Musis 232 De noordelijke oever van de rivier is niet openbaar en dat is jammer omdat je het "balkon aan de rivier" aan de overzijde van de Buitenhaven graag naar het oosten zou doortrekken. Dan is er de haven. De grootste vissershaven wordt het nooit meer. Te ver van zee. Maar wel een echte zeehaven met brede kaden en voldoende faciliteiten. Hij ligt voorlopig ver genoeg naar het westen om nog te kunnen functioneren. Je zou willen voorkomen dat het een nephaven wordt met museumboten of een spookhaven waar af en toe een jacht afmeert. Zolang de haven blijft leven, leeft het hele gebied. De eerste zorg geldt dus het water, de haven. Ik weet onvoldoende van scheepvaart om te kunnen zeggen wat de kansen van deze haven zijn. Ik weet wel dat het de moeite waard is er warm voor te lopen. Nu gaan we een stapje verder. Terecht concludeert Teun Koolhaas dat de sluis als het ware het scharnier is tussen stad en rivier en dat de ontwikkeling van de zuidzijde van het spooremplacement hoort bij de ontwikkeling van de Wilhelminahaven. Ook de omgeving van het station hoort daarbij.Tegelijkertijd ben ik niet optimistisch over grootschalige kantoren ontwikkeling. Zoiets wordt pas mogelijk als de A4 corridor (die er mijn inziens komt en moet komen) van Amsterdam tot Antwerpen, een feit is. Met andere woorden, zoeken naar ontwikkelingsmogelijkheden van het emplacement moet onderdeel zijn van het Wilhelminahavenbeleid. Overigens, niet alles hoeft tegelijk en het één hoeft niet op het ander te wachten. Wie weet wil het Unilever-lab nog wel uitbreiden. Terug naar het havengebied zelf. De grootste belemmering van de zo gewenste multifunctionele ontwikkeling wordt gevormd door het geluid. De geluidcontourenkaart geeft aan dat de Wilhelminahaven een geluidruimte heeft die boven de toegestane norm ligt. Dat betekent dat er volgens de wet niet mag worden gewoond. Nu is voor zover ik weet voor dit gebied, samen met een aantal andere projecten in het land een experimentstatus overeengekomen. Deze houdt in dat wanneer bij de planvorming een bepaalde werkmethode wordt gevolgd, de regels van de milieuwetgeving verruimd mogen worden. Dat biedt veel mogelijkheden. Tegelijkertijd kan met een goede aanpak worden aangetoond dat de milieuwetgeving op een aantal punten uitzonderingen zou moeten toestaan omdat nu gewenste ontwikkelingen te veel worden belemmerd. Daarmee wordt verloedering in de hand gewerkt, terwijl de praktijk aantoont dat een goed werk-, woon- en leefklimaat mogelijk is. Wat zou je einddoel zijn als het om de Wilhelminahaven gaat? Wel allereerst dat de haven blijft functioneren als servicehaven voor de offshore, als passantenhaven voor zeeschepen, voor mijn part als marinehaven. Er zijn nu in Nederland een aantal grote klassieke zeilschepen in aanbouw. Wie weet behoort een haven voor deze schepen tot de mogelijkheden, eventueel samen met de bruine vloot en zeegaande jachten. Hier ligt dus een onderzoek- en acquisitietaak. En dan de bebouwing. Het is in het vorige nummer van Musis al gezegd. Er staan nogal wat stoere panden die ook zo ruim zijn dat ze, indien nodig, geschikt te maken zijn voor andere functies. Dat kan bedrijvigheid zijn of kantoorachtige activiteiten maar het kan ook wonen zijn.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2000 | | pagina 232