233 Musis
Langs de haven zelf zou ik graag een mix zien ontstaan van
allerhande activiteiten. Niet een monocultuur van wonen of
werken maar een mengsel van bedrijven (met het geluid dat
ze nu eenmaal met zich meebrengen), kantoren,
gespecialiseerde winkels, horeca en wonen. Alles in de schaal
die de bebouwing nu heeft.
Hier en daar vervangende nieuwbouw bij voorkeur met
bedrijvigheid op de begane grond. Een beleid gericht op
instandhouden en versterken van de karakteristiek en op het
maximaliseren van de grondopbrengst.
Aan de rivierzijde een nieuw waterfront. Dat mag wat
statiger, zoals aan de Westerkade bijvoorbeeld in Rotterdam.
Een menging van kantoren en wonen met wellicht ook wat
horeca.
Het gebied tussen de bebouwing aan de zuidzijde van de
haven en een eventuele nieuwe bebouwing langs de rivier
heeft een forse afmeting. In mijn beeld zie ik daar iets
ontstaan als de Parklaan in Rotterdam. Een fraaie groene
ruimte met statige panden. Een ruimte omringt door
gesloten bebouwing, waar de geluiden van buiten gedempt
doordringen. Een groene oase in een vibrerende
maatschappij.
Of de hiervoor geschetste beelden bereikbaar zijn weet ik
niet. Daarvoor moet je alle ins en outs veel beter kennen.
Eén ding weet ik wel. Als je het wilt bereiken moetje
geduld hebben. Dit is geen hit and run situatie. Ook niet een
gebied datje moet overlaten aan bijvoorbeeld één grote
ontwikkelaar. Er is behoefte aan een grote verscheidenheid,
aan veel verschillende klanken, van beat tot pastorale, van
fortissimo tot pianissimo.
Een goede dirigent zou in staat moeten zijn in nauwe
samenspraak met bestuur en belangstellenden langzaamaan de
vele verschillende muzikanten tot een solide orkest te
smeden. Zo iemand, het kan natuurlijk ook een collectief
zijn, moet niet in de lijn van een gemeentelijke organisatie
staan. Hij, zij moet een grote vrijheid van handelen hebben,
uitgaande van de geformuleerde doelen, in directe
communicatie met B&W van de gemeente, geassisteerd door
adviseurs en een klankbordgroep van belanghebbenden en
geïnteresseerden.
Tijdige transformatie van een nu nog vitaal gebied tot een
haven die weer 50 jaar bruist van activiteit is onvermijdelijk,
maar ook mogelijk. Niet met ohfantspoten door de
porseleinkast, maar zorgvuldig zowel in het vele, vele overleg
met vele partijen als in de perceelsgewijze metamorfose van
dit in wezen fraaie stadsdeel. Het café op de hoek moet zo
wie zo blijven zitten.