Met het revitaliseringsplan
'Schalkwijk' is Fons
Verheijen mede vormgever
van één der meest gedurfde
stadsvernieuwingsprojecten
in Nederland.
Als stadswijk is Schalkwijk
in Haarlem inwisselbaar
met zovele stadsuitbrei
dingen in zovele Hollandse
steden rondom een onher
bergzame parkeerplaats
annex busstation en een
winkelcentrum dat aan de
buitenzijde toont als een
aaneenschakeling van
expeditiekades en laad-
deuren. In het masterplan
worden sportaccommoda-
ties in het centrum getrok-
ken. Sport kan ook op de
daken. Kern van het plan is
cd de ontwikkeling van het
3 winkelcentrum. Dit wordt
herschapen in een com-
pacte binnenstad waarin
g het benutten van dakopper-
vlakken, verdieping van het
terrein en bebouwing van
de bestaande begane grond
drie maaivelden boven
elkaar opleveren. Het cen
trum wordt een stadje. De
toegangsweg wordt ver
diept aangelegd op een eigen
maaiveld. Hierop bevinden
zich ook een benzinestation,
autoshops en fastfood-
restaurants. Een deel van
het gebied wordt gereser
veerd voor woningbouw in
vrije architectuur. Uitdruk
kelijk is hierin bepaald dat
de architectuur, binnen
ruime marges door de
bewoners zelf ter hand
wordt genomen'.
Musis 152
Fons Verheijen laat zich niet uit het veld
slaan als eindredacteur voor deze
gelegenheid en architect Bram van
Hengel nogal zorgelijk wijst op de
geluidscontour waarbinnen de Koningin
Wilhelminahaven gelegen is. Deze contour
stelt de industriële ontwikkeling op de
zuidelijke oever mede veilig. De daar
gevestigde bedrijven waaronder de Shell als
belangrijkste hechten aan het vasthouden van
een contour waarin het hen is toegestaan
geluid te produceren boven het voor
woongebieden toegestane maximum. Deze
contour wordt door verbeterde
milieumaatregelen en gemoderniseerde
productieprocessen, allang niet meer gevuld.
Maar, redeneert de Shell, wie de nu geldende
waarden als uitgangspunt neemt, snijdt de
vrijheden voor de toekomst de pas af. Dus
verzet de ohegigant zich tegen stedelijke
ontwikkelingen rondom de Koningin
Wilhelminahaven. Beide zijn het erover eens
dat aanpassing nodig en mogelijk is. Mede
gelet op de experimentele status die aan de
herontwikkeling van het havengebied is
toegekend. Ook het besluit
hiertoe stuitte op bezwaren. Met
name Rotterdam, dat met
Vlaardingen en Schiedam
partner is in het ROM-project
dat de herontwikkeling beoogt
van het gehele oevergebied langs
de Nieuwe Maas, had graag
gezien dat het experiment
binnen eigen gemeentegrenzen
was gebleven. Er is tenslotte een
kapitaal mee gemoeid. Dus had
Rotterdam wel oren naar het
standpunt van de Shell.
De uitgangspunten voor
herontwikkeling van het gebied
kunnen wat hem betreft heel
helder zijn. Er is ruimte te over.
Leidraad is de bestaande
bebouwing, hoofdzakelijk
gevormd door de grote
vispakkerijen. Deze moeten de
maat bepalen voor de toekomst.
Onder het ontwikkelingsplan
dient een verkavehngsplan te
liggen. Dit gaat niet uit van
bestaande ruimtes die op basis
van de investering van een
projectontwikkelaar moeten worden verdeeld
en bebouwd, maar op een vrij beschikbaar
stellen van terreinen. De gemeente moet in de
planontwikkeling slechts randvoorwaarden
stellen. Maar daaraan mag dan verder niet
meer worden getornd. Tot randvoorwaarden
zou zeker een minimale kavelgrootte moeten
behoren. Hiervoor kiezen is volledig
tegengesteld aan de momenteel geldende
norm. Deze stelt bij ontwikkelingsplannen een
maximale kavelgrootte vast.
Een tegenovergestelde benadering geeft echter
de zekerheid dat de oorspronkelijke
bebouwingsschaal van het gebied wordt
gehandhaafd. Zelfs zou de gemeente zover
mogen gaan dat een minimale goothoogte
wordt geëist. Wie zich daaraan niet wenst of
kan houden is rondom de Koningin
Wilhelminahaven niet welkom.
In de structuur van de wijk moet worden
gekozen voor het meest eenvoudige
stratenplan. Bepalend zijn de brede kade aan
de zijde van de Wilhelminahaven en een al
even brede kade langs de Nieuwe Maas. Het
parkeren en laden wordt niet aan banden
gelegd. Gebruikskwaliteiten dienen te worden
benadrukt.Van toekomstige bewoners mag
worden geëist dat zij de behoeften van de
aanwezig en nieuw te vestigen bedrijven
respecteren. Omgekeerd is het zo dat aan de
bewoners geen beperkingen mogen worden
opgelegd omwille van de bedrijfsvoering.
Beide dienen in elkaar geïntegreerd te zijn in
een woongebied dat in zoveel mogelijk
opzichten op nautische activiteit moet zijn
gericht. De horeca kan hierin een functie