m S t: WEËm - WÊ stefiè- v 1*? - ~-t in te roepen bij de voltooiing van haven en kaden. Schippers zag mogelijkheden in de subsidie die Scheveningen had gekregen. Waarom zij wel en wij niet? Hij stelde daarom voor een plan met begroting op te stellen van wat nog aan de haven zou moeten worden gedaan en die, samen met een verzoek om subsidie, tijdig naar de provincie te zpnden, zodat dit in de aanstaande zomervergadering der Staten op de agenda zou kunnen staan. Wat naar Schippers mening nog aan de haven diende te gebeuren was het beschoeien en bestraten van de aarden wallen langs de berghaven. Ook moesten er lichtopstanden komen en omdat de minister van Waterstaat geweigerd had vergunning te geven voor het leggen van meerboeien in de rivier, moest in de haven zelf iets worden gemaakt om grote zeeschepen te kunnen lossen. Zijn collega Kikkert wilde het voorstel van Schippers nog uitgebreid zien met een subsidieaanvraag voor de werken die al waren uitgevoerd; Het is toch een uitgemaakte zaak, dat de havenaanleg alhier niet werd ondernomen in het belang van Vlaardingsche- maar van vreemde reeders.Voor de Vlaardingsche visschersvloot bestond geen behoefte aan meerdere havenruimte'. Het raadslid IJzermans deelde deze mening: 'Het mag gerust geconstateerd worden, dat de Raad niet tot uitbreiding van havenruimte besloten zou hebben, indien niet een steeds toenemend aantal vreemde schepen van de haven dezer gemeente hadde gebruik gemaakt'. Op 24 maart 1900 bleek dat B W inderdaad hadden besloten zowel bij de provincie als bij het Rijk een verzoek om subsidie in te dienen. In een toelichting op dit verzoek schreef B W aan de gemeenteraad, dat 'toen het toenemende aantal hier havenende Scheveningsche vischschepen allengs en steeds meer behoefte aan meer havenruimte deed gevoelen en eindelijk in '95 tot aanleg van de tegenwoordige Koningin Wilhelminahaven werd besloten, was de voornaamste beweegreden hiertoe, dat het uit den loop der geschiedenis van het streven naar een eigen haven te Schevemngen als voldoende zeker mocht worden aangenomen, dat zoodanig werk aldaar nimmer zou tot stand komen. Nochtans zal dit wel geschieden en daarmee ons doel van havenuitbreiding zijn verijdeld. Gevolg hiervan zal wezen, dat èn onze havens overtollige ruimte zullen hebben, èn van de thans hier havenende Scheveningsche vaartuigen de haven-, grond van de ene plaats naar de andere sjouwen, om onze gemeente te voorzien van een nieuw havenwerk, dat in de eerste plaats een gevolg is van de verbazende uitbreiding der hier gevestigde industrieën en in de tweede plaats moet dienen om die industrieën en bedrijven nog een grotere vlucht te doen nemen'. Hij verhaalt hoe er een nieuw type machine werd gebruikt, 'een nog niet geziene machine', een 'excavateur' geheten, of, in de volksmond 'een ijzeren man'. Deze machine bewoog zich langs rails, sneed de grond met verbazende vlugheid af, - 1111ff- i V §»j|g||jgpiy «rS SI—--' De stoomlogger VL 97 'Prinses Juliana', schipper Arie van Poon en stuurman Fer van Schoor, vertrekt ter trawlervisserij. Foto A. Verboon Jzn, ca. 1949 (Collectie M. P. Zuydgeest) lig- en kadegelden dan aan de opbrengst ontvallen. Tot herstel van dit toekomstig dubbel verlies stellen wij u voor het nog onvoltooide havenwerk op te nemen in de uitbreiding tot een geheel, dat dienst baar zal wezen aan de ontwikkeling alhier van de stoom-vischvaart en van den versche-vischhandel'. Zowel bij Provinciale Staten als bij de minister vonden de verzoeken gehoor. Subsidies werden toegezegd voor tweederde van de kosten met een maximum van 240.000 gulden. In de krant van 26 september 1903 verhaalde een journalist hoe hij, gelokt door het mooie najaarsweer, een wandeling maakte naar het terrein 'waar sedert begin Juli een wriemelende hoop van menschen in de aarde wroet en werkt, stoommachines den grond scheuren en opladen en treinen dien bracht die grond langs een Jacobsladder naar boven en wierp het in de lorries'. Dat was korte tijd nadat burgemeester R.A.Verploegh Chassé na het applaus van de voltallige raad 'voor diens onvermoeide pogingen deze zaak, waarvan voorVlaardingen zoveel afhangt, tot een goed einde te brengen' de verwachting uitsprak 'moge het voorgenomen werk, eenmaal voltooid, den bloei en den welvaart onzer gemeente nog belangrijk doen verhogen'. Het was ook de enige keer tijdens alle beraadslagingen over de Koning Wilhelminahaven dat de gemeenteraad tot een unaniem blijk van goedkeurig kwam. Niet vanuit volle overtuiging, maar meer omdat traditie en beleefdheid nu eenmaal zo verlanden. Het was ook maar éénmaal dat de raad voor die nieuwe haven een applaus over had. 149 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2000 | | pagina 149