mmssÊssemmmm% m PKBCI Biii Hans van der Sloot 49 Musis zorgbehoefte zijn de zelforganisaties en soms de moskee, het vaste middelpunt voor de Marokkaanse en Turkse gemeenschappen. In de regio vanaf Delfshaven tot Maassluis zijn ongeveer tweehonderd zelforganisaties werkzaam. In Delfshaven, dat als meest actieve en ervaren centrum geldt, zijn er grof geschat een kleine veertig actief op het maatschappelijke vlak. De overige honderdzestig zijn er meer voor feesten en partijen. Die vallen dus af. De andere houden zich echter voornamehjk bezig met de materiële hulpverlening of groepsgerichte activiteiten. Deze inschakelen bij het signaleren en doorgeven van zorgbehoeften vergt een lange periode van overleg en bovendien investeringen in uitbreiding en training van de staf. Vanuit een Melkert-baan kun je niet zoveel. Ook moet helaas worden vastgesteld dat - terwijl het contact tussen Nederlandse en allochtone instellingen al hapert - de samenwerking tussen de migrantenorganisaties onderling ook niet vlekkeloos is. Nicole Lemette is door ervaring wat terughoudend geworden: 'Je moet goed weten met wie je door de deur gaat en vooral hoe vaak en in welke volgorde. In overleg treden met een Marokkaanse organisatie en een Kaap Verdische over het hoofd zien, brengt je een flink end achterop'. Met slechts één moskee zijn in Delfshaven de contacten op maatschappehjke gebied goed te noemen. Maar de moskee kan schrijven, laat staan op zoek te gaan naar eventuele achter gronden en de hulp die bij het oplossen van problemen zou kunnen worden geboden. Daarbij komt dan nog dat het doktersbezoek meestal een individueel karakter heeft terwijl de zorgvraag vaak de gezinssituatie betreft. Aan de wens van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg kan maar heel beperkt en meestal veronderstellenderwij ze worden tegemoet gekomen. De Nederlandse samenleving staat er nauwelijks bij stil, dat sommige - voor ons zo vertrouwde signalen, vanuit migrantenkringen niet eens worden vernomen. Overlijdens berichten en rouwadvertenties zijn bijvoorbeeld in de meeste niet-westerse culturen onbekend. Over de mortuahteit onder de migranten zijn geen cijfers voorhanden, sociale omstandig heden zijn matig in kaart gebracht, thuiszorgorganisaties hebben zich kunnen verdiepen in de specifieke hulpvragen uit deze groep terwijl ziekenhuizen een aantal problemen wel onderkennen, maar zijn niet toegerust om daarin anders dan binnen hun beperkingen hulp te bieden. Het valt ook moeilijk om in een islamitische familie die aan het ziekenhuisbed een meegebrachte maaltijd wil nuttigen, het ultieme bewijs te zien van eerbied voor de stervende.Van dit toelaten kan al helemaal geen sprake zijn. Kortom, het complex van maatschappehjke zorg komt in conflict door onbekendheid met de diversiteit geen oplossing bieden voor weer een ander probleem. Traditioneel denkende islamitische mannen staan wantrouwend tegenover het vragen om hulp. En dit laatste geldt zowel voor het formuleren van een hulpvraag in eigen kring of bij instanties, de school of de huisarts. De nota Interculturalisatie zou aan medici en de intramurale gezondheidszorg een grotere rol willen toebedelen. Noch de ziekenhuizen, noch de artsen voelen er veel voor om eenzijdig initiatieven te nemen. Zij leiden uit het grote aantal psychosomatische klachten onder migranten af dat de zorgvraag evenredig groot moet zijn. Maar méér doen dan signaleren kunnen ze meestal niet.Verwijzen gaat al moeilijk. Battaï kent vele voorbeelden van haperende contacten tussen medici en migranten; vaders die het gesprek voeren voor hun dochters; moeders die geen woord Nederlands spreken en ouderen die zich op doktersbezoek door een kind in de basisschoolleeftijd laten vergezellen. Het is al moeilijk genoeg om de klacht te doorgronden en een medicatie voor te van culturen en het daarin weer bestaande onderscheid tussen de verschillende groepen en standen. Vele jaren geleden alweer meldden medewerkers van de toen nog nieuwe Beukenhof dat deze instelling Hindi toestond om de crematie van hun familieleden bij te wonen in de nabijheid van de ovens. Dit werd - niet geheel ten onrechte - gezien als een interculturalisatie van de hjkbezorging. Daarvóór hgt echter nog een heel terrein waarop de eerste stappen nog moeten worden gezet. Aan de instellingen ligt het niet, zo beweren deze - in Delfshaven, Schiedam,Vlaardingen en Maassluis tenminste - met de hand op hun hart. Abdelmoula Battaï, Nicole Lemette en de woordvoerster van de stichting Medelanders, Bea Oomens bevestigen dit ook in verschillende mate en bewoordingen. Van een brug naar de ongetwijfeld grote groep allochtone zorgbehoevenden is echter nog geen sprake. Hooguit van een verrekijker waarmee de oever aan de andere kant kan worden verkend.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2001 | | pagina 49