Musis 92
'Drank en sigaretten'. F Behrendt, Het Parool, 5 februari 1980
spotprententekenaars worden gerekend.
Vanaf 1902 tekende hij wekelijks een
grote prent op de voorpagina van Het
Zondagsblad van Het Volk en later De
Notenkraker. Ook maakt hij kleine
tekeningen bij artikelen, gedichten en
rubrieken. Het Volk was de grote
landelijke socialistische krant, die naast
kerk en kapitaal ook de kroeg bestreed;
arbeiders moesten zelfbewuste mensen
worden met "klare koppen en geen
klarekoppen".Vanuit die overtuiging
sloten veel socialisten zich bij de
drankbes trij ding.
Albert Hahn is vooral beroemd
geworden door zijn felle bespottingen
van Abraham Kuyper tijdens diens
regeringsperiode (1901 - 1905). Kuyper
verpersoonlijkte - in de ogen van Hahn
- een systeem dat de waardigheid van
mensen met voeten trad om de macht
van het geld te kunnen handhaven.
Over de nieuwe Drankwet van 1904
tekende Hahn verschillende prenten.
Een daarvan was 'David en Drank
Goliath' (1905) waarin Kuyper als de
bijbelse David tegenover de reus Gohath
staat. Kuypers ontwerp stuitte in de
Tweede Kamer aanvankelijk op grote
weerstand en kon alleen worden
aangenomen door een ongekende massa
amendementen. De socialisten vonden
dat het ontwerp onder de wijzigingen
niet alleen bedolven werd maar ook
dat de strekking verloren ging. Albert
Hahn geeft daarom de Drankwet die als
een dodelijke kei was bedoeld, als
speelbal in handen van het monsterlijke
drankkapitaal.
Een scherp tekenaar was ook Willy
Sluiter (1873-1949).Tijdens de Eerste
Wereldoorlog werd de alcoholproductie
vanwege grondstoffenschaarste beperkt.
Ook de voedselprijzen stegen, maar
hieraan ging Sluiter even voorbij in één
van z'n rake tekeningen voor De
Nieuwe Amsterdammer. Zijn 'Oorlogs-
filosoof' uit 1917 drijft de spot met
mensen die bezorgder zijn over de prijs
van het bier dan over de gevechten aan
het front.
Al in de jaren twintig begon het
ledental van de drankbestrijding te
vergrijzen en verloor de beweging z'n
greep op de jeugd. De beweging bleef
zich echter inzetten voor de plaatselijke
keuze en voor dan nieuwe onderwerpen
als alcohol en verkeersveiligheid. Het
oude vuur is verdwenen, mede door de
bereikte resultaten. Het alcoholgebruik
was gedaald en verhield zich zeer
gunstig ten opzichte van het gebruik
aan het eind van de negentiende eeuw.
Niets wees er op dat dit op korte
termijn zou veranderen.
De waardering voor de drankbestrijding
leed indirect ook onder de drooglegging
van de Verenigde Staten. Na jarenlange
strijd waren Amerikaanse kerken en
vrouwenorganisaties er in 1919 in
geslaagd om een algeheel verbod op
alcohol doorgevoerd te krijgen.
Gedronken werd er echter niet minder
om. De prohibition bleek vooral
smokkelaars, illegale stokers en gangsters
in de kaart te spelen. En juist dit trok,
met de sensatieverhalen over
gangsteroorlogen en misstanden alle
aandacht.Veel kranten publiceerden er
spotprenten over. Voor De Notenkraker
maakte Tjerk Bottema onder meer 'De
nattigheid in het droge Amerika', een
spotprent over de dranksmokkel per