een straatje van niks
Peter de Lange
Musis 10
In de Röntgenstraat heb ik vaak
teruggedacht aan de lessen
meetkunde op de middelbare school.
Dan zag ik de wiskundeleraar weer
voor me. Het laagje krijtstof op de
kraag van zijn morsige colbertje, alsof hij
last had van hardnekkige roos. Zijn
gekwelde gelaat, dat een obsessie voor
rekenkundige vraagstukken verried. De
onhandige grote houten driehoeken
waarmee hij wiskundige figuren tekende
op het bord. En tenslotte die figuren
zelf. Een wirwar van lijnen, hoeken en
getallen. Een labyrint even duister en
onverklaarbaar als de werkelijkheid zelf.
Zo zag de Röntgenstraat er ook uit.
Geen touw aan vast te knopen.
Ontworpen door een dronken
mathematicus.
Gewoonlijk bestaat een straat uit twee
evenwijdig aan elkaar lopende lijnen met
HOE
DE RÖNTGENSTRAA
een zekere ruimte ertussen voor het
verkeer. Meestal lopen die lijnen recht,
maar soms zijn ze flauw gebogen. De
eerste soort zou je, vanwege hun
kaarsrechte voorkomen, kanaalstraten
kunnen noemen, de tweede, door de
kromming die ze vertonen, rivierstraten.
Je hebt ook U-vormige straten, straten
die een halve cirkel beschrijven en
straten in vierkantsvorm. In
nieuwbouwwijken uit de jaren zeventig
kom je nog wel gekkere figuren tegen.
In dat tijdperk droeg iedere afwijking
van het normale bij aan een betere
wereld. Zelfs een onpraktisch
stratenpatroon.
De Röntgenstraat houdt zich aan geen
enkel voorschrift. Hij is niet recht, niet
krom en niet elliptisch. Hij bestaat uit
fragmenten van allemaal verschillende
vormen.
Deze wonderlijke straat ligt in het
zuidwestelijke gedeelte van de
Vettenoordsepolder in Vlaardingen, aan
een route die de Westhavenkade verbindt
met de Van Beethovensingel.Volg je deze
route vanaf de haven, dan loop je eerst
over de Vetteoordskade. Die gaat na een
paar honderd meter over in de
Verheijstraat. Deze straat splitst zich even
verderop in twee delen. De linkerkant
blijft Verheijstraat heten, de rechterkant
heet Röntgenstraat.
De twee heliten liggen een flink eind uit
elkaar, alsof ze gebrouilleerd zijn, en
verwijderen zich na iedere pas nog
verder uit elkaar. Al na vijftig meter is de
onderlinge afstand zo groot dat men, om
te voorkomen dat de bewoners zouden
uitkijken op een grimmige klinkervlakte,
in het midden een plantsoentje heeft
aangelegd. Veel stelt het niet voor, maar