L*-,
Musis 86
Jt/uur1
Een Arbeider, wiens
Is iemand,die voor
Vknt al si&t de(v?vll ctah ih {^°rood!5
Ifi'tWrakkeHuiS is tstrijdv/uur dood.
die deze desnoods wenste te bevechten
en in ieder geval in bescherming nam
waar zij kon.
Het aantal kranten in Nederland steeg
aanzienlijk met de afschaffing van het
dagbladzegel in 1869. Tot dat moment
hief de overheid op ieder vel
krantenpapier een accijns in de vorm
van het zogenaamde 'dagbladzegel'.
Deze afschaffing markeert een moment
in de maatschappelijke ontwikkeling
waarop het kunnen kennisnemen van
het nieuws als algemeen belang werd
geaccepteerd. De afschaffing van de
'cijns op het gezond verstand', werd
overigens gecompenseerd door
verhoging van de accijnzen op tabak,
jenever en thee.
De afschaffing van het zegel verlaagde
de drempel voor het pubhek en maakte
het uitgeven van kranten meer lucratief.
De oplagen van dag- en weekbladen
groeiden gestaag evenals het aantal titels
en de diversiteit van politieke en
levensbeschouwelijke richtingen
waarvan de bladen een spiegel waren.
De groei van de Nederlandse pers tussen
1869 en 1900 geeft een goede weergave
van de politieke bewustwording van
protestanten, kathoheken, socialisten,
liberalen en - niet te vergeten -
vrouwen. Uit de stijging van de
oplagecijfers kan ook worden afgeleid
dat het gemiddelde opleidingspeil van
de Nederland in deze periode
aanzienlijk steeg. Rond 1900 is er
letterlijk nieuws voor iedereen en werd
ook bijna elke groepering en sociale
laag door de media bereikt.
Een aantal negentiende eeuwse kranten
had een satirisch karakter. Een voor
beeld hiervan is Asmodée dat in Den
Haag verscheen van 1845 tot 1911. Dit
roemruchte volksblad bracht wekelijks
sensationele onthullingen en schuwde
ook de persoonlijke aanval niet. In 1881,
het jaar van de eerste Drankwet, vond
de krant de 'oorlog tegen de jenever' te
beperkt. De straf op openbare dronken
schap boezemde de drinker te weinig
angst in, meende het weekblad: 'Zij gaan
zoo gemoedehjk de kast in, als gij of ik
naar een Nutsleezing.'
In navolging van Asmodée zagen ook
andere bladen met humor en satire het
licht. De spotprent nam hierin een
belangrijke plaats in. Ze waren een
journalistiek visitekaartje van de krant.
Spotprenten zijn een vorm van geënga-
'Kerk, kroeg, kapitaal'. A. Hahn, De Notenkraker. Foto iisg
Tweeërlei drankbestrijding'.
A. Hahn, De Notenkraker, 30 oktober 1904. Foto iisg
Bij het vijfenzeventigjarig bestaan van de nv tekent
A. Hahn een bijdrage voor het gedenkboek
'Een arbeider wiens neus te rood is'. A. Hahn, 1917
Foto iisg
IhVUfi
OVERGENOMEN UIT HET GEDENKBOEK DER NED. VEREEN.