Bram van Hengel De verhalen van de architectende landschapsarchit eet en de steden bouwkundige, alle zo karakteristiek voor hun 231 Musis De verhalen van de architecten, de landschapsarchitect en de stedenbouwkundige, alle zo karakteristiek voor hun beroepsopvatting. Dan de interviews met Cees Bokx en Kees van de Wind, de eerste scherpzinnig als altijd, de tweede voorzichtig en terughoudend, hij kent immers de complexiteit van de problematiek. Vervolgens je eigen rondlopen en nog eens rondlopen in het gebied. De beelden van de gesprekken en van watje zelf ziet worden aangevuld met beelden uit andere steden en andere havengebieden. Een schuimende cocktail van vragen en ideeën, die in elkaar overgaan en voorlopig nog geen afgewogen oordeel toestaan. Voor mijzelf is het, wat ik afpellen noem, een methode om grip te krijgen op het vraagstuk. Delfshaven en de Oude Haven in Rotterdam. Beiden min of meer uitgaansgebieden met een haven die geen vitale functie meer vervult. Het Entrepotgebied is fraai opgeknapt en opnieuw bebouwd, maar de haven is geen haven meer. Het enkele jacht dat er ligt, verdwaald en alleen bedoeld als decor. Drie beelden die op de Wilhelminahaven niet van toepassing zijn. Het gebied mag een verouderde, wat versleten indruk maken, vitaal is het nog steeds. Dit gebied is dus ook niet vergelijkbaar met het oostelijk havengebied in Amsterdam of het noordelijk havengebied in Antwerpen, beide verloederd en verlaten, een soort uitgestrekte schroothoop. Bij het Wilhelminahavengebied gaat het allereerst om de rivier met zijn niet aflatende dynamiek, waarvan het effect nog wordt versterkt door de bizarre schoonheid van het industriële complex op de zuidelijke oever.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2000 | | pagina 231