Over de haringvisserij ligt echter de schaduw van het einde, leder jaar zijn het er weer minder die aan Vlaggetjesdag deelnemen. Het lijkt heel wat, maar veel is het niet. Nog slechts één kade van de haven wordt door de schepen in beslag genomen. 151 Musis tuindeur. Het lieve mens geeft het stukje staal dan altijd zonder opmerkingen. Ik loop verder en passeer de kuiperij van Van der Burg op de Oosthavenkade. Vanwege ons veel te krappe budget thuis moet mijn nog schoolgaande zus bij deze familie de boel schoon houden! Ik loop langs de loggers. Het is niet meer wat het was. Uit enkele luidsprekers klinkt muziek, er zijn echter geen zanggroepen, geen burgemeester en andere notabelen. Als ik de spoorbomen gepasseerd ben en de hoek ben omgegaan van de Nieuwe Haven zie ik de versierde loggers al liggen. Ik zie ook meteen het grote pand waarin mijn vader werkte. Inderdaad werkte.Twee jaar geleden is hij gestorven. Leukemie. Na een slopende ziekte kwam er veel te vroeg een einde aan zijn leven. Het grote pand haalt onweerstaanbaar herinneringen bij mij naar boven. Pa was daar meubelmaker. Samen met zijn broer Klaas plamuurde hij de hele dag kinderledikantjes bij de firma Leeuwis. Soms was hij zo beroerd, dat hij niet meer kon werken. Ome Klaas nam dan zijn werk over. Op maandagmorgen kreeg ik soms van mijn moeder de opdracht een flesje melk bij hem brengen voor bij de schaft. Drie lange en lugubere trappen moest ik met mijn dunne benen beklimmen om de nog warme melk aan pa te kunnen overhandigen. Met een enkel woord van dank werd het zuivelproduct in ontvangst genomen. Daarna rende ik naar de Kuiperschool op de Boslaan. Nieuwe Haven. Ik verlaat ons huis en ga op zoek naar mijn vriendje Ger Sluimer. Hij is er niet. Ook Henk Smoor is afwezig. Dan maar alleen. Ik loop langs de tuin en de woning van reder Van Abshoven. Zijn gebouwen zijn voor onze voetbalactiviteiten een geliefd decor. Met name de 'Witte Poort' van het hoge pand in onze straat, waarin de haringnetten te drogen worden gehangen, is een geliefd doel om punten te scoren. De grote tuin achter de woning, met de muur eromheen waarop stukken glas zijn gemetseld, boezemt elke keer weer ontzag in. Niet in de laatste plaats de perenbomen die erin staan maken ons vaak nieuwsgierig. Als de peren rijp zijn, schoppen we de bal soms opzettelijk over deze schutting en vragen dan aan mevrouw Van Abshoven in haar immer vrij toegankehjke keuken de sleutel van de De klad zit in de visserij, zei een oom laatst. Zorg maar datje bij de gemeente komt te werken; heb je tenminste vastigheid!, hoor ik vaak. De schepen zijn wel leuk met vlaggen versierd. Het zijn er echter maar een paar. Een enkele logger ligt niet eens met zijn kop tegen de kant, maar in de volle lengte. Vroeger lagen alle schepen met hun voorsteven tegen de kade zodat het geheel nog indrukwekkender was. In een hoek van de Nieuwe Haven liggen zelfs enkele loggers zonder vlaggen! Naast een gevoel van teleurstelling, be kruipt mij ineens ook een gevoel van een zaamheid als ik de loggers gezien heb. De herinnering aan het pand van Leeuwis, de leegte die twee jaar geleden ontstond bij ons thuis en de teleurstelling om het kleine aantal schepen zijn even teveel voor een jongen van twaalf jaar. Ik besluit mijn ste ven maar te wenden, en naar huis te gaan.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2000 | | pagina 151