De kern ligt bij 'nieuwe acties en accommodaties zijn nodig om de cultuur van Schiedam een plaats te geven in de samenleving waar ze een krachtige bijdrage kan leveren'. 3 129 Musis MOED EN ULTUREL£ ZAKEN extern bureau dat wordt ingehuurd om duidelijk te zeggen wat intern niet besproken kan worden. Hij onderschrijft de conclusies maar gaat liever in op het zelfbeeld van Schiedam en zijn positie in de regio, het museum en de rol die de kunst in de openbare ruimte zou kunnen vervullen. De discussie over het splitsen van het museum in een nieuw te bouwen centrum voor moderne kunst en een historisch pakhuis vormt slechts een onderdeel van een verder reikende visie, zegt hij. De Regt spreekt uitdrukkelijk over een centrum voor moderne kunst. 'En dat', zegt hij 'is een instelling die veel verder gaat'. Bevlogen schetst hij de noodzaak van een centrum voor moderne kunst als motor van cultuurtoerisme. Dit houdt dan niet op bij een nieuwe huisvesting van het museum, maar bij een, het museum overstijgende, kunstinstelling waarin de waardevolle bestanddelen uit de collectie de parels vormen. Een kunstgebouw dat alle ruimte biedt aan cultuuruitingen op het gebied van muziek, theater en film De plaats waar dit zou moeten verrijzen, noemt hij op dit moment niet van belang, evenmin als het bedrag dat met de realisering gemoeid zal zijn. Ambities kosten nu eenmaal geld. En hoeveel hangt af van de manier waarop Schiedam duidelijk maakt wat haar aspiraties zijn op cultureel gebied. Om hierop enig zicht te krijgen zal een klankbordgroep worden gevormd van Schiedammers, cultuurambtenaren en externe deskundigen. Deze zullen aanbevelingen doen. Of deze zowel het beleid als de faciliteiten raken, kan De Regt niet overzien. De beleidsvoorbereiding is toch bij uitstek een zaak van de ambtenaren, de directies en de commissie. De historische collectie is hierin niet rechtstreeks betrokken. Hierover zal apart beraad worden gevoerd. Ook het Meeijaren Ontwikkelingsprogramma, besteedt aan de geschiedenis geen aandacht. Als de historie daarin al aan de orde komt, is het in termen van 'haar goed bewaard gebleven historisch stadshart', zonder nadere duiding. De kern ligt bij 'nieuwe acties en accommodaties zijn nodig om de cultuur van Schiedam een plaats te geven in de samenleving waar ze een krachtige bijdrage kan leveren'. Dat hijzelf in ieder geval aspiraties heeft maakt het genoemde Meegaren Ontwikkelingsprogramma, waarvoor hij mede de culturele passage schreef, eveneens duidelijk. Het centrum voor moderne kunst waarvan De Regt zich een groot voorstander noemt, wordt daar noch genoemd noch begroot. Wel genoemd worden het aantrekken van een professioneel (toneel)gezelschap en professionele projecten in de nog rijkehjk aanwezige oude, industriële gebouwen, een Stadserf-festival, deelnemen aan de culturele activiteiten rond Rotterdam Culturele hoofdstad 2001, het Integraal ontwerp fysieke openbare ruimte, het architecten/communiactiecafé, stimulering vestiging jonge ontwerpers. Ook duidelijk is dat deze aspiraties geld kosten. Aan verschillende investeringen op het gebied van cultuur is volgens het MOP vanaf 2000 zo'n f 426.000 per jaar nodig.Voor f 365.000 is daarbij geen dekking. Voor het toeristisch beleid zal een ruime twee miljoen op tafel moeten komen, waarvan f 350.000 als een eenmalige uitkering en f 550.000 als eenmalige rijkssubsidie. Dit laatste bedrag als tegemoetkoming in de kosten van de restauratie van de museumcollectie. Van het resterende bedrag van f 1.100.000 is f 870.00 gulden niet gedekt. Grofweg komt dit erop neer dat voor de culturele en toeristische aspiraties jaarlijks anderhalf miljoen gulden nodig zijn waarvoor op het moment van schrijven van het MOP grotendeels geen dekking was. Nu zeggen cijfers niets over de kwaliteit van geopenbaarde plannen, noch over de haalbaarheid ervan. Wel veelzeggend is een terechte zinsnede in het MOP, waar De Regt stelt dat 'Schiedam ontegenzeggelijk deel uitmaakt van het stedelijk weefsel van Rotterdam'. Weliswaar haast het MOP zich eraan toe te voegen 'met eigen problematieken en dynamieken. Cultuur is de uitingsvorm van de som aan menselijke activiteiten in interactie met haar omgeving. Onderdelen van het vestigingsklimaat zijn de mogelijkheden tot wonen, werken, bouwen en vorming. Maar ook de mogelijkheden te communiceren met medemensen door onder meer culturele activiteiten als scheppend of uitvoerend kunstenaar (amateur of professioneel) of als toeschouwer (actief of passief) zijn belangrijke motieven om zich hier te vestigen. Rotterdam Culturele Hoofdstad 2001 schept de mogelijk voor Schiedam om te laten zien dat zij O

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2000 | | pagina 129