22. WATERVERTIER
langs de Broekweg maakte dat je een halve
dag onderweg was. Dit was iets voor
Hemelvaartsdag of tweede Pinksterdag.
Soms als vader een extraatje had, werd er
een roeiboot gehuurd. Dat kon bij Café
Zonneveld op de hoek van de Gedempte
Biersloot en de Kwakelsteeg, waarvan de
boten groen-zwart waren geverfd. Bij
Vermaas en Phul Borst waren ze blauw-wit.
En waren die allemaal verhuurd, dan moest
je naar Schenkeveld bij de Vlieten, nu
'Vhetzicht'.Was je zo rijk datje een kano
bezat, dan werd die gestald bij Oosterlee,
die eerst kippenboer was, maar in de jaren
dertig meer zag in de watersport. Langzaam
veranderde zijn erf in een scheepswerfje met
opslagloodsen voor boten en kano's.
Vissen deed men vooral 's avonds in de
haven. Men viste dan met een lamp op
spiering, die op het licht afkwam. Bij de
Delflandse sluizen aan de kant van de
Wedde (tussen Kortedijk en Delftseveerweg)
waren ook altijd vissers te vinden. In de
tijden van grote werkeloosheid was dit voor
velen de enige betaalbare hobby: met de
'kanis' erop uit. Een kanis was een kist(je)
met visgereedschap, dat door zijn holling op
de rug gedragen en aan de waterkant als
zitplaats gebruikt kon worden. En moeder
wilde ook dat vader een paar opgroeiende
jongens meenam. Maar hij zei dan: "Liever
niet, zij vreten je deeg op (bedoeld ah aas), en ze
schijten in je kanis". Er waren een paar
visclubs in onze stad, en was er dan een
viswedstrijd, dan zaten ze van de Delflandse
sluizen tot aan Schenkeveld langs de Vaart.
Het vermaak op ijs is al zeer oud.
InVlaardingen zijn bij opgravingen
middenhandsbeenderen van runderen
aangetroffen die aan één zijde helemaal glad
afgesleten waren en waarin in elke uiteinde
een gat was geboord. Het gaat hier om
zogeheten glissen, de voorlopers van de
De drijvende Vlaardingsche Bad- en Zweminrichting in de Spoorhaven, circa 1920. (Collectie Stadsarchief Vlaardingen)
Eeuwenlang hebben de Vlaardingers het
water gebruikt bij het doorbrengen van hun
schaarse vrije tijd. Men zwom in de haven,
in de Vaart of bij het strandje bij de Gorzen
langs de Maas, waar nu het Delta Hotel
staat. Er verdronk nog wel eens een jongen
(want meisjes mochten uiteraard niet
zwemmen!) zodat de Maatschappij tot Nut
van het Algemeen in 1869 een poging deed
om een zwembad te stichten.
De bekende dokter Voogd probeerde het in
de jaren tachtig van de negentiende eeuw
nog eens, maar nu vanuit gezondheids
oogpunt. Uiteindelijk kwam er in 1894 een
zwembad in het Prikkenwater, ten noorden
van de Parallelweg, een soort havenkom
waar de prikken werden levendgehouden.
In 1908 kwam er een nieuw zwembad in
de Koningin Wilhelminahaven, dat een jaar
later werd aangevaren en gedeeltelijk zonk.
Hierna werd een drijvend zwembad
geplaatst in de Spoorhaven, dat in 1941
werd lekgeschoten door een dronken
Duitse soldaat. Toen het Kolpabad na de
Tweede Wereldoorlog werd geopend,
konden de Vlaardingers eindelijk in gezond
water zwemmen.
Jaarlijks was er een 1-kilometer
zwemwedstrijd in de Oude Haven, waaraan
Sportvissers in het park 't Nieuwelant, 1968. (Collectie Stadsarchief Vlaardingen
ook de legendarische 'ijsboer' Leen
Kalkman (Elka-IJs) meedeed.
Ambachters leerden zwemmen bij een
strandje in de Vlaarding op de plek waar nu
de Bethelkerk staat. Was je de zwemkunst
machtig, dan mocht je naar de Kulk bij
Moerman, of zelfs in de Vaart je kunsten
vertonen.
Bij Oosterlee werden waterfeesten
georganiseerd, met onder andere
boegsprietlopen, waarbij de schrijver van dit
artikel in de jaren zestig, in zwart jacquet
gehuld als 'Delflandse dijkgraaf', door de
jeugd in het water werd geduwd en daarna
door hen werd gered...
Het water van de Maas lokte iedere zondag
duizenden Vlaardingers, wier enige plezier
een wandeling 'van het Hof naar het Hoofd'
was. Daar je na zonsondergang niet in het
Hof mocht rondwandelen, trok men met z'n
allen naar het zogenaamde 'Platje', het café
restaurant 'De Maas' op het Westerhoofd.
Stelletjes zochten het gras langs de Vaart op
en een oudVlaardings aftelversje geeft daar
een ongekuist beeld van:
Aan de rand van de sloot,
lag een echtpaar bloot.
De billen van meneer,
die gingen zachtjes
op en neer.
De billen van
mevrouw,
zagen blauw van de
kou.
Anderen plukten
lisdodden, sigaren
of fakkels ge
noemd, riet voor
een fluitje, of
maakten wilgen
fluitjes. De wan
deling via de
Broekkade, het
klaphekje naar de
Broekpolder en
Schaatsen op de Vlaardingse Vaart. 1976. (Collectie Stadsarchief Vlaardingen)'
Musis 286