Musis 6
Paul van Oort en Sandor Gora
waarom ter wille van de
goodwill en publiciteit aan
derden teveel werd
toegestaan.
Gezien de florissante positie
van het theater moet men
daaraan niet al teveel gewicht
willen hechten. Omgerekend
bestuur benoemde directeur
echter diepgaand van
mening. Bij zijn aantreden
heeft Paul van Oort het
voorlopige beleidsplan
herschreven tot een
definitieve versie, waarin ook
de wederzijdse financiële
verantwoordelijkheden van
theaterbestuur geformuleerd.
Dat aan de verplichtingen
kan worden voldaan, is
vastgesteld door het
onafhankelijke
onderzoeksbureau R&H, dat
gespecialiseerd is in theater-
en evenementenexploitaties.
Het bureau legde de
bevindingen betreffende de
financiële positie van het
theater en de exploitatie over
de afgelopen jaren vast in een
advies dat door alle partijen
als bindend is aanvaard. Kort
gezegd kwamen de
conclusies hierop neer dat de
financiële tegemoetkoming
van de gemeente voldoende
is als het theater
marktconform haar
commerciële diensten aan
derden aanbiedt. Als de juiste
kengetallen worden
gehanteerd behoeven en
zullen er geen financiële
problemen ontstaan. Hiermee
werd gelijk een antwoord
gegeven op de allang gestelde
vraag hoe het theater dan
een tekort heeft kunnen
opbouwen van enkele
honderdduizenden guldens.
Het antwoord op die vraag
moet worden gezocht in een
al te ruimhartig beleid,
naar bezoekersaantallen en
opgebouwd krediet praten
we over een bedrag dat groot
maar in het licht van
vergelijkbare begrotingen -
niet onoverkomelijk is. Mits
de afspraak kan worden
gemaakt dat het hierbij blijft.
Daarover was het advies van
R&H glashelder en dat was
ook een eis van het
gemeentebestuur. Over de
oorzaken van het tekort en
de manieren waarop dit wel
of niet voorkomen kan
worden, verschillen het
bestuur en de door het
gemeente en theater zijn
opgenomen. Deze
verantwoordelijkheden
golden als harde afspraken.
Bijgevolg dient voor
afwijkingen daarin een
gegronde reden te worden
opgegeven. Ook het bestuur
vroeg daarom. Want hoe de
verklaring ook zou luiden,
het wederzijds ondertekende
beleidsplan verplichtte
hiertoe.
Jammer is dat zo
langzamerhand meer bekend
wordt dat deze verschillen