I
Musis 246
leverancier van nieuwe straatnamen. Zij
moet het college van burgemeester en
wethouders ook adviseren over de
talloze verzoeken om straatnamen te
veranderen, of straten naar politiek of
maatschappelijk actuele figuren te
noemen. Politieke en maatschappelijke
organisaties wenden zich met grote
regelmaat tot de raad of een verwante
fractie in die raad met de dringende
vraag straatnamen die inmiddels politiek
incorrect geacht worden te veranderen,
of een straat te noemen naar een
politieke martelaar. Zo vroegen Anti-
Apartheidsactivisten in de jaren zeventig
aan de Nederlandse gemeenteraden om
de straten die omstreeks 1900 genoemd
waren naar de Zuid-Afrikaanse
Boerengeneraals, ooit de dappere
verdedigers van de stamverwante Zuid-
Afrikanen tegen de perfide Engelsen,
maar inmiddels de verafschuwde
grondleggers van de Apartheid, nieuwe
namen te geven. Zij stelden voor die
straten nu te noemen naar de bestrijders
van de Apartheid, zoals Nelson Mandela,
Desmond Tutu en Alan Boesak. Leden
van gemeenteraden zijn gevoelig voor
de waan van de dag en staan welwillend
tegenover zulke verzoeken. In Den Haag
lukte het de straatnaamcommissie in de
jaren zeventig de gemeenteraad duidelijk
te maken dat straten om praktische
redenen alleen in de uiterste noodzaak
een andere naam mogen krijgen én dat
ook straatnamen een onderdeel van de
plaatselijke- geschiedenis zijn.
Het Transvaalkwartier hield dus zijn
oorspronkelijke namen. Bij veel
gemeenteraden kwamen in 1973 ook
voorstellen binnen om een straat te
noemen naar de democratisch gekozen
marxistische Chileense president
Salvador Allende die bij een rechtse
staatsgreep gedood was. Dat was
moeilijker. De Haagse straatnaam
commissie waarschuwde voor het risico
van verbastering, maar vond geen
gehoor, terwijl er toch weinig fantasie
voor nodig was om te voorspellen dat
de Allendestraat de Ellendestraat zou
worden. Dat was al eerder gebeurd. In
1970 was de Slachthuiskade omgedoopt
in Neherkade, naar dr. ir. L. Neher
(1889-1967), die directeur was geweest
van de Gemeentelijke Telefoondienst
van Den Haag en directeur-generaal van
de PTT. De naam werd veranderd,
omdat de Gemeentelijke Sociale Dienst
aan die kade gevestigd werd en de naam
Slachthuiskade niet passend gevonden
werd. Toen in de jaren zeventig veel
gekleurde rijksgenoten zich bij de
Sociale Dienst lieten inschrijven, heette
de Neherkade al gauw de 'Negerkade'.
De raad was echter niet te vermurwen
en in 1979 kreeg de wijk Loosduinen
een Salvador Allendestraat.
Schiedam heeft een wakkere raad die
begrijpt dat de Zweedse namen die het
college zo graag in Sveaparken zou
gebruiken aan slechts één - overigens
belangrijk- criterium van
straatnaamgeving voldoen: ze wijzen
feilloos de weg naar de nieuwe wijk.
Toch vindt vooral de PvdA-fractie de
Sveanamen terecht ondeugdelijk, want
te moeilijk en te elitair. Onbruikbaar
zijn de meeste sociaal-democratische
alternatieven helaas ook. Natuurlijk stelt
men voor een straat te noemen naar de
vermoorde geestverwante politicus Olaf
Palme. Een Palmestraat of, nog
Zweedser Palmegaten, zou echter
kunnen leiden tot verwarring met
zowel de Palmboomstraat als de Van der
Palmlaan. Bovendien is Palme de enige
Zweedse politicus die in Nederland een
bescheiden bel doet rinkelen. Zijn
collega's zijn voor de doorsnee
Schiedammer net zo onbekend als Drees
en Schermerhorn voor de Zweden.
Ook de popgroep ABBA wordt door de
PvdA-fractie straatnaamfahig gevonden.
Dat is evenmin een goed idee.
Misschien leuk voor de 'citypromotie',
maar daar blijft het dan ook bij. ABBA is
in Nederland immers de enige bekende
Zweedse popgroep, zoals Palme de enige
Zweedse politicus is, die hier voor een
straatnaam in aanmerking zou kunnen
komen. Bovendien is het een vast
beginsel in straatnamenland dat levende
personen niet vernoemd worden, leden
van het Koninklijk Huis uitgezonderd.
De klacht dat er weinig vrouwen onder
de voorgestelde Zweedse namen zijn is
numeriek juist, maar biedt geen soelaas.
Schiedam heeft al een in omvang te
bescheiden maar politiek volstrekt
correcte Vrouwenbuurt die in 1983 is
voorzien van een negental namen van
politiek of maatschappelijk actieve
vrouwen. Blijven over de geleerden en
de schrijvers. Linnaeus is in 1928 in Den
Haag vernoemd en mag zich in
Amsterdam zelfs in vijf straatnamen en
één plantsoen verheugen. Alfred Nobel
heeft er in Amsterdam maar één, maar is
wel moeiteloos de gemeenteraden van
tientallen Nederlandse gemeenten
gepasseerd. Geen onbekenden dus, maar
onvoldoende om een wijk mee te
vullen. En dat geldt ook voor de
schrijvers. Natuurlijk, Selma Lagerlöf
was ooit een wereldberoemde
romanschrijfster, maar is nu volstrekt
vergeten, en August Strindberg heeft
onsterfelijke toneelstukken geschreven.
Ook zij vullen geen (deel)wijk.Veel
andere mogelijkheden dan het
vernoemen van de straten naar zo
eenvoudig mogelijke Zweedse
geografische namen lijken er dus niet te
zijn. Of biedt de PvdA-klacht over de
moeilijkheidsgraad van de namen
misschien toch nog een lonkend
perspectief? Inderdaad, Pippi Langkous,
de hoofdpersoon in de kinderboeken
van Astrid Lindgren is legendarisch
geworden door een televisieserie.
Schiedam heeft geen buurt of wijk waar
de straten zijn vernoemd naar de
hoofdpersonen uit kinderboeken,
waarmee generaties Schiedammers zijn
opgegroeid. Door Pippi Langkous, Jip
en Janneke, Paddeltje, Pietje Bell,
Arendsoog, Ketelbinkie en vele andere
hoofdpersonen uit kinderboeken een
straatnaam te geven zullen ze altijd deel
blijven uitmaken van het collectieve
geheugen. Ook dat is een doel van de
straatnaamgeving. Zo zouden een
Zweedse wijk en een straatnaam
probleem een goede aanleiding kunnen
zijn om waarschijnlijk voor het eerst in
Nederland de helden van ieders jeugd te
eren met straatnamen die allesbehalve
elitair, maar wel herkenbaar, schrijfbaar
en uitspreekbaar zijn. En wie weet haalt
Schiedam daarmee opnieuw de
landelijke pers, maar dan positief!
Het college van burgemeester en
wethouders heeft een probleem dat snel
moet worden opgelost, want in
september worden de eerste twee
deelwijken opgeleverd en zullen de
straten daar toch namen moeten
hebben. Waar moeten anders de
stoffeerders naar toe met hun
vloerbedekking en hoe moet de post
Musis bezorgen? Om over de politie en
de brandweer maar niet eens te praten.
De straatnaamcommissie is laconiek.
Zij wacht op nieuwe directieven van het
college.
Voor een nieuwe ronde overleg, het
volgen van cursussen Zwedenkunde, en
het voorbereiden van serieuze
alternatieve Zweedse voorstellen is geen
tijd meer. Misschien is het een idee de
commissie gewoon nog een keer naar de
bibliotheek te sturen. Dit keer niet naar
de afdeling Zweden, maar naar de
jeugdbibliotheek.