdekt dat die prachtige kuipen waarvan ik er nu eentje in gebruik had genomen, voor betere doeleinden geschikt konden zijn dan voor het maken van jenever' l/IPEND WARM BA

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2000 | | pagina 95