rsBÉëfï.
„W" .-««mSI^IsSSMF
4"
Tweeduizend jaar waterbouwkunde. De prehistorische duiker, die later een hergebruikte kano
blijkt te zijn, ligt exact in het verlengde van de moderne PVC-duiker hetgeen zuiver toeval is.
(Foto: VLAKj
plaatse van de verbinding tussen de beide
duikerdelen. Wellicht mogen we dit
beschouwen als een 'kinderziekte', hetgeen
aannemelijk maakt dat we met deze vondst
aan de wieg staan van een betrekkelijk
nieuwe constructie. Voor de dam, zogezegd
aan de klepzijde, bevond zich een stortbed
van meer dan 20.000 scherven. Dit stortbed
was aangelegd te versteviging van de
kreekbodem waarmee voorkomen werd dat
het uitstromende water het zand voor de
dam zou wegspoelen waardoor de dam
ondermijnd zou worden. Op grond van het
schervenmateriaal kan bepaald worden dat
de waterkering tussen 70 en 125 na Chr.
moet zijn aangelegd. Gezien de bijzonder
heid van de constructie, is het geheel gelicht
en geconserveerd. Momenteel kan de sluis,
de oudste van West-Europa, bezichtigd
worden in Museum Hoogstad.
Opvallend is dat de oudste duikers van
West-Europa, alle daterend tussen de eerste
en derde eeuw na Chr., juist met name in
het Maasmondgebied zijn aangetroffen,
namelijk 11 van de 14, waarvan vier uit
Vlaardingen. De drie die buiten het
Maasmondgebied ontdekt zijn, betreffen
Wateringen,Valkenburg (Zuid-Holland) en
Vechten (Utrecht).Van de veertien duikers
gaat het om drie klepduikers. In West-
Europa zijn tot op heden geen duikers
bekend met een vergelijkbare ouderdom.
Dit wijst erop, dat het om een lokale
vinding en niet om een Romeinse
innovatie gaat. Opvallend is ook de grote
variëteit in de maakwijze van de duikers.
Men maakte duikers van zowel ongekliefde
boomstammen die uitgehold werden met
behulp van de lepelboor als van gekliefde
boomstammen die uitgehold zullen zijn
met behulp van beitels.Voor de bevestiging
van de gekliefde, uitgeholde delen, paste
men verschillende methoden toe. Ze
werden zowel bevestigd met houten pennen
als met getwijnde wilgentenen. Ook zijn er
combinaties toegepast: een duiker bestaande
uit een uitgeholde, ongekliefde en een
gekliefde boomstam, twee uitgeholde
boomstammen die ten dele in elkaar waren
geschoven als een duiker die afgedekt was
met een plank. Kortom, vrijwel elke duiker
is weer anders, wat het bovenstaande
vermoeden dat ze op lokale schaal werden
gemaakt, lijkt te bevestigen.
Op ruim 120 m ten zuidoosten van de dam
met klepduiker, in de richting van de Maas,
werd wederom een prehistorische dam met
duiker ontdekt. De bouwers hadden handig
gebruikt gemaakt van boomstammen die
waarschijnlijk expres vanaf de oeverwal in
de kreekbedding omgetrokken waren om
zo als fundament te dienen voor de
damconstructie. Naderhand zullen de
boomstammen die voor de dam uitstaken,
hebben gewerkt als stroombreker en
onderspoeling van het damlichaam zijn
tegengegaan. Door een uitgekiende
opgravingsstrategie kon van de dam, die
niet van bovenaf maar vanaf de zijkant werd
opgegraven, een gedetailleerd beeld worden
verkregen. Ook deze duiker is gelicht en
geconserveerd en zal een plek gaan krijgen
in Museum Hoogstad. Opvallend is de
locatie waar de dam is aangetroffen,
namelijk bij de aanleg van een moderne
duikerbrug. De locatie van deze moderne
duikerbrug was volkomen willekeurig en
vertoont geen enkele relatie met het
landschap uit de Romeinse Tijd. Des te
frappanter is het feit dat de prehistorische
duiker zelfs exact in het verlengde blijkt te
liggen van de moderne PVC-duiker.
Mooier kan 2000 jaar waterbouwkunde
niet worden gesymboliseerd.
Nog opmerkelijker is het feit dat de duiker
aan de 'rivierzijde' schuin omhoog oploopt.
Omdat een duiker horizontaal - eventueel
met een licht verloop - hoort te liggen, kon
het afbuigen in de hoogte niet goed worden
verklaard. Eventuele vervorming door de
druk van het damlichaam bood geen goede
verklaring. Nadat de duiker in delen werd
gehcht en stukje bij beetje door het Delftse
conserveringsbedrijf Archeoplan was
geconserveerd, werd deze in de loop van
2000 gerestaureerd. Toen ahe stukjes daarbij
aan elkaar waren geplakt, kwam de grote
verrassing: het oplopen van de duiker bleek
oorspronkelijk te zijn. Men had bijna 2.000
jaar geleden een oude kano gebruikt als
duiker. Dit maakt de vondst extra bijzonder,
omdat uit de Romijnse Tijd verder geen
vergehjkbare inheemse boomstamkano's
bekend zijn.
De duikeraanleg maakt het mogehjk om het
waterpeil te reguleren. Het is denkbaar, zelfs
zeer waarschijnlijk, dat de inheemse boeren
al dijken opwierpen. Probleem is aheen dat
dergehjke bovengrondse structuren geheel
zijn opgenomen in de bouwvoor en dat een
archeoloog er dus niets van terugvindt.
Onlangs zijn echter wel in het Friese
Donjum enWijnaldum dijken gevonden uit
de tweede eeuw na Chr. en zelfs uit circa
100 voor Chr. in het Friese Peins. Het is
dan ook niet ondenkbaar dat er ook in het
Maasmondgebied dijken moeten hebben
gelegen.
Onder de Romeinse overheersing brak een
grote bloeiperiode aan. Nieuwe mensen,
nieuwe producten, nieuwe ideeën, een
groeiende bevolking en grootschalige
ontginningen waren het gevolg. Na een
periode van dik twee eeuwen voorspoed
„33:4.-/
t .r \y*^ j 1
De werking van een klepduiker. (Tekening: B. Koster, VLAK)
255 Musis