S
E
159 Musis
100 m hoogte.4 Om 5 uur kwam een
onderwijzeres met haar moeder achter
zich op de fiets haar toevlucht zoeken bij
ons. De oorlogsdagen hebben zij bij ons
doorgebracht. Om half 8 ging ik naar
den voorzitter van ons schoolbestuur,
Ds. M. Groenenberg. Deze was al
geweest bij een stervenden Duitsen
soldaat voor geestelijke bijstand. Wij
konden natuurlijk geen school houden.
De eerste officiële melding van den
oorlog kregen wij door de radio.
De uitzending besloot met ons geliefd
volkslied, dat spreekt van bange strijd en
nood. Nimmer trof mij zo het:
Mijn schild ende betrouwen zijt
Gij, o God en Heer! Terstond
zag men de mensen bezig, op
raad van de radio, om alle ramen
te beplakken met repen papier.
Dit moest het scheuren of
springen der ruiten voorkomen.
Ik vermag niet te beschrijven,
hoe die eerste oorlogsdag is
doorleefd.Van de schoonheid der
natuur genoot niemand. Tegen
de avond werden alle bedden
beneden op de grond gelegd.
Meerdere mensen brachten de
nacht door in de kolenkelder der
Bethelkerk.5 We hebben niet
veel geslapen.
De volgende morgen hoorde
ik dat onze melkboerV d. E.6
in het ziekenhuis lag. Hij
wilde in de vroegte zijn paard
uit de wei halen en werd toen
door mitrailleurkogels
getroffen. Na smartelijk lijden
overleed hij. Evenals een man,
die te bed liggend, een
granaatscherf in de buik
kreeg. Van overheidswege was
bevolen maatregelen te nemen
voor verduisteringen. Het
moest ten enenmale
onmogelijk gemaakt worden,
dat vanuit de woningen enig
licht uitstraalde.Vijandefijke vliegers
konden dan de objecten voor
bombarderen niet zien.7
Met zwart verduisteringspapier werden
alle mogelijke kieren en reten afgedekt,
ramen, waarvoor geen gordijnen hingen,
beplakt. Onze huizen werden somber.
Deze tweede oorlogsdag zagen wij de
brand van het vliegveld.8
De derde oorlogsdag - Pinksterdag. Alle
kerkdiensten waren afgelast. Het was den
bewoners van de Spordaan verboden
buiten te komen. In de vroege morgen
was er van uit enige woningen door
N.S.B.'ers op Nederlandse soldaten
geschoten. Menig schot knalde die dag
door de Spordaan. Terstond gingen onze
militairen over tot huiszoekingen en
arresteerden zij de N.S.B.'ers, tegen wie
de bevolking zeer gekant was. Deze
werden eerst gevangen gezet in het
raadhuis te Vlaardinger-Ambacht en
daarna in een schip op de Maas.9 Ter
voorkoming van paniekstemming werd
slechts zeer karig melding gemaakt van
de toestand op het oorlogsterrein. Wij
sliepen die nacht bijna niet.
Tweede Pinksterdag. De radio meldt:
grote formaties Duitse vliegtuigen in
Westelijke richting, 's Middags werd mij
Parachutisten
Gedaald
gelast naar een schoolgebouw te gaan
voor evacuatie-dienst. Het terrein der
Bataafse Petroleum Maatschappij stond
in brand.10 De bemanning van 2
schepen, waaronder 36 Chinezen, allen
omhangen door een zwemvest en
pakkage, boeren, arbeiders, vrouwen en
kinderen werden in school onder
gebracht om daarna door ons bij burgers
te worden ingekwartierd. Een arbeider
vertelde mij, dat zijn gezin de middag
maaltijd moest eindigen en ogenblikke
lijk vertrekken. Haastig werd een en
ander bijeengepakt en ..voort. Alles
verlaten! "En ik had zo'n dik varken in
het hok", zuchtte de man. De Chinezen
lieten wij in het schoolgebouw. In de
avond schrokken wij op door heftig
kanonvuur en motorgeronk. Drie zware
Duitse bommenwerpers vlogen laag over
onze huizen. 1 Werd geraakt en kwam
bij Hoek van Holland neer. Nadat wij
ernstig gebeden hadden, gingen we
vroeg naar bed.
Dinsdag 14 Mei. De radio zegt, dat de
algemene toestand steeds ongunstiger
wordt. "Bij parachutisten gedaald'
klinkt het om de drie minuten. De
Koningin is naar Engeland vertrokken.
Onophoudelijk is er luchtalarm. Om half
vijf komen twee totaal
onbekende Nederlandse
soldaten bij ons binnen om
wat te eten en te drinken. Zes
uur - radiobericht -
ontstellende tijding. Onze
opperbevelhebber, generaal
Winkelman besluit de strijd op
te geven om verder onnodig
bloedvergieten te voor
komen.11 Wij stonden aan de
grond genageld. Overgegeven!
Verloren! Nederland geen vrij
Nederland meer.
Ik besloot het te vertellen aan
mijn zoon, die al lid van de
Burgerwacht bij de afdeling
Nederlandse soldaten
was. Wat waren die
soldaten boos! Praatjes!
De commandant zeide:
"Grijpt dien man. Hij
demoraliseert den
Nederlandsen soldaat".
Doch toen sprongen de
twee soldaten, die bij
mij gegeten hadden,
naar voren en zeiden,
dat mijn vrouw en ik
ons juist grote vrienden
van den Nederlandsen
soldaat hadden
betoond. Zij redden mij
van arrest. Een
korporaal vliegt op een
motor, met een revolver in de hand,
door onze straten, schreeuwend:
Naar binnen! 't Is niet waar!
De radio zwijgt en laat ons in het
onzekere. Zeer gedrukt gingen wij naar
bed. Die nacht hoorden we geen
vliegtuigen.
15 Mei. Woensdag. Niemand ging naar
het werk. De brand op het terrein der
petroleum maatschappij is nog niet
uitgewoed. De wind voert de brandlucht
uit Rotterdam mee. De buren zijn zeer
bezorgd over hun familieleden te
Rotterdam. In de loop van de morgen
komen mensen, die eens waren kijken te
Rotterdam, terug. Zij zijn ontdaan over
O
O
=o
r—
O
CD
m
CD
CD
5
CD