DE KUNST DER DINGEN Ml a n tel. :010-2487018 Tapasbar/restaurant Voor Juan en alleman Proef in warme zuidelijke sfeer van Spaanse hapjes en drankjes, geniet in de zon op het drijvend terras van een koele cerveza of zoek Spaanse specialiteiten in het winkeltje Extraordinario. Lange Haven 26 3111CG Schiedam tel/fax 010 4263898 PLilNKClNP Rijkestraat ÏO 3131 CV Vlaardingen 325 Musis enthousiasme dat het tot op de dag van vandaag heeft weten uit te houden. De Koster gekend hebbend, zou dat hemzelf misschien nog het meest verbazen. HVDS Tot aan het midden van de vorige eeuw gold er voornamelijk één SB stijlopvatting; die van de herhaling van de werkelijkheid. Ook daar waar de kunstenaar in zijn werk een verhaal vertelde, de wereld een boodschap voorhield of zich schaarde binnen een beweging, bediende hij zich van beelden die aan de werkelijkheid ontleend konden zijn. Dit veranderde onder andere door de opkomst van de fotografie en de ontdekking dat de waarneming niet los gezien kan worden van de persoon. Niet meer het ding zélf maar de wijze waarop en door wie het werd bekeken gaf aan de dingen een geheel nieuwe betekenis en leidde tot onverwachte samenhangen. Een nieuwe richting ontwikkelde zich waarin de herkenbaarheid der dingen langzaam oploste in een individuele waarneming waarin vorm, licht en kleur subjectieven werden. De persoonlijke weergave van sfeer en impressies werden een beginpunt.Voor het eerst werden werkelijkheid en voorstelbaarheid in de kunst ter discussie gesteld. De kennismaking met Afrikaanse sculpturen en objecten en andere culturen buiten Europa, aan het begin van de vorige eeuw, gaven nieuwe impulsen aan de veranderende opvattingen binnen de westerse kunst. De japonnerie vond vooral een bodem in de introductie van nieuwe rangschikkingen en een exotisme binnen de westerse stijlopvattingen. De Afrikaanse maakte echter indruk door de hier nog ongekende vrijheid in de deformatie van vormen en de combinatie van voorwerpen tot een nieuwe vorm, een nieuw bestaan als zelfstandig object. De magie deed zijn intrede in de erva ringswereld van de Europese kunstenaar en opende geheel nieuwe perspectieven. Overigens deed dit verschijnsel zich niet alleen voor binnen de beeldende kunst. Ook toonkunstenaars ontdeden zich allengs van de strakke melodische voorschriften. Er ontstond ruimte voor nieuwe opvattingen en experimenten op basis van niet westerse melodieën en ritmes, precies zoals ook de letteren een andere richting insloegen en de westerse literatuur Het kennismaken met het gecomponeerde verhaal dat zich baseerde op de klassieke voorbeelden maar het dagelijks leven tot uitgangspunt nam. Binnen de beeldende kunst leverden vervolgens opeenvolgende stromingen zoals kubisme, futurisme, dadaïsme, surrealisme, pop-art en het nieuwe realisme, ieder van uit een eigen intentie een belangrijke bijdrage aan de rol en betekenis van het object als voertuig van de fantasie. De invloeden van deze stromingen zijn tot op de dag van vandaag voelbaar en zichtbaar gebleven. Het object als voertuig van de fantasie, stelt dat het zien der dingen op zichzelf een inspiratiebron is die aan tal van kunstuitingen in alle disciplines ten grondslag ligt; het kinderbedje dat in een compositie van Mozart een herkenbaar thema vormt, de Japanse bloemtak die Breitner als uitgangspunt nam voor één van zijn schilderijen, de objecten van Duchamps, die aan het begin van de afgelopen eeuw willekeurige voorwerpen uit hun context lichtte en overbracht naar het domein van de kunst, de collages van Oppenheim en Werkman en het onbewerkte hout aan welks puurheid Rietveld niets wenste te veranderen. De deelnemers aan de Kunst der dingen, afkomstig uit respectievehjk Schiedam, Vlaardingen en Maassluis volgden dat spoor en gingen aan de slag met, of naar aanleiding van, een door hen gekozen object uit de collectie van het streekmuseum Jan Anderson en creëerden een kunstwerk, als alter ego van het gekozen object. Deze overgang van de ene vorm naar een andere, of van de ene betekenis naar een andere, als resultaat van de interactie tussen de kunstenaar en de schijnbare onbeweeglijkheid der dingen, toont ons een nieuwe persoonlijkheid van het ding in een louter zelfstandig bestaan. Sommigen hielden zich strikt aan het voorwerp als zodanig zoals Geertrui van der Craats die in 1998 in het museum het kostuum zag dat ooit gedragen werd door de Maassluisse Johanna Antonia Lips (1835-1925) en in haar fantasie de jonge vrouw gekleed in jak en rok langs de haven van het oude Maassluis zag lopen. Gefotografeerd in de stijl van rond 1900 was dit voor haar de kans om de tijd van weleer weer tot leven te roepen. Sjef Henderickx zocht daarentegen naar een inspirerende parallel in z'n eigen uitgebreide kabinet van vondsten van overal en nergens en vond deze in een koperen trechter. De trechter komt met enige regelmaat voor in zijn werk. En het is dus dat zijn keuze daarop viel. In zijn verzameling bevindt zich al jaren een uiterst merkwaardige schelp (xenophoridae, dragerschelp). De bewoner heeft de gewoonte lege schelpen uit zijn omgeving te verzamelen en letterbjk aan zich te binden. Hij plakt ze aan zijn huis, en draagt de collectie met zich mee. Datzelfde heeft Henderickx met zijn trechter gedaan, die als het ware een verzamebng messing objecten naar zich toe getrokken heeft. Henk Horsten De deelnemende kunstenaars zijn Beaty Czetö, Geertrui van der Craats, Ineke Hagen, Sjef Henderickx, Dike HofYvon Koopman, Manon Lith, Gerda Ploeg, Jan Prins, Michel Snoep, Eric van Straaten en Moniek Veldhoven. Galerie Hollandia 29 september/2 loktoher 200

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2000 | | pagina 325